Column: Woede om de coach
03 Aug 2022, 00:59
foto
Hans Breeveld


Door miljoenen mensen zijn de spelen in het kader van het Europese Kampioenschap vrouwenvoetbal 2022 in Londen bekeken. De finale van dit groot spektakel op zondag 31 juli in het Wembley Stadion in Londen moest en zou ik zien. Mijn belangstelling ging vooral uit naar de coach van het Engelse vrouwenelftal, Sarina Wiegman. Onder leiding van haar werd het redelijk goed spelende Nederlandse vrouwenelftal kampioen van Europa in 2017. Zou het haar deze keer lukken, het niet zo goed presterend Engelse team, weer een rol van betekenis te laten spelen in Europa?

Het resultaat ligt daar. De laatste twee opeenvolgende winnende vrouwenteams in Europa werden door deze coach geleid. In 2017 was het doel van het Duitse elftal om voor de zevende keer oprij het Europees Kampioenschap te winnen. Daar wist Wiegman een stokje voor te steken. Maar ook in 2022 wist zij Duitsland van het kampioenschap af te houden. Deze overwinning was historisch. Vier keer was Engeland (mede) gastland voor het Europese Kampioenschap vrouwenvoetbal, maar dit jaar was het de eerste keer dat het Engels elftal deze felbegeerde titel won.

Terwijl ik keek naar het groot gebeuren in Londen dacht ik: Zou de regeringsleider in een land niet met een coach van een elftal vergeleken kunnen worden? Zou je de landen in hun ontwikkelingsfase niet met voetbalteams kunnen vergelijken die door de coach naar een hoger niveau worden getild? Wacht Suriname niet op een coach die dat eindelijk zal doen?
Wat wij echter in Suriname beleven is een grote boosheid op de regeerders, maar vooral op de coach en assistent-coach. De boosheid is zo groot dat wij van woede kunnen spreken.

Waar komt deze woede vandaan? Komt het vanwege het falen van de huidige regeerders of omdat deze regering met haar mooie verhalen veel te hoge verwachtingen heeft gewekt en (nog) niet heeft gerealiseerd? Of heeft men de indruk dat de grote verdeeldheid die deze regering tentoonspreidt, waarbij nepotisme (vriendjespolitiek) tot norm is verheven – slechts tot destructie kan leiden? Of komt het domweg omdat het volgens de burgers net één falende regering te veel is? Maar met boosheid los je geen problemen op. De odo Atibron no e meki bun pikin leert ons dat dit reeds decennia in Suriname bekend is. Als je niet oppast maak je het probleem met boosheid groter.

In 1980 – het volk was toen ook boos op de regering - werd de regering Arron afgezet en werden jonge onderofficieren – “Onze jongens” genoemd – jubelend als helden binnengehaald. In 1987 werd – wat overgebleven was van de groep “Onze jongens” - radicaal afgewezen middels verkiezingen. Moeten wij met dit puru bruku- weri bruku – ofwel jojo beleid doorgaan of moet het volk meer als medespeler en mede beoordelaar optreden?

Deze regering spreekt graag van inclusion, maar het beleid kan niet inclusief zijn als grote groepen vanwege armoede à priori veroordeeld zijn tot een plaats in de marge van de samenleving. Armoedebestrijding zal hoge prioriteit moeten hebben. Dat zal middels een sociaal vangnet of een aangepast Bolsa-Familia programma - zoals dat succesvol onder president Lula in Brazilië werd uitgevoerd – of anderszins moeten plaatsvinden. Maar ook een talentontwikkeling beleid is noodzakelijk. Geef de nodige incentives aan zij die op eigen kracht of met hulp van anderen zich ontworstelen uit de armoede.

Wat elke regeringsleider van een succesvolle voetbalcoach kan leren is dat je eerst de zwakten in een land serieus aanpakt. Spelers moeten niet worden ingezet omdat ze jou zo leuk vinden of familie zijn, maar vanwege hun kwaliteit.
De No-Nonsens approach van Sarina Wiegman valt op. Zij sprak niet van dreamteam, maar selecteerde een goed team waarbij niet constant gesproken werd over het wisselen van de spelers – hoe legitiem dat ook is in de voetbalsport. Ze probeerde niet de lolbroek uit te hangen. Op ernstige, haast strenge wijze gaf ze leiding aan haar team. Ze had een plan A, een plan B en een Plan C. In Suriname lijkt het alsof er geen plan is. Je hebt niet eens het gevoel dat men winnen wil. Het lijkt meer een zaak van nemen wat te nemen valt, met kennelijk in het achterhoofd: Na ons de Zondvloed.

De coach is met name een persoon die de spelers motiveert en stimuleert tot optimale prestaties. Maar de overwinning van een team hangt natuurlijk niet alleen af van de kwaliteiten van een coach. De spelers blijven het substantieel deel uitmaken of het spel gewonnen dan wel verloren zal worden. Het blijft dan ook een noodzakelijke voorwaarde voor de overwinning dat het ‘voetballende’ volk zich probeert op te trekken aan onze echte grote spelers zoals Anthony Nesty en Eddy Jharap. Bijzondere Surinamers die zich Internationaal en in hun sector onderscheiden hebben.

Met permanent klagen en elkaar verwijten maken win je geen enkele wedstrijd. Je mag de coach wel beoordelen of hij doet wat hij zegt – in een democratie moet dat zelf. Maar de overwinning zal afhangen van de inspanning van allen.
De middelmatigheid die nu tentoon wordt gespreid leidt ertoe dat zwakke broeders en zusters – wijzend naar nog zwakkere broeders en zusters vaststellen: Als hij/zij het kan dan kan ik het ook. Zie daar de neergaande spiraal waarbij middelmatigheid de norm wordt.

Hans Breeveld

Advertenties