J.d.l.L. (22) is donderdag gevonnist door kantonrechter Roy Elgin tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 21 voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. Voorts is hem de rijbevoegdheid ontzegd voor een periode van vijf jaar. Hij had op 16 augustus 2022 de fietser Winston D. zodanig aangereden, dat het slachtoffer tientallen meters de lucht in is gevlogen, 69 meters verder is meegesleept en ter plekke is overleden.

De veroordeelde moet op basis van dit vonnis drie maanden de cel in en de rechter heeft dan ook zijn onmiddellijke gevangenneming gelast. Uit het politieonderzoek bleek dat de autobestuurder die avond reed met een snelheid van ruim 119 km/uur, terwijl in die bebouwde kom een maximale snelheid van 50 km/uur geldt. De aanrijding vond in de avond plaats op de kruising van Jagernath Lachmon- en de Nickeriestraat. Het slachtoffer was bezig de straat over te steken en wenkte nog met zijn hand dat hij eraan kwam, toen J.d.l.L. de auto vóór hem met grote snelheid inhaalde en daarbij de fietser aanreed.

Officier van justitie (ovjJ) Sudesh Sewgobind voerde aan dat door de botsing het slachtoffer diverse fracturen had opgelopen, met amputatie van de rechteronderarm. Ter plekke waren er geen remsporen gevonden. Bovendien bleek dat de verdachte na de aanrijding in de auto werd aangetroffen met een groot blik bier. Voorts bleek dat het voertuig eerder was afgekeurd, omdat de ruiten te donker getint waren. Volgens de ovj hadden twee getuigen verklaard dat D.L. na de aanrijding was doorgereden en hij stelde dat het slachtoffer in hulpeloze toestand was achtergelaten.

Sewgobind zei dat er de laatste tijd teveel gevallen zijn van autobestuurders die na een aanrijding doorrijden en hun slachtoffers in hulpeloze toestand achterlaten. Hij vindt dat er een signaal moet worden afgegeven aan de samenleving dat dit niet door de beugel kan. In zijn eis nam hij onder meer mee dat er een leven te betreuren is, maar ook dat de verdachte jong is en een first offender. Hij vroeg de rechter om de beklaagde te veroordelen tot onder meer een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 20 voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar en ontzegging zijn rijbevoegdheid.

In haar pleidooi vroeg raadsvrouw Maureen Nibte om rekening te houden met de jeugdige leeftijd van haar cliënt, die student is op het PTC. Zij was niet van mening dat hij na de aanrijding was doorgereden en dat hij het slachtoffer in hulpeloze toestand wilde achterlaten. De advocaat stelde dat haar cliënt na de botsing inderdaad tientallen meters verder was gereden, maar dat kwam omdat hij was geschrokken door het gebeurde. Daarna is hij wel gestopt. Volgens Nibte heeft J.d.l.L. spijt betuigd en zij vroeg de rechter om hem een geheel voorwaardelijke straf op te leggen, zodanig dat hij geen celstraf hoeft uit te zitten. Desnoods kon zijn rijbevoegdheid langer worden ingetrokken, pleitte ze.

Rechter Elgin zei dat beelden laten zien dat de fietser wel degelijk met licht heeft gereden en erop had mogen vertrouwen dat hij ongeschonden de straat kon oversteken. De magistraat stelde dat J.d.l.L. de veiligheid heeft geschonden door 119 km/uur te rijden in een gebied waar een maximale snelheid geldt van 50 km/uur. Hij wees ook op het wettelijk verbod om in te halen bij een kruising of samenkomst van wegen. Volgens de rechter treft de fietser geen enkele schuld. Hij merkte op dat mensen die pas hun rijbewijs hebben, extra voorzichtig dienen te zijn in het verkeer. Die verantwoordelijkheid heeft de verdachte niet op zich genomen. Door zó hard te rijden, met een blikje bier in zijn hand, heeft beklaagde getoond onvoldoende besef te hebben van de verantwoordelijkheid van het in bezit hebben van een rijbewijs.

De ovj had overigens ook geëist dat J.d.l.L.een bedrag van ruim SRD 37.000 moest betalen aan de nabestaanden, onder meer voor de begrafeniskosten. Elgin merkte op dat het nemen van afscheid van iemand niet een zakelijke aangelegenheid is. Het gaat ook om de zielenrust en rouwverwerking. Hij achtte het daarom passend dat J.d.l.L. een bedrag van SRD 50.000 moet betalen aan de nabestaanden, binnen 24 maanden nadat hij uit de gevangenis is ontslagen. Betaalt hij dit bedrag niet binnen de aangegeven termijn, dan gaat J.d.l.L. nog eens twaalf maanden de cel in.