Verzoening vereist erkenning mensenrechten
19 Jul 2016, 19:14
foto


Nationale verzoening staat voor herstel van vertrouwen, na dictatuur en/of burgeroorlog. Suriname heeft na de militaire dictatuur en Binnenlandse Oorlog, belangrijke vooruitgang geboekt op het gebied van verzoening. De ontvoeringen, folteringen en moorden zijn gestopt. Het oorlogsgeweld is gestopt. Zeven vreedzame verkiezingen hebben plaats gehad. Bijna drie decennia kent de republiek een democratische, constitutionele orde. Het land kent weer een pluriforme, redelijk vrije pers. En moedige rechters durven weer ook de machtigsten strafrechtelijk ter verantwoording te roepen. Ongeacht politieke kleur werken Surinamers op allerlei niveau weer samen. Soms lachen wij ook weer samen.

Roepen dat de staatsveiligheid in gevaar is, schrikt niet alleen bonafide investeerders af, het doet geen recht aan de historische inspanningen van Surinamers van alle politieke stromingen, om weer een gemeenschappelijke grond te vinden voor de ontwikkeling van Suriname en het nalaten van een beter land aan de komende generaties. De voltooiing van het proces van nationale verzoening kent echter ook een fundamentele tekortkoming: de erkenning (herstel) van de mensenrechten van de slachtoffers van politicide, oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid. Het recht op leven, het recht op psychische en fysieke integriteit, het recht op recht, dat zijn in internationaal en constitutioneel erkende mensenrechten die zijn geschonden. Vooral het recht op recht wordt tot nu toe geschonden. Berechting van de verantwoordelijken, eerherstel voor de slachtoffers en compensatie van de nabestaanden, zijn de aangewezen stappen die een democratische rechtsstaat moet ondernemen om nationale verzoening te consolideren.

Wraak versus recht
Politicide, oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid zijn internationale misdrijven, schendingen van het internationaal strafrecht. Het zijn de ernstigste uitingen van wraak en rancune, van het aangematigd recht te mogen beslissen over leven of dood van een medemens. Wraak en rancune zijn erop gericht zoveel mogelijk schade aan de andere toe te brengen, bij het tegelijkertijd aan de andere ontzeggen van menselijke waardigheid. Een kenmerk van wraak en rancune is het persoonlijk maken van meningsverschillen. Er wordt niet op de bal, maar op de man gespeeld. Feiten doen er niet meer toe. Als wat gezegd of verzonnen wordt, de andere maar beschadigt. De taal van wraak en rancune heet laster. Zo werden, zonder spoor van bewijs, de zestien slachtoffers van 8 december 1982 (ook Fred Derby was slachtoffer), tot handlangers van de CIA gebombardeerd. Zonder vorm van proces werden vijftien voormannen van de Surinaamse democratische beweging in het Fort Zeelandia doodgeschoten door de militaire dictatuur, in vredestijd.

Heel anders is het gesteld met het recht. In het recht wordt uitgegaan van de rechtmatige wet, die voor allen, zonder aanziens des persoons geldt. Niet de willekeur en laster, maar transparant en rechtmatig onderzoek naar feiten en omstandigheden, vormen de grondslag van de besluitvorming. Alle betrokken partijen, ook verdachten, kunnen daarbij hun grondrecht op recht doen gelden. Anders dan bij wraak en rancune, is het oogmerk niet deze of gene te beschadigen, maar de maatschappelijke, democratisch overeengekomen, norm te handhaven. Van die normatieve functie gaat ook een preventieve werking uit. Straffeloosheid daarentegen moedigt recidief aan, het opent juist de deur voor wraak en rancune, en voor andere misdrijven zoals megacorruptie. Gerechtigheid bevordert normbesef en consolideert de maatschappelijke vrede. Het staat niet haaks op nationale verzoening, maar vormt daar een essentieel bestanddeel van.

Amnestie versus verzoening
Mijn column 'Amnestie of gerechtigheid?' (1) van 26 juni 1992, mocht van de toenmalige hoofdredactie van de Ware Tijd, die pro-amnestiewet was, niet worden gepubliceerd. In die column keerde ik mij, evenals de mensenrechtenorganisaties, tegen de in aantocht zijnde amnestiewet van augustus 1992. Ik schreef: 'Amnestie denkt door uitverkoop van het recht, rust te kunnen verwerven. Maar zij verwart rust met apathie. Zij vergeet dat onrecht zo stil is als kruit. Amnestie schuift, evenals alle andere vormen van gemakzucht, het probleem voor zich uit. ..Zij lost het probleem niet op, maar sluit slechts onze ogen. Zij stuurt ons blind de toekomst in.' Toen de redactie, ook nadat ik de column voor de tweede keer indiende, plaatsing weigerde, stopte ik met mijn column voor die krant (2). Mijn afwijzing van de amnestiewet van 1992 was principieel.

Twintig jaren later was mijn verontwaardiging over de zelfamnestiewet van 2012, evenals voor de duizenden demonstrerende Surinamers in Paramaribo en Amsterdam, nog groter. Immers, anders dan in de amnestiewet van 1992, kwamen nu ook ernstige misdrijven als moord en folter onder de amnestiewet te vallen. De feitelijke straffeloosheid voor moord en folter werd wettelijk gesanctioneerd. De president had als medewetgever met de zelfamnestiewet ingegrepen in het lopende 8 december strafproces, waarin hij zelf hoofdverdachte was. De voormalige leider van het Junglecommando (JC) die in 2010, met een demonstratieve podiumbrasa met de president-hoofdverdachte 'nationale verzoening' hielp proclameren, tekende voor de zelfamnestiewet. Maar niet nadat hij, in de politieke koehandel, de massaslachting van dorpelingen van Moi Wana door een legereenheid, van amnestie uitgesloten kreeg.

Waarom slachtoffers en nabestaanden van dat misdrijf tijdens de Binnenlandse Oorlog het recht op recht niet werd ontzegd, en expliciet de slachtoffers en nabestaanden van 8 december 1982 wel, bleef uiteraard officieel onderwerp van verhulling. Maar terwijl de JC leider nog wat voor de mensen waarmee hij zich verwant voelde, binnensleepte, was de president-hoofdverdachte slechts gepreoccupeerd met zijn persoonlijke belang. Hij vergat het recht op recht van de militairen die slachtoffer werden van oorlogsmisdrijven en hun nabestaanden. Zo kon het gebeuren dat hij bijvoorbeeld met zijn zelfamnestiewet, amnestie verleende aan de verantwoordelijken voor de onthoofding van een gevangen genomen militair, een ernstig, internationaal oorlogsmisdrijf. Ondanks de amnestiewet van 1992, bleef vervolging voor moord immers mogelijk. De zelfamnestiewet was het die ook in de Binnenlandse Oorlog voor moord en folter amnestie verleende. Onvoorwaardelijk amnestie is voor de slachtoffers en nabestaanden de trap na, het is de blijvende schending van hun internationaal recht op recht, het brengt duurzaam moreel leed toe. Onvoorwaardelijke amnestie ondermijnt de nationale verzoening en bevordert het internationaal isolement van Suriname.

Geweld versus compassie
De luidruchtigheid van geweld, maakt het nog niet representatief, laat staan moreel overtuigend. Het is een voorbeeld van karikaturaal denken om de politieke deals tussen de warlords van de Binnenlandse Oorlog, al dan niet regulier, gelijk te stellen aan nationale verzoening. Die warlords hebben elkaar, op kosten van de grondrechten van slachtoffers en nabestaanden, omhelst in de zelfamnestiewet. In mijn geschriften heb ik niet alleen de militaire dictatuur, maar ook de warlords van de Binnenlandse Oorlog, aan humanitaire kritiek onderworpen, en dat vanaf het prille begin. Niet wapengeweld maar de vreedzame, democratische strijd zou vrede, vrijheid en sociale vooruitgang brengen. Niet het JC, maar de Grote Bauxietstaking van 1983/84 had de poort naar de democratisering geopend. In mijn essaybundel Wraak der Wijsheid schreef ik over het JC en haar supporters:

'In 1986 was Ronnie Brunswijk, een ontevreden lijfwacht van Bouterse, in Oost-Suriname een guerrilla begonnen. Brunswijk was een avonturier en politiek onbenul, maar aangemoedigd door een aantal Surinaamse 'verzetsleiders' in Nederlandse ballingschap werd hij Bevelhebber van het Junglecommando en geromanticeerd 'voorvechter van de democratie.' Ook door enkele Nederlandse parlementariërs zou hem als man van het democratisch verzet in Suriname de hand worden geschud. .. Het ging om meer dan een politieke machtsstrijd. In 1986 was legerofficier Etienne Boerenveen, de tweede man van het leger, in Miami veroordeeld voor een poging tot cocaïnesmokkel. Hij zou bereid zijn Suriname als doorvoerhaven in te zetten voor de Zuid-Amerikaanse drugsexport naar de Verenigde Staten. Bouterse kon niet meer reizen naar de Verenigde Staten.' (3) Zowel Bouterse als Brunswijk zouden in het buitenland voor drugshandel worden veroordeeld. De wetteloosheid en bandeloosheid van burgeroorlog, was voor de warlords ook een gunstige voedingsbodem hun alleenheerschappij in eigen gebied, te vertalen in persoonlijke goud- en houtrijkdom. Onvoorwaardelijke amnestie reflecteert de zelfzucht van de verantwoordelijken voor politicide, oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid. Verzoening daarentegen vraagt compassie met de slachtoffers en nabestaanden, het vereist erkenning van hun mensenrechten, inclusief hun recht op recht.

Theo Para


1. Belogen land, Theo Para, essaybundel, Paramaribo, 1996
2. Idem
3. Wraak der wijsheid. Het verlangen van Suriname. Theo Para. De Bezige Bij, Amsterdam, 1998
Advertenties

Monday 29 April
Sunday 28 April
Saturday 27 April
Friday 26 April