UN in Suriname: Soms zijn wij ook genderblind
22 Mar 2012, 06:30
foto
Marcia de Castro, VN-vertegenwoordiger. (Foto: Projekta/Martin Redjodikromo )


“Soms zijn wij ook genderblind”, stelde Marcia de Castro, VN-vertegenwoordiger voor Suriname, Trinidad, Aruba en de Nederlandse Antillen. Zij deed deze uitspraak bij de openbare discussie “De VN-Suriname samenwerking en haar impact op gendergelijkheid”, die op 19 maart werd georganiseerd door Projekta. De VN toonde op verschillende momenten tijdens de avond de durf om de hand in eigen boezem te steken en kritisch naar haar eigen functioneren te kijken.

Projekta organiseerde deze discussie in verband met de Maart van de Vrouw, een maandlang focus op de maatschappelijke positie van vrouwen in Suriname. Deze tweede editie van de Maart van de Vrouw staat in het teken van het CEDAW verdrag (Conventie voor de Eliminatie van alle vormen van discriminatie tegen vrouwen) en de vooruitgang die Suriname heeft geboekt in het nakomen van haar internationale verplichtingen op het gebied van vrouwenrechten en gendergelijkheid.

Projecten
In inleidingen van de Castro en andere VN-vertegenwoordigers werden in de goed gevulde zaal van het Lalla Rookh diverse VN-initiatieven in Suriname kort toegelicht, zoals een programma voor het bevorderen van de toegang van vrouwen tot rechtshulp, een initiatief voor management van chemische stoffen, en een ondersteuningsprogramma voor school mapping in het binnenland van Suriname. Al deze vraagstukken hebben aspecten van genderongelijkheid, en met deze verhalen trachtte de VN te illustreren hoe zij denken bij te dragen aan het opheffen van ongelijkheid.

Maar deze incidentele projecten zijn nog niet genoeg. De VN beseft dat zij ook vaker genderblind programma’s ontwikkelt, dat wil zeggen dat zij er niet altijd specifiek bij stilstaan welke effecten de projecten die zij doet zal hebben op vrouwen en mannen. Dit is natuurlijk des te opvallender omdat de VN zelf de praktijk propageert van gendergevoelig plannen en uitvoeren. Hoewel de VN dit beseft, gaf de Castro aan dat er niet altijd voldoende diepgaande genderanalyses worden gemaakt.

Toegankelijkheid statistieken
In sommige gevallen zijn er wel statistieken beschikbaar die aangeven dat er in een bepaalde situatie sprake is van ongelijkheid tussen mannen en vrouwen (bijvoorbeeld werkloosheid), maar die worden vervolgens niet gebruikt om diepergaande analyses van de oorzaken van die ongelijkheid na te gaan.
Maar er schort ook veel aan de presentatie van statistieken, die vaak niet begrijpelijk of beeldend genoeg zijn voor beleidsmakers en het algemeen publiek. Een mogelijke manier om statistieken toegankelijker te maken is door statistische kaarten (‘maps’) te maken, waarbij op visuele wijze data per geografisch gebied wordt aangegeven. Uit voorbeelden van Trinidad & Tobago die zij beschreef, bleek dat ondanks dat vrouwen vaker doorstuderen, zij nog zwaar ondervertegenwoordigd zijn op de arbeidsmarkt.

Goede genderstatistieken, met de analyse erbij, zijn nodig om strategieën te formuleren. Deze strategieformulering gebeurt echter niet door de VN-organisaties zelf. Zij ondersteunen overheden vooral door capaciteitsopbouw: het beschikbaar stellen van deskundigheid, het verzorgen van trainingen, het houden van seminars, en dergelijke. Volgens de Castro is de VN er vaak van uit gegaan dat als de overheid de tools krijgt die zij nodig heeft, de geleerde kennis zal worden toegepast in de praktijk. Helaas blijkt dit niet altijd het geval te zijn, en de VN-organisaties doen vaak ook onvoldoende kritisch navraag naar de resultaten van studies en het beleid dat daaruit voortvloeit.

Aandacht publiek
Een ander verbeterpunt dat de VN-vertegenwoordigers aangaven, is de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld. Judith Brielle van het UNFPA stelde: “Tot nu toe was er vooral een focus op resultaten en onvoldoende op context en issues. Er was te weinig gelegenheid voor het horen van standpunten van buiten de overheid.”
Ook de Castro gaf aan dat “het maatschappelijk middenveld tot nu toe onvoldoende is betrokken, en dat is iets dat wij moeten gaan verbeteren”. Zij verwelkomde dan ook het initiatief van Projekta, omdat dit de VN-organisaties ertoe heeft bewogen om kritischer naar hun eigen werk te kijken. Ook brengt de discussie over genderspecifieke statistieken dit vraagstuk weer onder de aandacht van beleidsmakers.

Projekta ziet in deze laatste twee punten ook haar rol als maatschappelijk middenveld weer eens zichtbaar worden: het brengen van belangrijke maatschappelijke vraagstukken onder de aandacht van het publiek en beleidsmakers, maar ook tegelijkertijd het bevorderen van de dialoog tussen de verschillende maatschappelijke partners.

Projekta
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May