Noodtoestand in Noord-Italië door extreme droogte

Italië heeft de noodtoestand uitgeroepen in vijf noordelijke regio's rond de rivier de Po, te midden van de ergste droogte in 70 jaar. Emilia-Romagna, Friuli Venezia Giulia, Lombardije, Piemonte en Veneto krijgen € 36,5 miljoen (US$ 38 miljoen) aan noodfondsen om het watertekort aan te pakken.

Volgens de landbouwunie Coldiretti bedreigt de droogte meer dan 30% van de Italiaanse landbouwproductie. Verschillende gemeenten hebben al een waterrantsoenering aangekondigd. Ongewoon warm weer en weinig regenval in de winter en het voorjaar hebben het watertekort in Noord-Italië verergerd.

"De noodtoestand is bedoeld om de huidige situatie met buitengewone middelen en bevoegdheden te beheersen", zei de Italiaanse regering. Het zei dat het verdere maatregelen kon nemen als de situatie niet zou verbeteren.

De Po is de langste rivier van Italië en stroomt meer dan 650 km naar het oosten. Boeren in de Povlakte zeggen dat zout zeewater de rivier nu in sijpelt en gewassen vernietigt.

Premier Mario Draghi heeft maandag het Dolomietengebergte bezocht waar 13 mensen worden vermist na het instorten van een gletsjer. Hij zei dat de ramp "zonder twijfel" verband hield met de opwarming van de aarde.

Minstens zeven mensen stierven en acht anderen raakten gewond op de Marmolada-berg, in een lawine veroorzaakt door het instorten van de gletsjer. Drones uitgerust met warmtebeeldcamera's nemen deel aan de zoektocht naar de vermisten, waaronder verschillende buitenlanders.