Op 19 augustus zal het 56 jaren geleden zijn dat onze DefPol (Defensie Politie) gestationeerd in post 'Tigri', gelegen tussen de Boven-Corantijn (New River) en de Coeroeni, door de Guyana Defence Force gewapenderhand werd verdreven. Aangezien opeenvolgende regeringen van Suriname hebben nagelaten om het grensgeschil op de nationale agenda te plaatsen en structureel hebben genegeerd, heeft Guyana zijn greep op het als Tigri Driehoek aangeduide territoir substantieel kunnen verstevigen.

Rekening houdend met een mogelijk voor Guyana gunstige uitspraak van het Internationaal Gerechtshof betreffende het grensgeschil met Venezuela, is een koerswijziging onzerzijds thans dringend gewenst. Het is namelijk verwachtbaar dat Guyana, bijgestaan door een team van internationale juridische zwaargewichten, bij een overwinning zal doorstoten naar overrompelende politieke, diplomatieke en juridische acties richting Suriname om op korte termijn internationale geschillenbeslechting over de Tigri problematiek af te dwingen. Voortzetting van een passieve houding of  van een struisvogel-politiek zal nu een dodelijke optie zijn. 

Gelet op het gezegde “Dring’dresi…wakti siki”, is een herpositionering van Suriname inzake het Surinaams-Guyanese grensgeschil dringend gewenst. Daartoe is het aan te bevelen dat zijdens de kortelings aangetreden regering Simons-Rusland zo spoedig mogelijk een gecoördineerde bewustwordingscampagne in gang wordt gezet, zowel nationaal als internationaal.

Nationaal: door publicatie van een publieksbrochure over het grensgeschil, waarin de historische en juridische context helder wordt uiteengezet en deze ter beschikking wordt gesteld van scholen, de media en de veiligheidsdiensten. Internationaal: door het spoedig publiceren van een Witboek naar het model van het in februari 1968 door Guyana geproduceerde Witboek over het geschil met Suriname. Dit document kan als basis dienen voor lancering van een internationale lobbycampagne gericht op o.a. multilaterale instellingen en strategische partners.

Het is tenslotte aannemelijk te betogen dat Nederland een postkoloniale verantwoordelijkheid heeft om Suriname te ondersteunen in het corrigeren van structurele achterstanden die voortvloeien uit het koloniale verleden. In een juridische procedure zal aan Nederland kunnen worden gevraagd om substantieel bij te dragen in de daarmede gepaard gaande kosten. Het conflict vermijdend beleid van Nederland jegens Groot-Brittannië in de koloniale periode heeft Surinames juridische positie in dit geschil namelijk ernstig negatief beïnvloed. Dat Nederlandse beleid wordt dan ook gretig geciteerd in het Guyanese witboek. 

Het Tigri-gebied is niet slechts een geografische zone, maar een graadmeter voor hoever wij willen gaan ter verdediging van onze nationale waardigheid en soevereiniteit. Het lijkt van essentieel belang dat Suriname zijn aanspraken op het gebied herbevestigt, zijn bevolking actief informeert, en zijn stem laat horen in de internationale gemeenschap. Alleen door vastberaden en transparant beleid kunnen wij recht doen aan onze geschiedenis en toekomst, want elke dag zingen wij: “Opo Kondreman …Un opo …..Sranan gron e kari un”!

Evert Gonesh 
(evertazm@diplomats.com)