De ministers Soewarto Moestadja en Lamuré Latour in De Nationale Assemblee. (Foto: Ramon Keijzer)
Suriname en Brazilië hebben met een vervolg verdrag hun vriendschappelijke samenwerking op defensie gebied bekrachtigd. Net nieuwe verdrag is al geruime tijd getekend door het zuiderbuurland en worden er al gezamenlijke activiteiten ontplooid.

Met algemene 34 stemmen heeft De Nationale Assemblee vandaag Suriname verbonden aan het verdrag. Zowel het parlement als de regering zijn ervan overtuigd dat hiermee de vriendschappelijk banden met het zuiderbuurland zijn verstevigd. De wet werd verdedigd door minister Lamuré Latour van Defensie. De behandeling werd vlot afgewerkt in drie ronden. De oppositie stemde voor het verdrag.

Brede samenwerking
De basis voor deze samenwerking ligt in een eerdere samenwerkingsovereenkomst tussen de beide landen van 1995. Het basisverdrag is in 1976 gesloten. Het verdrag houdt in het bevorderen van samenwerking op het gebied van onderzoek en ontwikkeling, logistiek, ondersteuning en de aanschaf van defensieproducten en diensten. Verder het uitwisselen van kennis en ervaring op het gebied van operaties, gezamenlijke militaire acties, het delen van ervaring op wetenschappelijk en technologisch gebied.

Gezamenlijke militaire trainingen, educatie, oefeningen en samenwerking op alle gebieden van defensie. In de overeenkomst is verder vastgesteld welke activiteiten er ontplooid zullen worden, wie de kosten draagt bij het uitvoering van de samenwerkingsactiviteiten. Ook is de aansprakelijkheid van beide partijen geregeld.

Veel voordelen
De samenwerking heeft volgens Ricardo Panka (Mega Combinatie/NDP), die voorzitter is van de voorbereidende commissie van deze wet, ook te maken met het lidmaatschap van beide landen in Unasur verband en de integratiepolitiek in de regio. Hij merkte op dat uit de evaluatie van de vorige samenwerkingsovereenkomsten is gebleken dat Suriname enorm veel voordeel heeft hieraan. Niet alleen materieel maar ook educatief. Veel Surinaamse militairen hebben in Brazilië hun opleiding genoten.

Chandrikapersad Santokhi (Nieuw Front/VHP) zei dat de samenwerking met Brazilië geplaatst moet worden in de lijn van de grenslanden politiek. Er moet een goede evaluatie gemaakt worden van de eerdere samenwerking. Hij wees er op dat in de regeringsverklaring en de begroting plannen en activiteiten zijn opgenomen in de samenwerking met Brazilië op niet militair gebied. Hij wilde weten wat de vorderingen daarvan zijn. Een daarvan is bijvoorbeeld de samenwerking in de agrarische sector.
Oppositielid Guno Castelen (Nieuw Front/SPA), noemde het aannemen van de wet, een terechte voortzetting van het beleid van de regering-Venetiaan. Minister Soewarto Moestadja van Binnenlandse Zaken die namens de regering een dankwoord uitbracht aan het parlement, zei dat de impact en waarde van deze overeenkomst niet onderschat moet worden.