Opstelling Staatsolie belemmert ontwikkeling bedrijfsleven

Staatsolie heeft zich sinds de oprichting in 1980 ontwikkeld tot een bedrijf waar vrijwel alle Surinamers trots op zijn. Nu blijkt juist onze eigen Staatsolie, samen met de regering Santokhi zich te verzetten tegen Local Content-wetgeving, terwijl precies dit instrument moet garanderen dat de rest van ons bedrijfsleven sterker kan worden. PALU-voorzitter Jim Hok vraagt zich af waarom de trots van de natie zich zo opstelt. In elk geval zal de PALU bij regeringsdeelname als een van de eerste regeerdaden deze Local Content- en bijbehorende wetten alsnog invoeren.

De recente toekenning van contracten ter waarde van US$ 1,9 miljard aan Saipem en TechnipFMC door TotalEnergies voor de offshore-ontwikkelingen in Blok 58 markeert een historisch moment voor de olie-industrie in Suriname. Deze twee internationale bedrijven zullen verantwoordelijk zijn voor de engineering, procurement, constructie en installatie (EPCI) van essentiële infrastructuur in het veld, waarbij tientallen onderaannemers worden ingeschakeld. Jim Hok stelt dat zonder garanties voor Surinaamse werknemers en bedrijven door het ontbreken van Local Content-wetgeving wij enorme kansen missen om onze economie en arbeidsmarkt te versterken. Bovendien, doordat er geen wet is die verplicht dat aannemers vanuit Suriname moeten opereren is het vrijwel zeker dat landen zoals Trinidad en Tobago en Guyana of zelfs Nigeria de economische voordelen van ondersteunende diensten zullen genieten.

Staatsolie heeft via het zogenaamde ‘Blue Wave Supplier Development Programme’ de Surinaamse zakenwereld geïnformeerd. De verwachtingen zijn daardoor hoog gespannen. Met deze activiteit ontstaat de indruk dat Staatsolie actief bijdraagt aan de ontwikkeling van de locale gemeenschap. Maar, aldus Jim Hok, Staatsolie kent ook de ervaringen in Guyana en andere landen. Zonder een goede Local Content-wet die lokale bedrijven een eerlijke en transparante manier van aanbesteding garandeert, zal dit programma slechts een loze belofte blijken. 

Verder lijkt het programma ook niet echt toegankelijk voor alle Surinamers van Albina tot Nickerie, maar lijkt het zich te beperken tot een kleine kring, mogelijk zelfs van relaties van het Staatsolie management. Maar op termijn zullen zelfs deze geselecteerde deelnemers aan dit programma beseffen dat ze de boot hebben gemist. Ze hebben namelijk geen enkele garantie op opdrachten of langdurige betrokkenheid bij de offshore-projecten. Staatsolie heeft daarop geen of veel te weinig invloed.

Zonder de regering te ontslaan van haar verantwoordelijkheid had Staatsolie, als kenner van de sector de samenleving moeten informeren over de gevolgen van het uitblijven van Local Content-wetgeving. In plaats daarvan propageert uitgerekend directeur Jagesar dat zulk een wetgeving niet nodig of zelfs onwenselijk is. De PALU stelt nadrukkelijk dat Surinaamse bedrijven juist door die wetgeving in de gelegenheid moeten worden gesteld om de nodige technische expertise en locale participatie te ontwikkelen via gerichte training, stages en samenwerking met internationale partners. Het eisen van zulke programma’s had eenvoudigweg een prioriteit moeten zijn in de onderhandelingen met TotalEnergies en andere partners.

Onder de huidige omstandigheden worden Surinaamse ingenieurs en technici niet opgeleid of betrokken bij de ontwikkeling van deze natuurlijke hulpbron, terwijl deze kansen essentieel zijn voor verbetering van de kwaliteit en het niveau van ons bedrijfsleven. Zo gaan ook duizenden banen voor midden- en laaggeschoolde arbeid in sectoren zoals logistiek, transport en constructie naar het buitenland, terwijl de werkloosheid in Suriname hoog blijft. En door het ontbreken van eisen voor kennisoverdracht blijft Suriname afhankelijk van buitenlandse expertise.

De PALU heeft altijd gesteld dat de natuurlijke hulpbronnen eigendom zijn van alle Surinamers. Daarom zal de partij, bij monde van voorzitter, Jim Hok, zich er ook voor inzetten dat alle Surinamers zoveel mogelijk rechtstreeks van deze bijzonder belangrijke olie-ontwikkeling kunnen profiteren. En daarvoor is Local Content-wetgeving dringend nodig. Het is de hoogste tijd dat wij als natie onze leiders ter verantwoording roepen voor hun beslissingen en de weg vrijmaken voor een toekomst waarin de Surinaamse bevolking en ook via onze bedrijven daadwerkelijk profiteren van onze natuurlijke hulpbronnen. Het wordt een van de eerste taken van de PALU in de komende regeerperiode, om daarvoor zorg te dragen. Het is tijd voor radicale verandering.