Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 84

“Soms heb ik medelijden met dit land: zo een mooi en pienter volk, maar kijk wat voor ‘Kattafrans’ bepaalde bewindslieden uitslaan als ze in DNA antwoord moeten geven op vragen.”
“Ai boi, arme slandsvergaderzaal, wat die allemaal voor benedenmaats te horen krijgt, is niet fraai meer.”
“Scheer niet alles over één kam, sommigen komen wel goed uit de verf.”
“Ja, ja, zoals die Saramaccaman die voorstelde om dengue vanuit de lucht te bespuiten, drie of vier keren. Om steeds de uitgekomen larfjes te doden.”
“Welke Saramaccaman bedoel je?”
“Die ene: hij doet het met gronden van arme boeren, en ook met geiten gappen schijnt hij goed te zijn.”
“Maar nu bedoel je geen DNA-leden, maar ministers.”
“O jawel, neem eerst die volksongezonde man, die met Cubanen zit te kokkerellen om de macht van de westers opgeleide kapitalistische oogartsen te kortwieken.”
“La we wel eens zijn: het is mensonterend dat oogpatiënten op een wachtlijst van drie maanden moeten staan.”
“Waarom laten ze die Cubanen niet samen met de onzen het werk sneller klaren, want dat is het grote belang gediend, toch? De patiënt wordt snel en gedegen geholpen? Want daar zijn ze toch voor?”
“Hé, wat mooi, Cubaantjes samen met Surinamensjes: rapido amigo, teki a slangetje, no estrada die contacto, a oogbol malade, caramba, kronto-ede joe, no habla Hollandais, mi taki taki-taki, hé, no koti a slanga...”
“Die volksongezonde minister zegt dat Surinaamse oogartsen slangetjes doorsnijden en operatiestoelleuningen demonteren, zodat die Cubanen niet kunnen werken.”
“Maar het onderzoek moest nog beginne, dan kwebbelt hij al in het rond wie de schuldigen zijn?”
“Deze Cubanofiel is echt een soekoe-trobi.”
“Heb je die spotprent in ‘Tijden van Sranan’ gezien? Goed mang! Die tekenaar Jurgen is keweldek, mijn complimenten.”
“Ai, je ziet zo een lastig jongetje met gezakte broek en katapult in z’n hand met spuitbus op een muur verven: Met wie zal in deze keer ruzie zoeken?”
“Betalen we daarvoor belasting? Dit soort beleiduitvoerders kost ons alleen maar geld en energie om hun ruzies te beslechten.”
“Niet voor niets heeft dokteres Asha hem voor de rechter gesleept en heeft ze gelijk gekregen.”
“Zo had hij toch zelfs een etnische broeder, een kruidengenezer die tot in het buitenland bekend is, een dommerik en zo genoemd?”
“Als Baas deze niet als eerste eruitshuffelt, is hij hard op weg zijn voorganger in geboorde emmers voorbij te streven.”
“Celcius Nullus is een Prullus en een domme Brullus met een hoop Gillus, maar over dengue is’ie Stillus......”
“Sjaak ophouwe, niet meer zingen. Het is eindelijk een paar dagen achtereen droog.”
“En Jim uit dat Hok maakte een beetje amok en zei Tok-tok en kreeg het aan de Stok met tante Jen en onze Hok kreeg’n bok als een kok.”
“Daarom mi taki: tante Jen is het beste verschil met de vorige regeergroep. De rest begint aardig teveel op elkaar te lijken.”
“Zo moet DNA nog meer worden: oppositie en coalitie e vlam ding minister die e singi vals. Daarvoor hebben we ze daar gezet: om de regering scherp te tjekken en niet om alle capriolen van de regering goed te praten.”
“Ook die onder-de-wijsman kan weggeshuffeld worden.”
“Daarom slijmt die opeens zo heftig met die anti-witte mannen rond baas om Sinterklaas op de openbare scholen af te zweren.”
“Ze hebben niets beters te doen dan overal waar ze zwart zien als racistisch te bestempelen.”
“Maar diezelfde schreeuwers laten die witte man over ons heen lopen.”
“Heb je gehoord dat een stel bakra’s hier bezig is om bij Curriculum een nieuw soort taalboekjesding voor onze kleintjes samen te stellen vol met allerlei Hollandse verhaaltjes?”
“Wat? Hebben we geen eigen Surinaamse verhalen voor onze eigen kleintjes op onze eigen scholen?”
“Ik vraag me steeds af: waarom zijn we in hemelsnaam onafhankelijk geworden, als we na 35 jaar nog wel via een IDB-lening van bijna een half miljoen euro steeds Hollanders onze leesboekjes vol Hollandse verhaaltjes laten opstellen?”
“Ik geloof dit niet. Je wil me dus zeggen dat m’n kleinkind straks op school een leesboekje krijgt met verhalen over kabouters en een reus die het koud heeft en iets warms aantrekt en Lieselotje die turf ging steken in de veenkolonie en dat soort lariekoek?”
“Eerst dumpten ze hier met medewerking van Surinamers een waardeloos taalboekje dat voor allochtoontjes in Nederland was opgesteld, en kijk wat er met het taalniveau van onze leerlingen is gebeurd.”
“Begrijpen jullie dan niet dat ze ons dom willen houden? We mogen hun taal niet op hun niveau en zelfs hoger leren, anders gaan onze kinderen straks nog meer dan nu daar op de arbeidsmarkt die Hollandse kweek concurreren.”
“Weet je hoeveel uit Suriname afkomstigen in Nederland in topposities bij de overheid, bij het bedrijfsleven, bij de opleidingsinstituten zitten? En dan heb ik het nog niet over de middenposities.”
“Als je naar het niveau van bepaalde van onze beleidvoerders kijkt, zou je dat niet vermoeden.”
“Bijna ga je denken: de knappen zijn daar, de rest bleef hier.”
“Met andere woorden, je beweert: de dommies bleven hier, of kwamen hier terug. Ik baks je dalijk als je dat nog een keer zegt. Ik ben hier gebleven en ben echt geen dommie.”
“Wie weet, weet je dat zelf niet. Zou je in Holland nu zo ergens je tijd in een bar zitten verdoen?”
“Nee, ik zou proberen m’n autosleutel op te warmen zodat ik hem in het slot van mijn dichtgevroren autodeur kon steken om te kijken of die open zou gaan.”
“Of je zou nu de Elfstedentocht, niet in Friesland, maar lang de Donau kunnen maken.”
“Ja, wat een toestand, ik zie je al, vanaf Wenen, Bratislava,Boedapest, Belgrado, je schaatst tot de Zwarte Zee.”
“Ik mag misschien een hier gebleven dommie zijn, ma mi breti tak mi dja, in dit gezegend klimaat.”
“Tel je zegeningen, zei je vorige pres.”
“Heb je hem laatst niet gehoord in z’n groene erf.”
“Ai, tijdens de opo jari-viering van sem partij.”
“A bin kot odo baka, kaar sma ‘enfant terrible.”
“Wat is dat?”
“Weet jij niet, hè. Dat is Frans en datzelfde fenomeen dat dit uitsloeg, heeft deze taal toentertijd in een vlaag van anti-kolonialisme afgeschaft. Oei, oei, oei.”
“Daar begon in feite de afgang van ons hoog gestandaardiseerd onderwijs.”
“Ja, ja, maar wat wil dat Franse ding zeggen?”
“Enfant is kind en terrible is verschrikkelijk. Dus het verschrikkelijke kind, a kwai ptieng, zeggen wij.”
“Ha, dan is Celsius ‘ministre terrible.”
“En Jim is ‘Babbelarius Terrible.”
“Ai, tant’Jen saka stroom djing. Hij gaat het niveau van de vragen van de assembleeleden afwegen. Het zijn geen vragen, maar wenselijkheden, vindt hij.”
“Ik zou dan ook met wenselijkheden antwoorden en hun dan op een fijne manier laten merken dat hun vragen op niets slaan.”
“Nou, vele van die vragen sloegen wel op iets; ze lieten duidelijk zien dat Jim eerder met donkere bril plantenkassen kan bezichtigen, maar dat van beleid tot nu toe niet veel is terechtgekomen.”
“Dat kan je van het gros van deze regering zeggen.”
“Komt ervan als je allerlei amateurs de vrije hand geeft, alleen maar om de coalitie bij elkaar te houden.”
“Net als bij de vorige regeringen.”
“Ja, okay, maar daarmee praat je toch niet goed dat er op diezelfde lijn doorgegaan wordt?”
“Allerlei figuren halen allerlei wilde dingen uit. Eentje verziekt het energiebedrijf door werknemers die opkomen voor hun rechten te criminaliseren en met ontdlag te bedreigen.”
“Laten we niet vertellen hoe die als docent op de universiteit heeft gefunctioneerd, hoeveel jongeren door zijn toedoen toch zo geweldig “geslaagd” zijn.”
“Een van de gecriminaliseerde werknemers heeft z’n staatsonderscheiding voorlopig teruggegeven. Dan merk je toch dat er onheuse dingen bij de EBS aan het gebeuren zijn?”
“Hoor’ie mofo, dalijk d’o sluit ie stroom af.”
“Ja, dat kunnen we goed in dit land: rancune botvieren op mensen die de waarheid zeggen, die opkomen voor hun rechten, die kritische vragen stellen. Muilkorven die kerels, met ontslag sturen die hap, in het openbaar van allerlei troep beschuldigen, en dat soort dingen. Zo gaan we met elkaar om. Wat een voorbeeld.”
“Wind je niet zo op. De wet van Karma is ook voor hen, en vooral voor hen van toepassing. Zuip door. Heb je niet gelezen wat de duurste whisky’s ter wereld zijn? Doe je best dan kan je ook zo een fles van dertigduizend US dollar kopen.”
“Da a bartra slip uit ie droengoe hanoe, fadong zo ‘weidenbossss’.
“Zag je Ruthje zich in allerlei bochten op de tv wringen om uit te leggen waarom ze niet voor voorzitter gaat, dat de partijverkiezingen zullen komen, dat ze uitkijkt naar een geschikte kandidaat om te ondersteunen?”
“Elke partij krijgt de leiding die het waard is.”
“Maar los daarvan, ook binnen de NjangDringies moet er steeds naar de rechter worden gestapt om de Giller-die-Holt in het gareel te krijgen. En steeds verliest hij het geding.”
“En bij de Wajangs is het ook een raar poppenspelletje. A-wan-sa-ben-Sari wordt door de sluwe vos bijna zonder haren en tanden, maar vol met streken, geroyeerd uit de partij, binnen drie dagen.”
“En zelfs binnen de Ben Van Dilippartij is het aan het rommelen: De Dharm gaat niet meer samen met De Lip.”
“Zoveel broeja, echt een schrikkeljaar.”
“Of zijn er shuffelingen op komst waarbij men een graantje wil meepikken?”
“Of komen er vervroegde verkiezingen?”
“Allemaal speculaties. Jullie gissen maar. Dit zijn de gewone politieke perikelen.”
“Dan wil ik die ongewone perikelen niet zien, een rondje op de perikelen.”
“Jaaah, proost.”

Rappa