Column: Politieke Borrelpraat 645
10 Jan 2021, 23:04
foto
Sibrano Pique tijdens de protestactie zaterdag bij De Nationale Assemblee.


“Sjonge jongens, wat een week was dat, met als internationaal dieptepunt de bestorming van het Capitool in Washington.”
“En hier bij ons leek het dunnetjes in die richting op te gaan met pikipiki-Pikee met wat EndeePee die liepen mee in die tee, o wee, waar was Bee? Niet in die A-sem-lee.”
“Maandag ontvangt hij hen.”
“En die betogers van Piki-Pikee schreeuwden: ‘Un weri, un weri, Santoki e gi’oen mankeri.”
“Mensen van bepaalde volksstammen zijn steeds moe, ook tijdens de vorige regering. Waarvan zijn ze moe?”
“Ik denk van het harde werken en het opbotsten tegen de stijgende prijzen.”
“Oké, maar zo te zien zijn ze niet moe om luidkeels te staan schreeuwen op straat.”
“Het is de mensen hun recht om hun misnoegen te uiten, want deze regering heeft tot nu toe meer de eigen ‘family and political friends’ geaccommodeerd en de bevolking zoet gehouden met loze beloften, bonusjes en een soort loonronde die eerder een oorkonde met de monde blijkt te zijn.”
“En wie betaalt dit populisme? Wij, de belastingbetaler.”
“Of komt het uit de zak van de ondernemer, voetbalclubeigenaar en goudenkroontjesman daar bij het Indoorstadion?”
“Tolin A. zag het meteen niet zitten en trad daar wijselijk binnen 22 uur af als bestuurslid.”
“Maar behalve ‘Weg met Chan’ schreeuwde dat groepje betogers dat ze de gang naar het IMF niet willen hebben. Meester, wat heeft men toch zo tegen het IMF?”
“Wie bedoel je met ‘men’? Ik val daar alvast niet onder.”
“Ik bedoel, het IMF veroorzaakt toch steeds massale volksopstanden, in landen die met dit Fonds in zee gaan?”
“Echt niet in alle landen; in bijvoorbeeld Barbados is de interventie van het IMF succesvol geweest.”
“Maar in vele andere landen ging het goed fout toen die IMF-maatregelen om hun economie gezond te maken werden doorgevoerd; vooral de sociaal zwakkeren kwamen daarbij in opstand.”
“Maar wiens schuld is het dat zulke landen in ernstige economische problemen zijn geraakt dat ze bij het IMF als financiële dokter moesten aankloppen?”
“Als ik ons voorbeeld neem: het is de schuld van achtereenvolgende populistische politieke leiders die een steeds grotere vreetnapot maakten van de staatskas.”
“Maar het IMF is toch een kapitalistisch monsterverbond met de USA en Europa als koplopers?”
“Dat klopt. Maar als het IMF zo een onding is, waarom zijn er 189 landen, dus zowat alle landen ter wereld, lid van dit ‘kapitalistisch monster?”
“Zijn ook communistische landen lid van het IMF?”
“Natuurlijk! Wat dacht je? Ook zij houden van de ‘yankee-dalla.”
“Dus ook Rusland, Rood China, Nicaragua, Yemen, Turkije, Mongolië en nog steeds Venezuela?”
“Ja, behalve Noord-Korea en Cuba en nog een paar kleine landen zijn alle landen ter wereld lid. En Suriname ook sinds 27 april 1978.”
“En welke landen mogen steun aanvragen bij het fonds?”
“Alle lidlanden, maar vooral landen die al jarenlang meer importeren dan exporteren en dus een negatieve handelsbalans hebben. In plaats dat die hun binnenlandse uitgaven, zoals allerlei grote subsidies, afbouwen, corruptie streng aanpakken  en hun productie en hun export stimuleren en hun importen verminderen, blijven ze maar stelen, lenen en schulden nemen om deze scheve economie in stand te houden, net als bij ons.”
“Dit is toch veroorzaakt door die vorige regering van paarse plunderaars?”
“Echt niet. Die hebben het wel beestachtig te bont gemaakt, maar dit populistisch beleid van: ‘hou vooral dat stemvolk zoet met subsidies en consumptieve importen dan kunnen wij vrijuit regelen en stelen’ begon  in ons land al sinds de jaren zestig van de vorige eeuw.”
“Nee toch, dit is toch niet waar?”
“Waardoor denk je, beste jonge zuiplapvriend in ons midden, dat de regering van de grote Jopie Pengel eindjaren ’60 is gevallen? Nederland deed de geldkraan voor hem dicht, waardoor hij niet kon voldoen aan de salariseisen van de leerkrachten en andere ambtenaren.”
“Dat klopt! En toen die begonnen te staken, werd dat Pengel te veel. Hij dacht politiek slim te zijn en diende toen zijn regeermandaat in bij de toentertijdse gouverneur Johan Ferrier. Pengel dacht misschien dat de gouverneur hem als voorzitter van de grootste politieke partij weer een formatieopdracht zou geven, dan zou hij met zijn oude partner, de VHP, een nieuwe, politiek veel stabielere regering vormen.”
“En is dat gebeurd?”
“Nee, de gouverneur was slimmer; hij zette Jopie buiten spel door een interim-regering te doen formeren onder leiding van een kanjer uit de bestuursdienst, namelijk de heer Arthur May. Dit ging de geschiedenis in als ‘het zakenkabinet May.”
“En was dat zakenkabinet succesvol?”
“Wat dit niet-politieke team van 9 man van 5 maart 1969 tot 20 november 1969 heeft gerealiseerd, hebben regeringen daarna in hun hele regeerperiode niet weten te bereiken.”
“Ik zeg: dat zakenkabinet May was het beste regeerteam dat we ooit hebben gehad. Maar ja, ze waren er maar tijdelijk. Ze hadden als hoofdopdracht om de nieuwe verkiezingen voor te bereiden.”
“We dwalen af. Dus is onze gang naar het IMF dan echt zo slecht?”
“Luister jonge vriend, als een patiënt, met veel te hoge bloeddruk, zwaar suiker, nierproblemen, een maagzweer en leververharding door teveel zuipen, na jarenlange verwaarlozing op sterven na bij een strenge, maar in feite de beste dokter in town binnenkomt, wat denk je dat die dokter deze patiënt zal voorschrijven?”
“Geen drup alcohol meer drinken, alleen veel water, stoppen met roken, alleen zoutloos en niet gekruid eten nuttigen, en een hoop vies smakende drankjes en bittere pillen slikken, en dat minstens vijf jaren lang.”
“Maar dan zal die verwende en zoet en dom gehouden patiënt hard gaan klagen, knorren, schreeuwen, blèren en schelden op die dokter, samen met zijn familie, want ze vinden die maatregelen te hard.”
“Die specialist zal dan zeggen: ‘willen jullie niet meewerken en mij op de koop toe uitschelden? Dan bekijken jullie het maar! Gaan jullie dan liever maar voorbereidingen treffen bij het crematorium.”
“Dus we gaan die bittere pil moeten slikken?”
“Willen we er echt bovenop komen na zo een 60 jaar financieel gerotzooi? Jawel, dat zal dan moeten, anders gaan we in die beerput blijven dobberen en om de zoveel jaar in die poeperij steeds kopje onder gaan. Misschien houden we daarvan.”
“Geen proost hierop.”

Rappa
Advertenties