Proeve: Staat moet liever niet meedoen in Merian-goudmijn
04 Aug 2014, 00:00
foto
Sigmund Proeve, voorzitter Surinaamse Bankiers Vereniging tevens directeur DSB Bank.


De voorzitter van de Surinaamse Bankiers Vereniging tevens directeur van De Surinaamsche Bank (DSB), Sigmund Proeve, vindt dat de Staat Suriname liever niet moet deelnemen in de Merian-goudmijn. Suriname heeft een optie van 25%. Hiervoor is ongeveer US$ 300 miljoen nodig. Bovendien is de Staat een stille vennoot en heeft daardoor niks in te brengen in het beleid. Proeve vindt het heel belangrijk voor het land dat de Amerikaanse mijnbouwgigant investeert in Suriname. Dit is goed voor de economische ontwikkeling en de werkgelegenheid. Het gaat om een investering van US$ 1 miljard.

Proeve zei zondag in het radioprogramma Welingelichte Kringen op ABC dat de overheid faciliterend moet zijn en controle uit moet oefenen. Het is volgens hem niet nodig om alle risico's te nemen door ook deel te nemen in de goudmijn in oost-Suriname. Volgens de bankier kan ook de mogelijkheid bekeken worden dat particulieren en andere bedrijven de 25% optie invullen. Proeve gaf aan dat de US$ 300 miljoen in het buitenland geleend zal worden. De (elf) lokale banken zijn hier niet bij betrokken. Zo een groot bedrag kan ook niet worden opgebracht door lokale financieringsinstellingen.

De voorzitter van de Surinaamse Bankiers Vereniging vindt dat er een prudent monetair beleid wordt gevoerd. Er zijn regelmatig bijeenkomsten tussen de vereniging en de president van de Centrale Bank van Suriname, Gillmore Hoefdraad. Een zorgpunt bij Proeve is wel dat het Spaar- en Stablistatiefonds opgezet moet worden om in moeilijke tijden de economie op te kunnen vangen. De ontwerpwet was in behandeling in De Nationale Assemblee, maar er was in de coalitie verschil van inzicht over de invulling. De regering heeft de ontwerpwet teruggenomen. Proeve wees er net als de panelleden Cor Pigot, Hugo Essed en Danny Lo Fo Sang op dat investeren in mijnbouw niet duurzaam is, hoewel het nieuws over Newmont bijzonder wordt verwelkomd. Daarom moet geld opzij gezet worden en er moet geïnvesteerd worden in duurzame sectoren. Naast onderwijs en volksgezondheid is investeren in agrarische projecten een noodzaak.
Advertenties