Waarom Albert Ramdin geen SG van de OAS werd
11 Jul 2015, 06:22
foto
Ambassadeur Albert Ramdin


Dit weekend tikken de laatste uren weg voor ambassadeur Albert Ramdin als assistent secretaris-generaal van de Organisatie voor Amerikaanse Staten (OAS). Voor een man die deze functie tien jaar lang naar grote tevredenheid van de meeste lidlanden heeft uitgeoefend, leek er geen enkele belemmering te zijn voor de hoogste functie bij de OAS. Een kroon op zijn diplomatieke loopbaan en internationale lof voor Suriname.

Ramdin ambieerde het om secretaris-generaal te worden van de OAS. Hij was overtuigd van groot draagvlak voor zijn kandidatuur. Toch besloot minister Winston Lackin van Buitenlandse Zaken Ramdin niet voor te dragen. Volgens de bewindsman 'lagen de kaarten niet zo goed voor de ambassadeur'. In Midden- en Zuid-Amerika zou er nauwelijks draagvlak voor hem zijn. Niet dit vermeende draagvlak maar geopolitieke overwegingen - misschien ook persoonlijke - zijn er de oorzaak van dat ambassadeur Albert Ramdin huiswaarts keert.

Amnestiewet 2012
De persoonlijke overweging van minister Lackin of de president van Suriname vind ik zeker in het hele proces rond de amnestiewet 2012. Onderdeel hiervan was het verzoek van Lackin aan de OAS om Suriname te helpen met het operationaliseren van een waarheidscommissie na aanname van de amnestiewet in het parlement. De rol van de OAS was bedoeld voor internationaal draagvlak en maatschappelijke acceptatie. De amnestiewet had immers het 8 december strafproces onderuitgehaald. Lackin overhandigde het Surinaamse verzoek persoonlijk aan de secretaris-generaal van de OAS, José Miguel Insulza. Dit gebeurde in de marge van een conferentie in april 2012 in Colombia. Uiteraard werd uit beleefdheid 'alle medewerking' toegezegd.

Een maand later kwam het officiële antwoord van de OAS, nu persoonlijk overhandigd door assistent secretaris-generaal, Albert Ramdin, aan minister Lackin, tijdens een verkenningsmissie in Paramaribo. Natuurlijk willen we technische bijstand verlenen bij het van de grond tillen van een waarheidscommissie, maar dan moet er wel breed draagvlak zijn. Dit was de teneur van het antwoord van de OAS. Dat was nou precies de vinger op de zere plek. Dat brede draagvlak was er niet en kwam er niet. De rol van de OAS ging als een nachtkaars uit. Je zou kunnen stellen dat Ramdin persoonlijk door Lackin gestraft is voor het zich niet blijven inspannen om het Surinaamse verzoek van april 2012 te realiseren.

Unasur voorzitterschap
In februari 2013 - opmerkelijk vroeg op weg naar de OAS verkiezing van twee jaar later - maakt minister Lackin bekend dat Suriname afziet van de voordracht van Ramdin. Kort daarna komt Guyana, kennelijk op instigatie van Suriname, met een voordracht. Guyana's ambassadeur bij de OAS, zal worden voorgedragen als assistent secretaris-generaal. Even later zegt Lackin dat Suriname deze kandidaat steunt. Zo komt een strategische afsluiting van het OAS-dossier en Albert Ramdin. Dat komt Suriname goed uit. De strategie heeft alles te maken met een geopolitieke afweging. Een paar maanden later - in augustus 2013 - wordt Suriname voorzitter van de Unie van Zuid-Amerikaanse Naties (Unasur). Deze unie is door de voormalige Venezolaanse president Hugo Chávez opgericht als tegenhanger van wat hij noemde 'een OAS die door de imperialistische politiek van de Verenigde Staten van Amerika gedomineerd wordt'.

President Bouterse is grote fan van de Bolivariaanse revolutie en wijlen Hugo Chávez was zijn persoonlijke vriend. Als je dan voorzitter van de Unasur bent dan handel je in de geest van je grote politieke voorbeeld. Dan is het verdomd lastig voor Suriname om in de periode van het voorzitterschap van Unasur, ook nog een stevige en kostbare lobby te moeten gaan voeren voor ambassadeur Ramdin. Gaan voor de hoogste OAS-functie zou de diplomatieke banden tussen Suriname en Venezuela behoorlijk kunnen beschadigen. Ook die tussen Suriname en Cuba. Hoewel de diplomatieke relatie tussen Washington en Havanna aan het ontdooien is, is Cuba altijd tegen de OAS geweest en geen actief lid.

Eindresultaat
In het diplomatieke verkeer is spreken zilver en zwijgen goud. Zeker als het gaat om de verkiezing van de hoogste functionarissen van de OAS. Het zilver bleef beperkt tot 'gebrek aan draagvlak in Midden- en Zuid-Amerika' (Lackin) en 'overtuigd van breed draagvlak' (Ramdin). Starnieuws heeft consistent bericht over reacties in de Caricom en in de Surinaamse diaspora vanaf het besluit Ramdin niet voor te dragen tot aan de OAS - verkiezingen toe, afgelopen maart.

Ik heb instemming en verontwaardiging gelezen, inclusief inzichten over te vroeg of te laat pieken met de kandidatuur en verkeerde strategieën in een fijnmazig en ingewikkeld diplomatiek spel. De afloop is bekend. "De rest is history", zei Ramdin in een radio-interview dat ik eind mei met hem had. Ik hoop dat zowel Lackin als Ramdin ooit een eerlijk boekje zullen opendoen over dit OAS-dossier. Ik zie Lackin zijn ministerschap continueren in de regering Bouterse II. Ramdin gun ik van harte een nieuwe diplomatie uitdaging. De website Forum on the future of the Caribbean schrijft: ambassador Albert Ramdin, a citizen of Suriname, has a long and distinguished career in public service at the international, hemispheric, regional and national levels. Daar ben ik trots op.

roy.khemradj@gmail.com
Advertenties