Steven Cotinho, directeur De Surinaamsche Bank. (Foto: René Gompers)
“Fikken af
van ons spaargeld.”
“He, Jules,
hou het netjes. Zeg: handen af van ons…”
“Neks
‘handen af’, als een stel gejaste en gedaste rovers, die liegen dat het uit al
hun lichaamsopeningen komt, als zo een boevenbende op welke manier dan ook
zonder mijn medeweten, zonder mijn toestemming, mijn zuurverdiend spaargeld
komt jatten, heb je geen handen of vingers, maar fikken.”
“Rustig,
Jules, denk aan je drukbloed, suiker, gal en zout. En straks gaan ze ook de
muilkorfwetten uit de koloniale tijd op je toepassen.”
“Ik sta niet
als die kortsluiting-jongen even na zeven met een schiettuig te dreigen naar de
president op m’n FB-pagina.”
“Stommeling!
Die brengt onze vrijheid van meningsuiting gewoon in gevaar, maar om hem, al is
het tijdelijk, op te sluiten…, jeetje, helemaal gouverneur Kielstra-style.”
“Ai, die
liet het statenlid Wim Bosch Verschuur tijdens de Tweede Wereldoorlog wegens
kritiek te Copieweg opsluiten.”
“Blijf af
van Steven! We want Steven!”
“Jeetje
Sjaak, wat is er met je? Je komt zo leuzen scanderend hier binnenlopen.”
“Ik kom net
van het pleintje bij de DSB, ja mang, eindelijk komt een beetjemiddenklasse krachtig op, niet met oeverloze
rechtszaken of eentonig schelden op Bouta.”
“Dan wat was
er zo geweldig daar bij het DSB-hoofdkantoor?”
“Daar sprak
een jonge en gemotiveerde bankdirecteur. ‘Het gaat niet om mij, zei hij vrij,
maar om het personeel, om de bank, om het volk. Deze rotzooi moet nou eens
ophouden.”
“Dat is
mannentaal, geen taal van bangeriken, kruiperige strooplikkers, bobboh’s, die
ter wille van het veiligstellen van hun belangen, maar meedoen met de
plunderbende.”
“Mijn paarse
regering doet iets goeds; ze gebruikt ongebruikte tegoeden van de bourgeoisie,
van de gegoede middenklasse, om voor het arme, pinarende volk uien en
aardappelen aan te schaffen en nog veel meer te doen.”
“Ha, ha,
Aloe Baba en de veertig Uienrovers.”
“Jullie
houden ervan om een grap van serieuze zaken te maken.”
“Hou die
domme massa maar zoet, ja, met brood met andermans kastegoeden.”
“Maar Steven
zei wel eerlijk dat de RvC van de bank, waar hij vanochtend ter vergadering
ging, hem vanaf dag 1 heeft ondersteund in zijn fight tegen de hebberigheid van
de CBvS.”
“Tijdens
Bosje werd een buitenlandse bank alhier ook gedwongen om zijn valutategoeden af
te staan aan de plundermachine. Toen de bankdirecteur pertinent weigerde, werd
de vergunning van de bank ingetrokken. Tot uit het buitenland moest een
banktopper komen om de zaak in het reine te brengen.”
“Maar Steven
zei zelf dat hij in het vervolg z’n toon moest matigen en z’n woorden beter
moest kiezen.”
“Maar opeens
wist niemand wie hem wilde ontslaan.”
“Dus je wil
me zeggen dat dat bericht in Times van zaterdag fake news was? Ik denk dat het
anders was gelopen als het DSB-personeel niet zo snel en zo ferm had
gereageerd.”
“Ik walg
vaak van die klokkenluiderige dingen van Azzizdaarkoemaar, maar deze keer was
hij goed, vrij vertaald: VeePee e lee plus a las’ing.”
“Jeetje, ja,
wat een onsmakelijke vertoning was dat daar in Wanica bij de uitreiking van die
Bereidverklaringen voor een bouwkavel. Weet je dat velen nog steeds denken dat
dát al hun Toewijzingsbeschikking is?”
“En wat was
er zo onsmakelijk aan als arme mensen eindelijk een Bereidverklaring voor een
bouwkavel krijgen?”
“Dat er een
hoop paarse politieke propaganda ervan wordt gemaakt, terwijl het een
overheidsgebeuren is, geen politiek gebeuren.”
“Maar de
Groenen en de Oranjes deden dat ook in het verleden.”
“Ook toen
was het onkies, nu ook. En dan komt de voorzitter van de ministerraad daar
mensen die kritiek hebben op die diefstal van de kasreserve ‘halfhoofden’
noemen. Gejuich bij die leeghoofdige vlaggenwappers van hem aldaar, maar is dat
zijn niveau geworden?”
“Welk
niveau bedoel je?”
“De man
heeft het over kasreserve, spreekt dat woord ook zo denigrerend uit, terwijl
n’a mi spaarmoni de drape, dan zegt hij wel eerlijk en doodleuk dat de overheid
zich niet aan de afspraak heeft gehouden om dat geparkeerd geld samen met de
banken te investeren, met andere woorden: dat geld van burgers is door onze
overheid eigenhandig, eigenmachtig, eigendunkelijk, eigengereid besteed, o.a.
aan het betalen van de uien- en aardappelen import.”
“Dan zegt
hij: rustig, rustig, er komt morgen of overmorgen een verklaring van de
regering. Hij is zeker geschrokken van die commotie door die ‘halfhoofdige
mensen’ die het volk opjutten.”
“Dan zal die
geweldige regeringsverklaring van’em zeker vol leeghoofdige leugens,
kwarthoofdige verzinsels en heelhoofdige verdraaiingen zitten. Niemand gelooft
ze daarom meer.”
“En voor wie
brengen ze die verklaring? Voor hun dommemassa-aanhang? Die gelooft toch alles
van hun. Voor ons halfheelhoofden? Wij geloven toch niets meer van hun.”
“He, rustig
aan, noem mensen geen domme massa; mijn mensen kunnen tenminste het volkslied
zingen.”
“Maar Borry
Rebenstein kon daar bij de bank tenminste voor een kleine geluidsversterking
hebben gezorgd, zo een hand-luidspreker die op batterijen gaat.”
“En z’n pet
afdoen, zo op de zondagochtend.”
“Dat fu den
paars man fu mi. Als het om iets van ons ging, was er daar al om zeven uur op
de zondagochtend een geluidsinstallatie, getest en al, en was alles met paars
versierd en grote posters met duidelijke leuzen geplakt en stond een zangkoor
te oefenen.”
“En hadden
vrouwen daar zeker ook een nachtwake gehouden, ja toch?”
“Ach, ik
stoor me niet aan je spotternijen. Den sma fu mi sab’orga, ab discipline, ab…”
“Den
ab app, so beb tapa web, sondro rep en step. Wacht maar,
die koers van de euro is al boven de 9, met die van de US in sem kielzog.”
“M’o
sakaaaah koers, nanga mi moffooooh, soh kooooh.”
“Leuter
niet, de grootste koersdaling van onze munt was tijdens het bewind van jouw
Groene Ronald von Para en z’n Nul-optie.”
“Maar toen
pinaarde iedereen: arm, rijk en middenklasse.”
“Maar
tenminste hadden we laatst een veel gevuldere tent daar op Domburg dan met die
vrouwen op hoge hakken, vanochtend daar bij de DSB. En kijk wat we de
districtsmensen brachten: ontwikkelingsprojecten, verbetering van de weg naar
Highway…”
“Ja, en een
hoop beloften voor na 25 mei, dus stem op ons dat we terugkomen. Jeetje, wat
goedkoop.”
“En pas na
10 jaren beleid en ‘belijd’, zonder tijd ten spijt, weten jullie opeens waar
deze mensen behoefte aan hebben?”
“Wacht, ik
ga straks naar dat Kringengesprek luisteren. Steven is ook daar. Gelukkig is er
weer rust in de Dee-Es-Bee-tent.”
“En een
jonge, krachtige directeur weet zich nu gesteund door zijn personeel, de RvC en
zijn grote schare klanten. Proost daarop.”