Column: Het moeilijkste besluit in mijn leven
22 Mar 2012, 20:10
foto
De 'groene' tafel van de krijgsraad te Boxel, waar het 8 december strafproces wordt gehouden.


Ik heb er wakker van gelegen. Het voorstel tot amnestie. Alles in mij verzet zich tegen dat voorstel. Ik vind het de ultieme politieke goocheltruc. Het heeft absoluut niets te maken met moraliteit. Het is geen voorstel dat voortkomt uit een moreel besluit van slachtoffers die de moeilijke stap nemen om hun daders te vergeven. Het is een politiek voorstel dat voortkomt uit politieke motieven, niet uit morele.
Dit voorstel raakt me diep. Het dwingt me om tot de bodem te gaan en me de vragen te stellen, die ik vooruitgeschoven heb, omdat dat gemakkelijker was.

De eerste vraag die ik me stel is: wat wil ik uiteindelijk als iemand wiens broer vermoord is op 8 december?
Wil ik wraak?
In alle eerlijkheid zeg ik: “Ja, dat is mijn primaire reactie.” Ik wil dat degene die verantwoordelijk is voor de moord op mijn broer, moet boeten voor die moord. Het liefst wil ik dat die persoon de doodstraf krijgt.
Maar eigenlijk schaam ik me voor die instinctieve primaire reactie. Waarom? Omdat ik mijn gevoelens en moreel besef niet wil laten leiden door primaire reacties. Ik wil als beschaafd mens boven dat gevoel uitstijgen van “oog om oog, tand om tand.” Ik heb vaker de uitspraak van Mahatma Gandhi gelezen: “oog om oog maak de hele wereld blind”, maar heb me nooit gerealiseerd hoe moeilijk het is om daar inhoud aan te geven. Nu wel. Het betekent dat je boven die primaire gevoelens moet uitstijgen.

Maar als ik uiteindelijk geen wraak wil, wat is het dan dat me dat gevoel geeft van gerechtigheid? Wat wil ik nou uiteindelijk hebben om dat gevoel te bevredigen. Het antwoord is voor mij eenvoudig: de waarheid.
Ik zit met vragen die ik beantwoord wil hebben. Heel wat vragen kan ik zelf beantwoorden.
Waarom hebben de decembermoorden plaatsgevonden? Het was geen crime of passion. Het was geen roofmoord, waarbij mensen hun huisraad werd meegenomen. Het waren politieke moorden. Het was onderdeel van een politiek proces, dat ik kan analyseren. Ik kan begrijpen hoe die processen in elkaar steken.
Maar wat ik niet kan begrijpen en wat ik niet weet zijn zaken als: hoe is de samenstelling van de lijst van 8 december tot stand gekomen? Wie hebben dat besluit genomen? Wat was hun overweging om mijn broer op die lijst te zetten? Hoe hebben ze de moord georganiseerd? Wie waren de planners en wie waren de uitvoerders. Waarom hebben ze gekozen voor marteling van John, voor het kapot slaan van zijn gezicht en zijn lichaam?
Ik wil weten wat zich die nacht heeft afgespeeld in Fort Zeelandia. Ik wil dat horen, niet van getuigen die het gezien hebben, maar van de mensen die direct verantwoordelijk waren voor deze actie.

En wat doe ik dan met deze kennis? Het brengt mijn broer niet tot leven. Het maakt 30 jaar verdriet en pijn niet goed. Maar er is een gezegde dat hier geldt: de waarheid maakt je vrij. De waarheid stelt me in staat om die gevoelens van wraak achter me te laten. Om het hoofdstuk van decembermoorden af te sluiten.
Betekent dat ik vind dat de daders, de verantwoordelijken, uiteindelijk vrijuit mogen gaan? Het antwoord is pijnlijk. Ik herkende het in de film “Red Dust” uit 2004. Die film gaat over een zwarte activist Alex Mpondo, die tijdens de apartheid gemarteld is geweest door de politieofficier Dirk Hendriks. Na de val van de apartheid had Nelson Mandela de Waarheidscommissie ingesteld om het probleem van mensenrechtenschendingen, die nauw verbonden waren met politieke processen, op te lossen.
Mandela koos voor de benadering waarbij de daders en slachtoffers uitgenodigd werden om een getuigenis af te leggen over de misdaden die gepleegd zijn. Het doel was tweeledig: de waarheid boven tafel krijgen, omdat dat voor de nabestaanden van cruciaal belang is. En de daders kregen amnestie, werden niet meer vervolgd voor hun misdaden en konden verder gaan met hun leven.
Alex Mpondo was geschokt toen hij hoorde dat Dirk Hendricks, degene die hem gemarteld had en die zijn vrienden had vermoord, het verzoek had gedaan bij de waarheidscommissie om een getuigenis af te leggen en in ruil daarvoor amnestie te krijgen. Die schok was intens groot en druiste in tegen al zijn gevoelens van gerechtigheid. De film schetst de dilemma’s van de activist en de gehele Zuid-Afrikaanse samenleving bij deze oplossing.
Maar Mandela zag iets dat ook wij onder ogen moeten durven te zien: wil je een samenleving tot het einde der dagen opschepen met polariserende gevoelens van wraak met als gevaar dat je permanente instabiliteit schept of kun je ook boven die primaire gevoelens stijgen en een morele oplossing kiezen voor politieke problemen? Alles heeft zijn prijs. Voor mij als persoon is amnestie een zware en bittere pil om te slikken. Maar ik geloof echt in het gezegde: de waarheid maakt je vrij.

Hoe moeten wij nu verder? Ik ben voorstander geworden – ik was het niet altijd – van een politieke en morele oplossing van de Decembermoorden, en niet van een juridische oplossing. Ik vind de Decembermoorden een loden last die drukt niet alleen op mijn schouders, maar op de schouders van mijn generatie en daarbuiten.
De morele en politieke oplossing die ik nu voorstel is de methode van Mandela: de waarheid maakt je vrij. Ik vind dat in een amnestie-benadering die twee zaken aan elkaar gekoppeld moeten worden binnen de amnestie wet die daardoor wordt een wet op de waarheidscommissie.
Hoe?

Ten eerste, de amnestiewet zou moeten bepalen dat een persoon pas amnestie krijgt als hij of zij voor de waarheidscommissie is verschenen en een getuigenis heeft afgelegd.
M.a.w. de wet zelf verleent geen amnestie. Die autoriteit wordt gedelegeerd naar de waarheidscommissie. Die commissie bestaat niet uit politici, maar uit mensen vanuit diverse geledingen in de samenleving met een morele autoriteit.
De commissie roept de daders en slachtoffers op om te getuigen. Als de daders niet verschijnen, dan verspelen ze daarmee hun recht op amnestie.

Ten tweede, het getuigenis is openbaar. Iedereen kan de bijeenkomsten bijwonen waarin de daders getuigenis afleggen en de slachtoffers en andere betrokkenen hun vragen kunnen stellen om de waarheid naar boven te halen.

Ten derde, na het getuigenis besluit de waarheidscommissie dat inderdaad de waarheid is uitgesproken en verleent amnestie aan de daders. Voor de slachtoffers is dat een bittere pil, maar dat is dan onderdeel van het proces van waarheidsvinding.

Wat kunnen de maatschappelijke effecten zijn van een wet waarin niet mensen apriori amnestie krijgen, maar deze gekoppeld is aan een getuigenis voor een waarheidscommissie?

Ten eerste, er komt erkenning van het feit dat er een misdaad is gepleegd. Amnestie wordt niet gegeven aan slachtoffers, maar aan daders.

Ten tweede, er komt een maatschappelijke discussie over 8 december, die breed gevoerd mag en moet worden. Die discussie is steeds onderdrukt geweest. De rechtbank is niet de plaats om die maatschappelijke discussie te voeren. De waarheidscommissie creëert dat platform.

Ten derde, er wordt voorkomen dat straks een wet door het parlement gaat die mensen apriori amnestie verleent, terwijl er ook bij de coalitie mensen zijn die een wet zouden steunen die niet apriori mensen amnestie geeft en deze willen koppelen aan een waarheidscommissie.

Het is zwaar en bitter om op dit punt te belanden. Het wordt nog zwaarder en intens bitter om voorbij dit punt te gaan en te zien dat er een amnestiewet wordt aangenomen waar mensen zonder enige getuigenis vrijgesproken worden voor hun misdaden.


Sandew Hira
De column van Sandew Hira van a.s. maandag is vervroegd gepubliceerd.
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May