Column: Sportcultuur
03 Dec 2020, 00:59
foto
Sportmateriaal voor Nickerie.
Foto: Starnieuws.com


Suriname heeft geen sportcultuur. Er is geen nationaal gestuurd sportbeleid dat richting geeft aan sport in zijn algemeenheid. Sport wordt hier te lande nog altijd gezien als een manier van tijdverdrijf. Als je niets anders te doen hebt, dan ga je een beetje sporten. Wat ook vaak voorkomt is dat kinderen die het minder doen op school, als straf niet meer naar de sportvereniging mogen. Een mogelijke oorzaak van deze attitude zou de centralisatie van het sportbeleid kunnen zijn, waarbij de focus van sportbeoefening in het centrum lag. Alsof dat nog niet genoeg is zien we dat sportbonden alleen in het centrum een competitie organiseren en de kampioen bekronen met de titel landskampioen. Als klap op de vuurpijl zien we een tendens waarbij er bij bonden bestuurders worden gekozen die helemaal geen affiniteit hebben met die tak van sport. Al deze aspecten zorgen ervoor dat jongeren sport niet zien als een beroep, waardoor talentvolle sporters er na verloop van tijd de brui aan geven om een 'serieuze carrière' na te streven.

Deze sporters kan geen verwijt worden gemaakt, want als er aangemodderd wordt op bestuurlijk niveau is het onverstandig om hier een sportcarrière na te streven. Nu met het onderbrengen van sport bij het ministerie van Regionale Ontwikkeling is het te hopen dat sportbeoefening inderdaad landelijk mogelijk zal zijn. In elk district moet er een afdeling zijn die erop toeziet dat er sport kader en middelen beschikbaar zijn, zodat de districtskinderen ook aan hun trekken kunnen komen. Daarnaast is het wenselijk dat de sportbonden ervoor zorgen dat zij vertegenwoordigd zijn in elk district, zodat er plaatselijke competities kunnen worden afgewerkt, waardoor er uiteindelijk een landskampioen kan worden bepaald. Voor een groter draagvlak voor sport is decentralisatie erg belangrijk. De plaatselijke gemeenschap kan zich makkelijker identificeren met sporters uit het eigen district en zullen zich dan eerder scharen achter de 'eigen' sporters. Dit kan een voorloper zijn voor beroepssport in Suriname, want bedrijven in districten kunnen de districtskinderen de benodigde steun geven om het district uit te dragen. Sporters die zich geruggensteund weten door een sponsor, zullen aan de gestelde verwachtingen willen voldoen. Als elk bedrijf in het district zich committeert om een steentje bij te dragen, kan door gezamenlijke inspanning beroepssport mogelijk worden gemaakt.

Een blik buiten de grenzen vertelt ons dat er een aardige boterham verdiend kan worden met sport. Maar alles staat en valt met een goede organisatie en vereende krachten. Het is nu de hoogste tijd dat er een nationaal gestuurd sportbeleid wordt ontwikkeld, waarbij de belangrijkheid van alle actoren op zijn merites worden beschouwd. Hierna moet men alle neuzen in één richting zien te krijgen, zodat het uit te voeren beleid breed gedragen wordt en zo een grote kans van slagen heeft. Het is noodzakelijk dat er bij de uitvoering zoveel mogelijk gebruik gemaakt wordt van plaatselijk kader. Voor de continuïteit en het drukken van de kosten, is deze voorwaarde onontbeerlijk. In het verleden is getracht om met trainers uit Paramaribo, sporters in districten te begeleiden. Deze methode heeft over het algemeen schipbreuk geleden, omdat het te duur was en de betrokkenheid van de trainers te wensen over liet.

Het zal jaren duren alvorens er hier te lande een sportcultuur is ontwikkeld. Dat neemt echter niet weg dat we ergens moeten beginnen en wel liever vandaag dan morgen. Overal in de wereld zien we dat succesvolle sporters de steun hebben van het thuisfront. Die betrokkenheid komt niet van het ene op het andere moment, maar is het resultaat van een jarenlange relatie die voortkomt uit de sportcultuur van die landen. Beleidsmakers moeten zich bewust zijn van het belang van sport en dat bewustzijn geleidelijk aan laten doorsijpelen naar de gemeenschap. Alleen dan zullen sporters consistent zijn en een brood kunnen verdienen aan sport. 

Mireille Hoepel
Advertenties