Onderwijsminister Ashwin Adhin wil een 2e termijn en zoekt als DNA-kandidaat voor de NDP mandaat bij het volk. (Foto: Ranu Abhelakh)
Ashwin Adhin heeft begin februari 2015 ‘ja’ gezegd tegen de politiek. Hij wil een tweede termijn als onderwijsminister om zijn projecten af te maken. Zijn partij, de NDP wil dat ook, zegt hij aan Starnieuws. Om te weten of het volk achter hem staat, heeft hij ingestemd op de lijst te komen als DNA-kandidaat.

25 mei is voor hem een meetpunt. “Alhoewel men stelt ‘ik ben kundig’, kun je ook stellen dat er meer kundige personen zijn. Dus als Surinamers vinden dat ik goed presteer en terug moet komen, zeg ik ‘stem dan op mij dan weet ik dat u achter mij staat’. Meten is weten.”

Hij volgt nu de formele structuur: voorkomen op de lijst van de volksvertegenwoordiging en van daaruit opteren voor de ministerspost. Hij erkent de belangrijkheid van het werk in De Nationale Assemblee. “Ik hou van uitdagingen en actief bezig zijn. Hiermee zeg ik niet dat parlementariërs minder actief zijn, maar ik wil in de uitvoering, in de regering om direct resultaten te zien die meetbaar zijn.” Adhin zegt democratisch te willen handelen. “Het is het recht van de kiezers en mijn plicht om draagvlak te zoeken voor het politicus-zijn.”

In 2013 heeft hij het politieke ambt aanvaard uit een technische noodzakelijkheid, niet voor het minister-zijn. Onderwijsdoelen moesten in resultaten worden omgezet. “Het fundament is nu redelijk gelegd en zoek ik nu fiat en mandaat van het volk dat moet aangeven ‘ga verder’.”

Nieuwkomer
Als nieuwkomer binnen de paarse partij wil hij zichzelf ook bewijzen: laten zien wat hij kan en hoe groot zijn draagvlak is. Meten uitgedrukt in stemmen, Adhin lacht, “ik heb geen idee hoeveel dat zal zijn”. Hij staat op de NDP-lijst Paramaribo op nummer zes. “Men zegt dat ik sowieso binnenkom, maar voor mijzelf zeg ik ‘nee, daarvoor ben ik niet op de lijst, evengoed kom ik op nummer 11 voor of helemaal niet. Maar ik wil wel meten.” Hij zal het resultaat dan ook kwalitatief beoordelen. Als hij het resultaat heeft gezien, zegt hij dan “dit is de realiteit. Dit is wat mensen van mij vinden”.

De keuze voor de NDP baseert Adhin op twee overwegingen. De politieke rol heeft hij zich in de afgelopen twee jaar eigen kunnen maken en ziet hij een duidelijke visie en pluraliteit binnen de partij. Hij heeft de partijstatuten geanalyseerd. “De politiek bestuurlijke verandering, educatieve en economische vernieuwing, zijn typische zaken die mij aanspreken, het vernieuwend denken.” Hij heeft ook andere partijprogramma’s gelezen. In het parlement heeft hij verschillende visies van de coalitie en oppositie aangehoord. Hij is nagegaan in hoeverre deze overeenkomen met de realiteit die men uitvoert. “Dus ik kon mij eigenlijk al heel snel vinden bij de NDP.”

Multi-etnische samenstelling
Hij ontkent niet dat de NDP hem gekandideerd heeft om het partijdraagvlak te verbreden en stemmen te trekken. “Zo werkt het nu eenmaal in de democratie en de verkiezingen. Men zoekt zeker ook kandidaten die zich bewezen hebben en in de gemeenschap vertrouwen uitstralen.” Hij vindt het bijzonder dat de partij bewust voor een multi-etnische lijstsamenstelling gaat. “Er moet altijd pluraliteit oftewel diversiteit zijn. Je moet een reflectie hebben van je gemeenschap.” Tot zijn verbazing is hij in deze verkiezing niet benaderd door andere partijen, “men dacht waarschijnlijk dat ik al NDP-er was”.

De NDP-kandidaat zegt zijn werk technocratisch en politiek neutraal te blijven doen. Het was, is en blijft zijn voorwaarde. “Nu ben ik partijman en ook al rest ons nog een maandje, men hoeft niet van mij te verwachten dat ik slechts NDP zaken of personen de voorkeur geef.” In het begin hebben partijmensen hem benaderd om “zaken te regelen. Ik gaf hen beleefd aan ‘dien het in en dan zullen wij de kwalificaties en ervaring bekijken’, en daar stuitte het vaak natuurlijk.”
Indien een tweede termijn, wil hij doorwerken aan het opzetten van een Suriname National Training Authority. Een organisatie die afstemming pleegt tussen de arbeidsmarkt en het beroepsonderwijs. Verder de vele ingezette curriculum vernieuwingstrajecten afmaken op alle onderwijsniveaus. En als derde prioriteit stelt hij het afronden van de wetgeving voor het basis- en hoger onderwijs.