De N.V. Energie Bedrijven Suriname (EBS) heeft de afgelopen week bekendgemaakt dat tussen 8 en 12 november omvangrijke werkzaamheden worden uitgevoerd wegens een grote storing in het elektriciteitsnet. Volgens het staatsbedrijf betreft het herstelwerkzaamheden in vijf districten, waarmee naar schatting de helft van Suriname getroffen is door stroomonderbrekingen. Voor veel burgers en bedrijven is dit niet slechts een ongemak, maar een regelrechte ontwrichting van het dagelijks leven. In sommige gebieden moeten inwoners het tot vijf uur zonder elektriciteit stellen, met als gevolg stilgevallen koelkasten, onbruikbare communicatiemiddelen, stilgelegde productieprocessen en grote verliezen bij ondernemers.

Onvoldoende transparantie over oorzaak
Wat vooral opvalt in de berichtgeving van de EBS is het gebrek aan duidelijkheid. Het bedrijf spreekt enkel over "een grote stroomstoring", maar laat volledig in het midden wat de precieze oorzaak is, welke onderdelen van het netwerk zijn getroffen en hoe men herhaling denkt te voorkomen. Burgers en bedrijven worden geacht dit zonder verdere uitleg te accepteren. Dat roept vragen op. Want hoe kan een storing van deze omvang plotseling ontstaan? Er zijn sterke aanwijzingen dat de EBS geen structureel onderhouds- en controlesysteem hanteert dat vroegtijdig problemen signaleert. Indien dergelijk preventief beheer was toegepast, had een langdurige storing wellicht kunnen worden voorkomen. Dit wijst op ernstige tekortkomingen in onderhoud en toezicht binnen de organisatie.

Basisvoorzieningen horen betrouwbaar te zijn
Elektriciteit behoort, net als schoon drinkwater en gezondheidszorg, tot de basisvoorzieningen van de samenleving. De overheid draagt de plicht om te waarborgen dat iedere burger hierop kan rekenen: betrouwbaar, betaalbaar en duurzaam. Wanneer de stroomvoorziening langdurig uitvalt, worden niet alleen huishoudens getroffen, maar ook onderwijsinstellingen, ziekenhuizen, supermarkten en kleine ondernemingen die afhankelijk zijn van continue energie. Hoewel de EBS stelt dat de bevolking tijdig is geïnformeerd over de werkzaamheden, ontslaat dat het bedrijf niet van zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het publiek informeren is één ding; zorgen dat de infrastructuur op orde is, is iets wezenlijk anders.

Wetgeving als stok achter de deur
Om de betrouwbaarheid van de elektriciteitsvoorziening te verbeteren, is het dringend noodzakelijk dat de Surinaamse overheid duidelijke regelgeving invoert. Een wettelijk kader kan afdwingen dat stroombedrijven niet ongestraft langdurige storingen veroorzaken, maar verantwoordelijkheid nemen en schade vergoeden aan getroffen burgers en bedrijven.
In Nederland bestaat al een dergelijke regeling. Wanneer de stroomvoorziening daar langer dan vier uur is onderbroken, heeft de consument automatisch recht op een financiële compensatie. De netbeheerder hoeft hier niet eerst voor aangeklaagd te worden: de vergoeding vindt volledig automatisch plaats. Binnen zes dagen na de storing ontvangt de consument een brief van de netbeheerder met het verzoek om het bankrekeningnummer door te geven. Het verschuldigde bedrag wordt vervolgens onverwijld overgemaakt. De hoogte van de vergoeding is bovendien wettelijk vastgelegd: bij een onderbreking van vier uur bedraagt de vergoeding €35, en voor elke extra vier uur uitval komt daar €20 bovenop. Het systeem is helder, eerlijk en dwingt netbeheerders tot zorgvuldigheid.
Een vergelijkbare regeling in Suriname zou niet alleen bijdragen aan rechtsbescherming voor consumenten, maar ook dienen als prikkel voor beter onderhoud. Wanneer uitval direct financiële consequenties heeft, zullen energiebedrijven investeren in preventie, modernisering en betrouwbaarheid van het net.

Tijd voor actie van De Nationale Assemblée
Het wordt tijd dat De Nationale Assemblée (DNA) de ernst van dit probleem erkent en concrete stappen onderneemt. De energiesector is een vitale pijler van de economie: zonder stabiele stroomvoorziening is er geen industrie, geen digitale vooruitgang en geen vertrouwen in de overheid. Een wet op compensatie bij stroomuitval zou een eerste belangrijke stap zijn. Daarnaast is structureel toezicht nodig op het onderhoudsbeleid van EBS en de wijze waarop storingen worden aangepakt en gecommuniceerd. Transparantie moet de norm worden, niet de uitzondering. Suriname kan daarbij leren van buitenlandse voorbeelden, maar dient uiteraard zijn eigen beleid en tarieven te ontwikkelen, passend bij de lokale omstandigheden. Het doel moet echter hetzelfde blijven: burgers beschermen tegen langdurige uitval van een basisvoorziening en bedrijven zekerheid bieden over hun bedrijfscontinuïteit.

Conclusie: rekenschap afdwingen
De recente aankondiging van EBS legt pijnlijk bloot dat Suriname nog geen goed systeem heeft om de verantwoordelijkheid van nutsbedrijven wettelijk te verankeren. Burgers worden geconfronteerd met de gevolgen van gebrekkig onderhoud, zonder zicht op herstel, compensatie of verbetering. Het is de hoogste tijd dat daar verandering in komt. Want zolang een energiebedrijf niet wordt afgerekend op nalatigheid, zullen storingen blijven terugkeren, met alle gevolgen van dien voor het vertrouwen van de bevolking. De overheid moet nu optreden, niet met woorden, maar met wetgeving die rekenschap afdwingt. Alleen dan kan Suriname bouwen aan een energievoorziening die betrouwbaar, transparant en toekomstbestendig is.

Dr. Headly R. Binderhagel