Joseph Ishmael Khan, voorzitter National Gas Company (NGC) van Trinidad en Tobago.
De National Gas Company (NGC) van Trinidad en Tobago wil een partner zijn voor opkomende aardgasproducenten in de regio, met name in Suriname en Guyana. Nu de wereldwijde energievoorziening verschuift naar brandstoffen met een lager koolstofgehalte, zoals aardgas, waarvan verwacht wordt dat deze zal groeien naarmate de kolen- en zware ruwe olieprijzen dalen, gelooft de voorzitter van NGC, Joseph Ishmael Khan, dat de uitgebreide ervaring van NGC deze buurlanden ten goede kan komen bij de ontwikkeling van hun gasbronnen, zo meldt EnergyNow.

De NGC Group, die actief is in de volledige aardgaswaardeketen, brengt aanzienlijke expertise mee. Zo bieden de dochterondernemingen van NGC vaardigheden in gashandel, engineering en infrastructuuronderhoud, samen met capaciteiten in activa-integriteit en projectmanagement. De Group heeft een geschiedenis van het internationaal exporteren van zijn technische knowhow, en heeft een complex gasinfrastructuurproject in Ghana beheerd, zelfs tijdens de Covid-19-pandemie, meldt EnergyNow. Khan zei dat NGC soortgelijke expertise zou kunnen leveren aan Suriname en Guyana, om hen te helpen hun gaspotentieel te beheren en maximaliseren.

Volgens recente gegevens van energieanalysebedrijf Wood Mackenzie zouden Suriname en Guyana in het komende decennium tot 12 miljoen metrische ton per jaar (MMTPA) vloeibaar aardgas (LNG) kunnen leveren. Dit zou ongeveer 11% bijdragen aan de verwachte 105 MMTPA wereldwijde LNG-aanbod-vraagkloof in 2035, en een kritieke kloof in de verwachte levering opvullen. Volgens WoodMac zijn Guyana's Haimara-cluster en Suriname's Block 52 belangrijke gebieden met naar schatting 13 biljoen kubieke voet gas.

Hoewel beide landen nog steeds hun opties afwegen en nog geen definitieve investeringsbeslissingen hebben genomen, worden er prikkels geïntroduceerd om de groei te bevorderen. Suriname heeft bijvoorbeeld een belastingvoordeel van 10 jaar aangeboden voor gasprojecten, terwijl Guyana gesprekken is begonnen met het in de VS gevestigde Fulcrum LNG voor mogelijke offshore-ontwikkeling.

De nabijheid van Suriname en Guyana tot de Caribische en Zuid-Amerikaanse markten biedt een logistiek voordeel voor LNG-scheepvaart, waardoor ze goed gepositioneerd zijn om de regio te bevoorraden. Het finaliseren van commerciële structuren en gunstige fiscale voorwaarden blijft echter essentieel voor de voortgang van deze projecten.

Khan ziet de betrokkenheid van NGC als een manier om de decennialange gasexpertise van Trinidad en Tobago te delen, wat zowel de opkomende industrieën in Suriname als Guyana ten goede komt en extra inkomsten genereert voor NGC.