President zegt alle steun toe aan olie- en gasindustrie

Suriname is voornemens om tot de top van olieproducerende landen te gaan behoren. Dit heeft president Chan Santokhi benadrukt bij de opening van de Suriname Energy, Oil & Gas Summit (SEOGS) maandag. Om dat doel te bereiken zijn er  investeringen uit vooral het buitenland nodig maar ook goed bestuur.  “Er is geen ruimte voor politieke ‘shortcuts’ als we willen worden wat we kunnen zijn,” geeft Santokhi aan. Hij heeft ook benadrukt dat terwijl de regering er alles aan gaat doen om de olie- en gasindustrie te accommoderen, zij ook zoveel moeite gaat maken om net als de rest van de wereld af te gaan stappen van fossiele brandstoffen.

Santokhi en vicepresident Ronnie Brunswijk hebben maandag officieel de derde editie van de internationale beurs voor alles wat met de olie en gas industrie te maken heeft, geopend. De summit wordt gehouden door Staatsolie. Er is groter uitgepakt dan de vorige keren. Voor minister Albert Ramdin (Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking) is er al sprake van succes. “Dit jaar hebben we 150 exposanten, deelnemers uit 40 landen, meer dan 200 sprekers en 560 top leidinggevenden,” deelt hij mee. “Dat is indrukwekkend. Er worden meer dan 6.000 bezoekers verwacht. Dat is veel voor een land met een inwoners aantal van 600.000. Er zijn deelnemers uit 40 landen. In mijn optiek is dat een succes op zich.”

De regering zal indien nodig nieuwe wetten of regelgeving maken, of de bestaande aanpassen om het investeringsklimaat aantrekkelijk te maken, kondigt Santokhi aan. Hij geeft aan dat er enorm veel uitdagingen zijn om het land tot “een gerespecteerd ontwikkeld land” te maken. Maar de regering is standvastig en gaat gericht op het doel af. “If we aspire to be what we can be, there is no room for political shortcuts,” houdt Santokhi de propvolle zaal voor. “And this approach is the only sustainable path forward.”

De president heeft benadrukt dat het Spaar- en Stabilisatie fonds van essentieel belang is. Inkomsten uit de olie- en gas industrie zullen geïnvesteerd worden in andere sectoren zoals toerisme, onderwijs en de agrosector. Hierdoor zal het land kunnen tappen uit meerdere bronnen van inkomsten. De diversificatie is nodig om -zoals de trend in de wereld voorschrijft- af te stappen van fossiele brandstoffen. Er is genoeg potentie om energie op te wekken uit water, windmolens en zonne-energie stelt Santokhi. Daarnaast zijn er genoeg kansen om met ‘carbon credits’ geldstromen op gang te brengen. In dit geval zouden ondernemingen in de olie- en gas sector met de aankoop van carbon credits de vervuiling die ze veroorzaken kunnen compenseren.