Volksheld en halfgod Louis van Gaal ziet zich dezer dagen geplaatst voor een dilemma. Beschikt Costa Rica over een team aan ijzersterke voetballers of speelden achtereenvolgens Uruguay, Italië, Engeland en Griekenland nou zo beroerd?
Voetbal is een sport van momenten en Van Gaal een coach die het toeval probeert uit te sluiten. Hij weet heel precies dat de krachtsverhoudingen in het internationale voetbal uiterst relatief zijn. En die FIFA-ranglijst zegt ook niet alles, zoals ik laatst op Starnieuws heb gelezen.
Neem nou de kwalificatie voor het vorige WK in Zuid-Afrika. Daarin werd het Surinaams elftal in het najaar van 2008 uitgeschakeld. Heel verrassend was dat niet maar natio deed het achteraf gezien helemaal niet zo gek. Na twee overwinningen op aartsrivaal Guyana kwam Suriname al verder dan het thuisfront voor mogelijk had gehouden. Het plaatste zich voor de derde kwalificatieronde waarin het uitkwam tegen Haïti, El Salvador en, inderdaad, Costa Rica.
Suriname verloor beide wedstrijden tegen de Midden-Amerikanen. Uit in San José werd het liefst 7-0 en de return in het AK-stadion eindigde in een 4-1 nederlaag, ondanks een fraaie aansluitingstreffer van Clifton Sandvliet, kort na rust. Onder de overige doelpuntenmakers schaarde zich ook ene Bryan Ruiz, die later furore zou maken bij FC Twente en deze weken als WK-vedette over het veld loopt. Joel Campbell, de huidige spits van Los Ticos, was toen zestien en droomde nog van voetbalplaatjes. In de basis stond wel Celso Borges, de huidige spelmaker van ‘Los Ticos’.
Die 7-0 was een afstraffing, in cijfers althans. Natuurlijk waren de Costaricaanse profs beter dan de Surinaamse amateurs maar de grote uitslag was vooral het gevolg van gebrek aan ervaring en de onnozele tweede gele kaart van Rinaldo Lupson, vlak voor rust. Omdat hij geregeld voorbij werd gelopen en zich gemakkelijk liet provoceren, had coach Kenneth Jaliens de linksback misschien beter naar de kant kunnen halen. Maar da’s achteraf praten en ik was weliswaar getuige op de tribune maar zat bovendien zeker honderd meter bij Jaliens vandaan.
In plaats daarvan moest Suriname verder met tien man. Aanvaller Gary Sordjo, die in het eerste half uur nog een paar keer gevaarlijk was doorgebroken, werd gewisseld voor verdediger Hesron Jeroe. Werd Suriname vervolgens weggespeeld? Nee. De laatste vier goals vielen in de laatste tien minuten. Oorzaak: vermoeidheid. Captain Marlon Felter strompelde met kramp naar de kant waarna doelman Ronny Aloema plotseling van alle kanten aanvallers voor zijn doel zag opduiken.
Costa Rica won vervolgens de kwalificatiepoule en eindigde een half jaar later als vierde in de eindgroep van de Concacaf, achter de VS, Mexico en Honduras. Er volgde een playoff tegen Uruguay. Eerst werd thuis met 2-1 verloren, de return in Montevideo draaide uit op een 1-1 gelijkspel. Uruguay plaatste zich voor het eindtoernooi waarin het pas in de halve finale werd uitgeschakeld door, inderdaad, Nederland.
Van Gaal weet nu genoeg. In Costa Rica kunnen ze heel aardig tegen een bal trappen, zo bleek niet alleen in de aanloop naar het vorige WK. In 1990, 2002 en 2006 haalde het de eindronde. In de kwalificatie voor dit WK wonnen Ruiz, Borges & co thuis van de VS, Mexico en Honduras, alledrie present in Brazilië. Daar scoort de Concacaf sowieso goed met drie landen bij de laatste zestien en eentje bij de laatste acht.
En what about Suriname? Het gat met de top van de Conacaf is kleiner dan we vaak denken. Ik blijf me in elk geval afvragen wat er zou gebeuren als natio jaarlijks minimaal tien interlands speelt. Als de bondscoach kans ziet een vaste selectie op te bouwen en bij elkaar te houden. Als de SVB drie keer per jaar een trainingskamp belegt. Als de KNVB een keer serieus over de brug komt. Als de volgende regering werk maakt van het voetbal. Als die dubbele nationaliteit echt een keer serieus wordt genomen....
Dan mag Costa Rica in de aanloop naar het WK van 2022 de uitzwaaiwedstrijd in het vernieuwde AK-stadion komen spelen. Of toch liever Oranje met Alex en Maximá op de tribune?
Diederik Samwel