Minister Parmanand Sewdien van LVV (rechts) buigt zich over het probleem van het Wayambogebied. Door wateroverlast kunnen landbouwers niet meer planten. (Foto's: LVV)
Landbouwers van het Wayambogebied in het district Saramacca hebben een noodkreet geuit bij minister Parmanand Sewdien van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV). Hun bestaanszekerheid is in gevaar door wateroverlast. De bewindsman heeft een overlegsessie gisteren gehad met de Stichting Afwatering Agrarische velden, onder leiding van Gilbert Knott en diverse betrokken partijen. De minister heeft zijn steun toegezegd.

De stichting is geruime tijd bezig de aandacht van de beleidsmakers te trekken, omdat de toekomst en de bestaanszekerheid van de landbouwers in het Wayambogebied ernstig in gevaar is. Deze eerste overlegsessie tussen deze partijen, is het directe gevolg van de petitie die op 10 februari is overhandigd door de stichting aan president Chan Santokhi.

Tijdens het overleg is de problematiek aan de orde gekomen over het continue onder water lopen van de landbouwpercelen waarbij de stremming van de natuurlijke afvoer waterwegen, door activiteiten van Staatsolie ten grondslag ligt, meldt LVV.

In de Natuurbeheersgebied beschikking van 25 maart 2001 (SB 2002 nr 88) van het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen wordt vermeld dat de aangegeven rode lijn niet mag worden overschreden bij het ontplooien van activiteiten in het gebied. Echter blijkt bij onderzoek, uitgevoerd door D. Noorddam in opdracht van de Staatsolie dat dit staatsbedrijf wel voorbij de rode lijn activiteiten uitvoert. Het gevolg van de stremming in combinatie met de regens en de ligging is een bijna continue overstroming van het gebied waardoor agrarische ontwikkeling onmogelijk is geworden.

Oriëntatie ter plekke na de overlegsessie.

Landbouwers die in het verleden bijvoorbeeld wekelijks 80 bundels tayerblad oogsttes voor de exportmarkt, kunnen dit allang niet meer. De productiegebieden hebben plek moeten maken voor water dat nergens naar toe kan. Indien het gebied wordt voorzien van civieltechnische waterwerken (kanaal, dam, pomphuis etc.) zal de stap worden gezet richting structurele agrarische ontwikkeling van het gebied, de lokale gemeenschap en ontwikkeling van Suriname in zijn geheel middels het waarborgen van een stukje voedselzekerheid en bestaanszekerheid.

De stichting heeft na de overlegsessie plaatsen aangedaan met Landbouw-directeur,  Soedeshchand Jairam, hoofdbeleidsmedewerker Soraya van Dijk-Abdulhak en ressort- en rayonleiders waarbij de ernst van de situatie van nabij is bekeken. Als de situatie ongewijzigd blijft, zal het gebied binnen niet al te lange tijd veranderd zijn in een grote waterpoel alleen maar vanwege de drang naar olie. De stichting gaf aan zeker niet tegen de oliewinning te zijn maar wel tegen de manier van hoe er te werk wordt gegaan. Als partijen, werkzaam in hetzelfde gebied, rekening houden met elkaar bij uitvoering van hun dagelijkse activiteiten, is er een win-win situatie waar uiteindelijk Suriname voordeel aan heeft.

De minister heeft zijn ondersteuning toegezegd. Ondertussen zal intern overleg worden gevoerd welke oplossingsmodellen en strategieën toegepast kunnen worden die bij de eerstvolgende meeting besproken zullen worden voor de aanpak van dit ernstige probleem.