Column: De dam
08 Jan 2020, 00:59
foto
De Afobakadam is per 1 januari in handen gekomen van Suriname. Het voortraject laat een bittere nasmaak achter. (Foto: René Gompers)


Als een transnationaal bedrijf - al dan niet voorlopig - afscheid neemt van een land waar ze ruim 100 jaar werkzaam is geweest dan is dat memorabel. Nog memorabeler zou dat zijn als het volk, dat in al die jaren vele vruchten geplukt heeft van de aanwezigheid van deze transnational in harmonie afscheid zou kunnen nemen en het vertrek in consensus zou kunnen afwikkelen. Maar, neen. Het begon reeds met de aankondiging dat Alcoa haar werkzaamheden in Suriname formeel zou beëindigen. Deze mededeling werd door Chandrikapersad Santokhi, fractieleider van de oppositionele VHP gedaan, kort vóór de verkiezingen van 2015. 

De wijze waarop Cliff Limburg, hoofd van de regeringsvoorlichting – tijdens zijn Bakana Tori  – meende het parlementslid Santokhi van repliek te moeten dienen, bezorgde menig fatsoenlijk mens rillingen over het lichaam. Gedurende een aantal dagen moest de heer Santokhi middels “Kot’ odo”, en liederen met de strekking  “you are a lyer” het ontgelden. “Alcoa gaat gewoon door met Suriname!” was het response van regeringswege. Pas na de verkiezingen vond de regering het opportune om toe te geven dat de mededeling van de heer Santokhi op waarheid berust. Voor zover mij bekend zijn er publiekelijk nooit verontschuldigingen aangeboden voor de valse beschuldiging aan het adres van Santokhi. 

Een onderhandelingscommissie werd door de regering samengesteld. Van vele kanten werden twijfels uitgesproken over de deskundigheid van de leden en/of mogelijke belangenverstrengeling. Een Memorandum of Understanding (MoU) bereikt door deze commissie werd door ons parlement collegebreed verworpen. Alle leden van dit college begrepen toen nog wat de gevolgen voor hen en hun nageslacht zouden kunnen zijn bij het vertrek van Alcoa zonder een goede overeenkomst. Maar de regering ging schouderophalend voorbij aan het oordeel van het parlement. Uiteindelijk werd de bedisselde deal door het parlement aangenomen door een vlinder dunne meerderheid van 29 voor, terwijl 13 leden weigerde hun stem daaraan te geven. Tekenend voor dat moment was dat de voorzitter van dit college, Jennifer Simons niet alleen vroegtijdig de zaal verliet en er ook voor koos niet aanwezig te zijn bij de stemming.  

Hoewel de onderhandelingen gingen over de Afobaka-dam en de bijbehorende waterkrachtwerken werd op 31 december 2019 met veel babari wereldkundig gemaakt: “De dam is van ons!!!”. Door velen werd gereageerd met: “De dam had allang van ons moeten zijn, en wel zonder de betaling van US$ 111 miljoen, voor de openstaande stroomrekeningen”. Een betaling waarvoor het geld nota bene geleend moest worden. Een deskundige rekende echter uit dat de achterstallige rekening maximaal US$ 66 miljoen zou moeten zijn. 

De regering voelde zich verplicht aan te geven wat ze van plan was met de dam  en mogelijke additionele suggesties aan te horen. Je denkt dan gaat de volkspresident naar DNA, het huis van het volk. Maar gekozen wordt voor een aantal meetings met de politieke partijen uit DNA en andere maatschappelijke groepen. Was het verstandig van de partijen om op deze uitnodiging in te gaan; of moesten ze persisteren dat de president eindelijk weer eens voor wat genoemd wordt een nationale zaak naar het parlement moest gaan, om het nationaal te presenteren? Ik heb heel veel begrip voor de organisaties die voor de uitnodiging van de president bedankt hebben. Zij hebben het democratische recht aan hun zijde. Want als de president de gedachtewisseling in het parlement was aangegaan dan konden wij – als volk - allemaal deelgenoot zijn van de visies en wie wat van deze zo belangrijke zaak vindt. Maar er valt zeker ook wat te zeggen voor de partijen die ingingen op de uitnodiging van de president. Wijselijk – of voorzichtigheidshalve - hebben de meesten er voor gekozen om hun tweede en derde-lijners naar de meeting te sturen.

Het zou namelijk kunnen gebeuren dat voorstellen gedaan door politieke partijen aan de president tijdens deze meetings vanaf verkiezingspodia worden gepresenteerd als voorstellen van de voorzitter van de NDP. Als politieke partijen daartegen zouden protesteren zou als reactie kunnen worden gegeven: “Dat had u toch zelf voorgesteld tijdens mijn hearings”. Het ware dan ook beter geweest dat het hele volk had gehoord welke voorstellen de partijen werkelijk aan de president hebben gedaan. 
Deze dam vormt een verbinding tussen de twee oevers van de Surinamerivier. Helaas in plaats van ons te verbinden scheidt deze dam ons juist. Althans op de wijze zoals die dam in Surinaamse handen kwam. 

Hans Breeveld
Advertenties

Friday 26 April
Thursday 25 April
Wednesday 24 April