Een aanzet tot wijziging Kiesregeling en Grondwet
10 Jan 2023, 06:50
foto
Jennifer van Dijk-Silos


Het is mij opgevallen dat er in de samenleving flink wordt gediscussieerd over hoe de Kiesregeling zou moeten worden gewijzigd. Het valt ook op dat, vooral politieke partijen, zich niet volledig kunnen losmaken van het oude systeem en daardoor allerlei ideeën hebben hoe toch vast te houden aan het huidige systeem. Echter blijkt uit bepaalde modellen die ik onder ogen heb gehad, dat men de onverbindendheid van Artikel 24 van de Kiesregeling negeert of vergeet.

Mijn uitgangspunt is dat de nieuwe situatie gebaseerd moet zijn op de normen, criteria en het oordeel van het Constitutioneel Hof over de Kiesregeling. Dit heeft mij doen besluiten om een voorbeeld te maken voor wijziging van de Kiesregeling, de Grondwet en een model voor de invulling van Artikel 9 en 24 van de Kiesregeling.
Enkele overwegingen van het Constitutioneel Hof herhaal ik hieronder:

a. De soevereine wil van het volk conform artikel 55 Grondwet is, als gevolg van de zetelverdeling ingevolge artikel 9 jo. 24 van de Kiesregeling, niet terug te vinden in de verkiezingsuitslag nu met name het gewicht van de zetels per district significante verschillen vertoont. De uitkomst van de verkiezingen brengt niet de soevereine wil van het volk tot uitdrukking, waarbij niet elke stem hetzelfde gewicht heeft bij de toekenning van de DNA-zetels.

b. Bij de uitoefening van het kiesrecht vloeien dus geen gelijke uitkomsten voort in termen van gelijke uitgebrachte stemmen en de op grond daarvan te verkrijgen DNA-zetels. De gevolgen van dit verschil in stemgewicht zijn nadrukkelijk zichtbaar bij een landelijke cumulatie van uitgebrachte stemmen op politieke partijen en door hun verkregen DNA-zetels.

c. Dit verschil in stemgewicht per kiesdistrict is niet verenigbaar met artikel 55 Grondwet.

d. Volgens het Hof is het verschil in stemgewicht, ingevolge de artikelen 9 jo. 24 Kiesregeling in strijd met het in artikel 8 Grondwet vervatte beginsel van gelijkheid en non-discriminatie.

e. Het gelijkheidsbeginsel vertaalt zich ook in het kiesrecht als een beginsel waarbij elke burger niet alleen gelijk is bij het gebruik van dit recht (er is wel sprake van actief en passief kiesrecht) maar ook het gewicht van hun stem gelijk dient te zijn ten opzichte van elkaar in een kiesstelsel. Dat wil zeggen dat het recht van de ene burger om volksvertegenwoordigers te kiezen in een bepaald district, even zwaar moet wegen ten opzichte van het recht van een andere burger die hetzelfde recht heeft in een ander district. Het one person, one vote, beginsel draagt het staatsrechtelijke principe uit dat personen een gelijke representatie hebben met betrekking tot het stemmen (gelijk gewicht). Het one person one vote beginsel is niet uitgewerkt in de Kiesregeling en volgens het Hof komt de soevereine wil van het volk niet tot uiting, zoals bedoeld in artikel 55 lid 1 Grondwet.

f. Artikel 9 jo. 24 Kiesregeling is geen weerspiegeling van een gelijkwaardig kiesrecht, gezien het verschil in stemgewicht niet verenigbaar is met artikel 25 sub b van het IVBPR en artikel 23 lid 1 sub b AVRM.

g. Thans moet worden gewerkt aan een rechtvaardig kiesstelsel conform de maatschappelijke realiteit met inachtneming van de Grondwet en Verdragen.
Ik hoop dat ik met deze aanzet heb kunnen aantonen dat het niet zo moeilijk is de Kiesregeling te wijzigen indien men achter democratie en nationaal belang staat en niet slechts naar het enge partij belang kijkt.

Mr. Dr. Jennifer van Dijk-Silos,
Legal Expert and Consultant

U kunt de voorbeelden hier downloaden.
pdf-icon.gif One_Man_–_One_Vote_–_One_Value.pdf     pdf-icon.gif Wet_wijziging_Grondwet_na_uitspraak_C-Hof.pdf     pdf-icon.gif Wet_wijziging_Kiesregeling_2022_na_uitspraak_C-Hof._final_09_jan_2023-1_.pdf                
Advertenties