Uitvoering Samaka-vonnis blijft uit
18 Mar 2012, 08:30
foto


Suriname blijft in gebreke om het Samaka-vonnis van het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens uit te voeren. In een brief aan Surinames ambassadeur Henry Mac Donald bij de Verenigde Naties, spreekt het Comité inzake de uitbanning van rassendiscriminatie zijn ernstige bezorgdheid hierover uit.

“Het Comité betreurt het dat de staat die partij is nog invulling heeft gegeven aan de aanbevelingen.” Het Samaka-vonnis dateert van 2007, waarin de Staat Suriname wordt verplicht de collectieve juridische rechten van de Samaka-groep wettelijk te erkennen. De Staat moet zorgen voor de juridische erkenning van de rechten van zijn inheemse en tribale volkeren." Het vonnis voorziet verder in het gebruik van de gemeenschappelijke gronden van deze volkeren en hun participatie in de exploitatie en conservering van de natuurlijke hulpbronnen in hun woongebieden. De Samaka is één van de zes Marron-groepen in Suriname.

Comité-voorzitter Alexei Avtonomov geeft in de brief uiting aan de bezorgdheid over “de voortdurende vertragingen in de naleving van de meest cruciale aspecten van de rechterlijke uitspraak, in het bijzonder met betrekking tot de erkenning van gemeenschappelijke rechten en het zelfbeschikkingsrecht van de Samaka-groep." Aan ambassadeur Mac Donald vraagt Avtonomov dringende antwoorden en informatie over de de stand van zaken over de uitvoering van het vonnis.

Hij wil weten welke maatregelen zijn genomen om uitvoering te geven aan de uitspraak van het Inter-Amerikaans Hof voor de rechten van de mens. De functionaris benadrukt dat het Raadgevend Comité voorstander blijft van constructief dialoog met de Surinaamse regering, met het oog op het bevorderen van de daadwerkelijke uitvoering van het verdrag.

Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May