Ingezonden: De ingewikkeldheid van het verleden
11 Mar 2012, 20:30
foto


Naar aanleiding van de column van Sandew Hira vorige week “Suriname moet Nederland ontwikkelingshulp geven”, zou ik graag nog een reactie plaatsen. Ik wil hierbij niet zozeer ingaan op de discussie over het koloniale verleden zelf, maar meer een beschouwing geven waarom het juist in onze tijd moeilijk is om dit verleden te bespreken. De column van Sandew Hira was misschien schertsend van toon, maar ik ben het helemaal eens met zijn hoofdpunt dat Nederland op het vlak van etnische en religieuze tolerantie nog veel kan leren van Suriname, ook al zijn er op dit vlak ook in Suriname soms spanningen.

Om te beginnen wil ik het recente verleden erbij halen. Vanaf de vroege jaren zestig tot en met de jaren tachtig van de vorige eeuw, was er sprake van een progressieve tijdgeest. Dit tijdperk begon met het aanstekelijke optreden van popgroepen zoals The Beatles en vond een hoogtepunt in het 'flower power' jaar 1968, toen wereldwijd studenten in opstand kwamen tegen de maatschappelijke orde.

In de hippietijd was alles makkelijker
De meeste mensen werden toen gegrepen door die progressieve tijdsgeest en dat schiep een gezamenlijke band, die etniciteit, religie of sekse oversteeg. We waren allemaal wel een beetje 'hippie' in die dagen en vanuit die hoedanigheid was het makkelijk om het koloniale verleden te veroordelen, net zoals in destijds ook het fascisme en het kapitalisme veroordeeld werden. Daarvoor in de plaats kwam een ideaal van een progressieve toekomst, een soort broederschap van alle mensen.

Die roze wolk van de hippie periode kwam langzaam ten einde. Eind jaren zeventig begon het geloof in een progressieve toekomst al af te brokkelen. Toen in 1980 tegelijkertijd Ronald Reagan in de V.S. en Margareth Thatcher in de U.K. gekozen werden, kwam er een conservatieve tegen-revolutie op gang. Deze vond zijn bekroning in de val van de Berlijnse muur en de instorting van de Sovjet Unie in 1990. Sindsdien leven we in wat wel genoemd wordt, het neo-liberale tijdperk. Een tijdgeest, die overigens nu weer in toenemende mate ter discussie staat, als gevolg van twee ingrijpende financiële crises.

Zoeken naar identiteit
In het neo-liberale tijdperk, gingen veel mensen weer op zoek naar hun identiteit, die ze in de hippietijd vaak vrijwillig achter zich hadden gelaten. Het leidde onder meer tot een terugkeer van religie en nationalisme en ook een sterker besef van etniciteit. Dit alles hebben we gezien in gematigde varianten, maar ook in zeer extreme varianten. Ik hoef maar te verwijzen naar radicale en gewelddadige figuren zoals Osama Bin Laden of de Noor Anders Breivik, om aan te tonen hoe extreem gewelddadig deze zoektocht naar identiteit in sommige gevallen kan verlopen.
Gelukkig is het zo dat de meesten van ons niet aangetrokken worden tot extremisme. Maar wel is het zo dat velen op zoek zijn naar hun identiteit en daarbij bewust danwel onbewust keuzes maken, over wat ze willen meenemen uit het verleden.

Als we het einde van het koloniale tijdperk ongeveer situeren tussen 1945 (onafhankelijkheid Indonesië) en 1975 (onafhankelijkheid Suriname), dan is dat nog niet zo heel erg lang geleden. Onze grootouders hebben nog geleefd in de koloniale tijd en voor de ouderen onder ons, zijn onze ouders er nog in geboren. Dat maakt het voor ons als nazaten moeilijk, om er objectief over te oordelen. Het staat misschien emotioneel nog te dicht bij ons.

Stel je een gesprek voor tussen een kleinkind van een Romeins burger en een kleinkind van een Romeinse slaaf. Het kleinkind van de laatste, zou woedende verwijten maken, hoe konden jullie mijn grootouders zo misbruiken en vernederen? En het kleinkind van de Romeinse burger zou waarschijnlijk zeggen dat het weliswaar fout was, maar ook aanvoeren dat het nu eenmaal zo was dat er vrije en onvrije mensen waren. En hij of zij zou erop wijzen dat zijn grootouders vrede en stabiliteit hadden gebracht met hun Romeinse Rijk, dat ze prachtige aquaducten hadden gebouwd en dat een groot deel van de onvrije mensen er een redelijk aangenaam leven hadden.

We kleuren het verleden zelf in
Precies dit soort discussies zie je heden ten dage over het kolonialisme. En ik betrap mezelf erop, dat ook ik soms op zoek ben naar “verzachtende omstandigheden” voor mijn voorouders. Natuurlijk zijn die er ook, als je ze wilt zien. Niet iedere kolonisator liep rond met een gesel. Er waren ook integere bestuurs¬ambtenaren, mensen die het onderwijs en de gezondheidszorg verbeterd hebben, al zullen ook zij misschien bijgedragen hebben tot de mythe van de blanke superioriteit.

Evengoed is het logisch, dat de burgers van voormalige koloniale staten zoals Suriname, Brazilië of Indonesië, zich juist afzetten tegen de voormalige kolonisator en diens misdaden benadrukken. En ook die zijn er als je ze wilt zien, ze zijn er zelfs in overvloedige mate! Het is heel begrijpelijk dat deze landen nu energie en zelfvertrouwen putten uit dit zich afzetten tegen hun voormalige overheersers. Net zoals voor Nederland eeuwenlang het zich afzetten tegen de Spaanse overheerser een belangrijk element was van onze 'nation building', zo zullen Suriname en Indonesië zich de komende decennia blijven afzetten tegen Nederland, om zo het proces van hun eigen 'nation building' te versterken.

Conclusie: we leven in een tijdperk van middelpuntvliedende krachten. Net zoals in Suriname het geestelijke klimaat wordt gedomineerd door het nationalisme van de NDP, zo wordt in Nederland de sfeer nog steeds bepaald door de “vroeger was alles beter” ideologie van de PVV. Word ik daar vrolijk van? Nee, want ik houd van onze multiculturele maatschappij, met alle gebreken die erbij horen. Ik hoef niet terug naar het tijdperk van de aardappeleters of van de gulden. Ik vestig mijn hoop daarom op mijn kinderen, die van gemengd bloed zijn. Zij zullen de tegenstellingen waarmee we nu nog worstelen, hopelijk ooit overbruggen.

Jan Gajentaan
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May