Nieuw Front en DOE willen opheldering over gratie verlening (update)
23 Jan 2012, 04:00
foto


De Nieuw Front en DOE fractie in De Nationale Assemblee willen van president Desi Bouterse weten wat de beweegredenen zijn voor het verlenen van gratie aan Romano Anthony Meriba. De assembleeleden vinden dat deze handeling in strijd is met artikel 109 van de grondwet.

De assembleeleden hebben via waarnemend voorzitter Ruth Wijdenbosch de vragen schriftelijk gesteld aan Bouterse. Zij wensen uitleg over waarom bij deze gratieverlening geen advies is gevraagd van de rechter, in dit geval, het Hof van Justitie.

Ruim zes jaar ingekort
Volgens het Presidentieel Besluit, PB no 38/2011, dd 22 december 2011 heeft de president van republiek Suriname heeft verleend aan Meriba voor het resterend deel van zijn straftijd zijnde 6 jaar en 1 maand. Betrokkene is op 16 augustus 2005 in eerste aanleg door de kantonrechter veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 jaren wegens een of meerdere gepleegde zeer ernstige misdrijven.

Meriba heeft tegen dit vonnis hoger beroep aangetekend. Op 14 februari 2011 is hij in hoger beroep door het Hof van Justitie veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 jaren met aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest. De parlementariërs wijzen erop dat volgens het presidentieel besluit het gaat om een individuele gratieverlening.

Geen vrijbrief
Artikel 109 van de grondwet geeft de president het recht van gratie van straffen door rechterlijk vonnis opgelegd, doch dat hij dit recht uitoefent na advies te hebben ingewonnen van de rechter, die het vonnis heeft gewezen.
Uit het PB blijkt dat de president bij zijn besluit om aan betrokkene gratie te verlenen geen advies heeft ingewonnen van de rechter die in dit geval het vonnis heeft gewezen.

De briefschrijvers wijzen erop dat het recht van gratie van straffen geen vrijbrief biedt aan de president om naar eigen inzichten en willekeur te handelen zonder advies van de betrokken rechter casu quo het Hof van Justitie. Zij vinden dat het misbruik is gemaakt van zijn bevoegdheid;
Met dit nalaten van de president is niet voldaan aan het grondwettelijk vereiste, waardoor de gratieverlening in strijd met de grondwet is geschied en derhalve nietig is.

De brief is ondertekend door: R.Randjietsingh, R.R.Venetiaan, , Ch.Santhoki, G.Kandhai, P.Kensenhuis, A.Tjin A Tsoi, M.Rathipal, M.Jogi, W.Jessurun, C.Breeveld, G.Castelen en A.Gajadien.
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May