Hofpresident Iwan Rasoelbaks (foto: Ranu Abhelakh)
President Iwan Rasoelbaks van het Hof van Justitie is op de hoogte van het voornemen van de regering om een derde hogere rechtspraakinstantie (cassatie) voor Suriname in te voeren. Het hof is echter niet betrokken geweest bij de initiatiefvoorstellen tot wetswijziging die donderdag door zes parlementariërs zijn ingediend, waaronder die over de invoering van een Hoge Raad.

De hofpresident spreekt liever niet van het feit dat er sprake zou zijn geweest van “in overleg”, maar zegt wel dat president Jennifer Simons hem heeft geïnformeerd dat er een voorstel in de maak is om de derde instantie alvast in de Grondwet vast te leggen. “En dat in een later stadium overleg zal plaatsvinden met het hof over de inhoudelijke invulling in nadere regelingen,” reageert Rasoelbaks tegenover Starnieuws.

Hiervoor willen de initiatiefnemers enkele artikelen in de Grondwet laten aanpassen die betrekking hebben op de samenstelling van de rechterlijke macht en de rechtspraak. “De betreffende initiatief-ontwerpwetten zullen, zodra deze door het parlement zijn opgestuurd naar het hof voor advies, worden bestudeerd,” geeft de hofpresident aan. “Daarna zal in overleg worden getreden met de volksvertegenwoordigers om hen van advies te dienen.”

Hofvoorstel naar parlement en president
De hofpresident wil zich vooralsnog niet uitlaten over andere wijzigingen en toevoegingen over de rechterlijke macht, totdat deze zijn bestudeerd. Hij benadrukt wel dat het hof voorstander is van cassatierechtspraak, “voor onze jurisdictie, ter bevordering van rechtsontwikkeling en verruiming van rechtsbescherming voor de samenleving”.

Het hof is zelf al enkele jaren bezig de mogelijkheden voor Suriname te onderzoeken. Zo stelde het een team samen van lokale en internationale deskundigen (denktank) om hierover een studie te verrichten. De denktank kwam met twee opties en de bevindingen zijn begin deze maand door het hof aan De Nationale Assemblée en de president aangeboden. Tegelijkertijd heeft het hof de twee rapporten ook op zijn website geplaatst, zodat het brede publiek de resultaten (adviezen) zelf kan lezen.

Twee voorstellen cassatierechtspraak
De twee voorstellen van het hof zijn: onder voorwaarden toetreden tot de appellate jurisdiction van de Caribbean Court of Justice (CCJ), waarbij de CCJ een kamer samenstelt op basis van civiel recht (civil law). De tweede optie is de instelling van een Surinaamse Hoge Raad, een cassatie-instantie gestoeld op de civil law-traditie.

Hoge Raad beoordeelt geen feiten
In de rapporten is het kader van een Surinaamse Hoge Raad beschreven. Verder zijn de rand- en kernvoorwaarden, alsook de verankering binnen de rechtsfamilie, opgenomen. Rasoelbaks benadrukt dat het hof de hoogste tweede feitelijke instantie in Suriname is en zal blijven. “Een eventueel in te stellen Hoge Raad zal geen feitelijke instantie zijn.” Hij legt uit dat het bij cassatierechtspraak niet gaat om het opnieuw beoordelen van feiten, maar om de vraag “of het recht al dan niet juist is toegepast”.

Bij een eventuele invoering van een Hoge Raad zal het Hof van Justitie dus de hoogste feitelijke instantie in Suriname blijven. “Beide instanties zullen gescheiden bevoegdheden hebben, gericht op vertrouwenwekkende en gedegen rechtspraak en rechtsontwikkeling,” onderstreept de hofpresident.

Drie van de ingediende initiatiefvoorstellen gaan over grondwetswijzigingen met betrekking tot de rechterlijke organisatie en een vierde over de rechtspositie van de rechterlijke macht.