President Chan Santokhi houdt zijn laatste rede in DNA.
In een emotioneel geladen rede voor De Nationale Assemblée heeft de vertrekkende president van Suriname, Chan Santokhi met een boodschap van nederigheid en hoop, zijn ambtstermijn afgesloten. "Macht is tijdelijk. De glamour is vergankelijk. Maar de dienst aan het volk is eeuwig," sprak hij, kort voor hij officieel het presidentschap overdraagt aan zijn opvolger, Jennifer Geerlings-Simons – de eerste vrouwelijke president van de Republiek Suriname.

De toespraak, gehouden in de zittingszaal van het parlement, markeerde niet alleen het einde van een bewogen regeerperiode, maar ook het begin van een historisch nieuw hoofdstuk. De president sprak zijn felicitaties uit aan Geerlings-Simons en haar vicepresident Gregory Rusland, en wenste het aanstaande kabinet kracht en wijsheid toe. "Het pad dat voor hen ligt, is niet eenvoudig, maar het is een pad dat wij allen samen moeten bewandelen."

Verantwoording en reflectie
De president blikte terug op een tumultueuze ambtstermijn, gekenmerkt door economische crises, de nasleep van de Covid-19-pandemie en politieke spanningen. Hij benoemde zowel de successen als de tekortkomingen van zijn beleid: "Er zijn beslissingen genomen die liever anders hadden gekund. Maar leiderschap is niet alleen het claimen van successen, het is ook het erkennen van tekortkomingen."

Tot de hoogtepunten rekende hij het herstelpad van de economie en de introductie van het 'Royalty’s Voor Iedereen'-programma, waar inmiddels meer dan 60.000 burgers zich voor hebben geregistreerd. Ook noemde hij het herstel van Surinames geloofwaardigheid op het wereldtoneel als een belangrijke mijlpaal.

Oproep tot nationale eenheid
Een terugkerend thema in de toespraak was de oproep tot verbondenheid en dialoog, over politieke en culturele grenzen heen. "Suriname alleen vooruit kan, als wij elkaar niet loslaten," zei hij, en riep op tot het bouwen van bruggen in plaats van muren.

Hij sprak zijn dank uit aan het parlement, de ambtenarij, de veiligheidsdiensten en alle burgers "die vaak in stilte dit land draaiende houden." Zijn liefde voor het land noemde hij grenzeloos: "Ik neem over enkele dagen afscheid van het hoogste ambt met nederigheid. Maar mijn liefde voor Suriname kent geen ambtstermijn."

Boodschap aan het volk en de jeugd
Aan het slot van zijn toespraak richtte hij zich rechtstreeks tot het volk van Suriname. Hij riep op tot betrokkenheid en geloof in het land: "De toekomst van Suriname ligt niet in de handen van één man of vrouw, maar in de handen van ons allen." De jeugd werd aangespoord om zich niet te laten ontmoedigen en te blijven dromen: "Studeren is geen luxe, het is een plicht. Dienen is geen zwakte, het is een eer."

De president sloot af met een hoopvolle boodschap in de vorm van een gebed: "Moge Suriname het land zijn waar onze kinderen veilig kunnen opgroeien. Waar verschillen geen bedreiging zijn, maar een bron van rijkdom. Waar leiders dienen en het volk regeert. Sranan, mi lobi yu."