Column: Parcimonieus
01 Jun, 00:59
foto
Foto: vvhvelserbroek


Zonder investeringen is het haast onmogelijk om een rol van betekenis te spelen in het internationaal voetbalcircuit. Als we kijken naar het entourage van voetbalclubs die in hun land het ene na het andere kampioenschap in de wacht slepen, dan komen we tot het besef dat Surinaamse clubs niet eens in de buurt komen van deze grootheden. Clubs als Manchester City laten niets aan het toeval over om met de eer te strijken. Los van de spelersgroep, heeft de club een groot team van ondersteunende krachten die de organisatie draaiende moeten houden. Clubs hier te lande kunnen alleen maar dromen van zo een organisatie, waarbij iedereen beseft waar er naartoe gewerkt wordt en bereid is om de schouders onder het werk te zetten. Beelden van de kroning van Manchester City als kampioen van 2023 hebben onthuld hoe de samenwerking is binnen deze geoliede organisatie. Het leek een grote familie van spelers, trainers en overige stafleden die beloond werd voor haar harde werk. Surinaamse clubs kunnen dit alleen maar watertandend gadeslaan, want door de geringe investeringen kunnen ze het op hun buik schrijven ooit eens op een groot podium te zullen staan.

Ook op nationaal niveau zijn grote investeringen onontbeerlijk om competitief te kunnen zijn. Investeringen onder andere om kundige trainers aan te stellen, met modern materiaal te kunnen trainen en voldoende oefenwedstrijden te kunnen afwerken. Om kleine voetballanden tegemoet te komen is de overkoepelende voetbalorganisatie FIFA, ertoe overgegaan om alle lidlanden jaarlijks een behoorlijk bedrag toe te kennen. Dit bedrag zou vooral de ontwikkeling van het voetbal ten goede moeten komen, zodat er een constante aanwas is naar de hoofdmacht toe. Wat tot nu toe is gebleken, is dat er zo weinig mogelijk geïnvesteerd werd in het jeugdvoetbal in zijn totaliteit en dat de nationale jeugdselecties kort voor een meetmoment werden samengesteld. De verantwoordelijken zijn niet geneigd om te investeren in de jeugd, met als gevolg keer op keer slechte vertegenwoordigingen. Met een parcimonieuze houding zullen nationale selecties slechts acte de présence kunnen geven op internationale podia, zonder echt mee te doen om de hoofdprijs. Dit is best wel jammer, want er is voldoende talent dat met de juiste aanpak veel verder zou kunnen komen dan de groepsfase.

Even werd de schijn gewekt dat een jongens jeugdselectie de ruimte zou krijgen om iets langer dan normaal in voorbereiding te zijn voor een internationale krachtmeting. Echter werd binnen korte tijd duidelijk dat deze voorbereiding te maken had met kinderziektes. Er werd namelijk geen overeenstemming bereikt over de hoogte van de vergoeding van de trainers tussen betrokkenen en het bestuur. Eindelijk durfde een trainer bij een krenterige houding van het bestuur, er de brui aan te geven. Hoewel het toe te juichen is dat de trainer in kwestie de durf had om zijn stem te laten horen, is het jammer dat zijn assistent is aangebleven. Door gebrek aan eenheid is de kans groot dat het bestuur weer als 'overwinnaar' uit de bus komt, terwijl het jeugdvoetbal de grote verliezer is. De kans op een redelijke voorbereiding wordt de jeugdigen op deze manier ontnomen.

Kijkend naar het wereldkampioenschap voor spelers onder twintig jaar dat nu in Argentinië wordt afgewerkt, dan blijkt al spoedig dat de landen die op het toernooi aanwezig zijn, beseffen dat je alleen door de juiste investeringen, competitief kan zijn. Spelers worden jaren lang in training gehouden, zodat ze elkaar goed leren kennen en goed ingespeeld raken op elkaar. Er is een lange termijn planning voor jeugdselecties die erin moet resulteren dat spelers de juiste begeleiding, waaronder voeding en training krijgen, zodat ze ook mentaal klaar zijn om het karwei te klaren. Dit kan je alleen bereiken met de juiste investeringen die je in staat zullen stellen om het juiste kader aan te trekken om de groep naar een hoger niveau te brengen. Om goed kader aan te trekken, zal je goede salarissen moeten betalen. Betaal je ondermaats, dan krijg je ook ondermaats personeel dat zich niet voor de volle honderd procent zal inzetten. 

Mireille Hoepel
Advertenties