Suriname balanceert al decennialang op de rand van zijn enorme potentieel, maar blijft steken in een patroon van gebrekkig bestuur en onderontwikkelde structuren. Achter dit aanhoudende probleem schuilt een fundamenteel en systemisch tekort: een chronisch gebrek aan kennis, deskundigheid en professioneel leiderschap binnen de politieke en bestuurlijke top. Waar anderen inzetten op een technocratische elite die complexe uitdagingen aankan, blijven in Suriname posities vooral een beloning voor loyaliteit en populariteit.

De Surinaamse politiek is hierdoor al te vaak het domein van goedbedoelende maar onervaren amateurs. Zij missen de noodzakelijke kennis om ingewikkelde macro-economische problemen te doorgronden, internationaal recht te navigeren en een bestuurlijke koers te bepalen die duurzaamheid en vooruitgang garandeert. Dit fenomeen voedt, zoals Terry Nettle in zijn werk Demagogues, Populists and their Helpers beschrijft, de opkomst van populisme en mediocratie.

In tegenstelling tot landen waar bestuurders vooraf worden geselecteerd op basis van expertise, fungeert de Surinaamse politiek voor velen als een toegankelijk carrièrepad. Succes in het bedrijfsleven, een stevige etnische achterban of politieke trouw zijn soms doorslaggevend om een ministerspost of een andere sleutelpositie te bemachtigen. Goede intenties zijn aanwezig, maar onvoldoende om de uitdagingen die het land doorkruisen het hoofd te bieden.

De machtige populisten en demagogen bouwen hun positie op retoriek en emotie, en omringen zich met zogenoemde ‘helpers’ wier voornaamste kwaliteit loyaliteit is, niet vakmanschap. Dit resulteert in een bestuursstijl die gekenmerkt wordt door kortetermijndenken, ad-hocbesluiten en wantrouwen tegenover technocratische expertise, die al snel als elitair wordt bestempeld. Het landsbelang wordt opzijgeschoven voor partij- of groepsbelangen, wat uiteindelijk leidt tot slecht beraad en falend beleid. Een duidelijk beeld van deze problematiek zien we terug in twee cruciale posten: districtscommissarissen (dc’s) en ambassadeurs.

De districtscommissaris is de spil van het lokale bestuur, verantwoordelijk voor veiligheid, voorzieningen en ontwikkeling in de districten. Helaas zijn deze posten vaak beloond met loyalisten die weinig bestuurskundige ervaring hebben. Hierdoor blijven belangrijke vraagstukken liggen: van infrastructuur en waterhuishouding tot landrechten. Ontwikkelingsgelden verdwijnen in een zwart gat van onwetendheid en gebrek aan visie, wat leidt tot wrok en het gevoel ‘dat Paramaribo de districten vergeet’.

Ook op het diplomatieke toneel speelt patronage een grote rol. Ambassadeursposten worden vaak toegekend aan partijbonzen, ex-ministers of invloedrijke figuren zonder de noodzakelijke internationale kennis of taalvaardigheid. Dit is bijzonder zorgwekkend in een tijd waarin buitenlandse investeringen en internationale klimaatfondsen cruciaal zijn voor Suriname. Door het ontbreken van strategische denkers in deze rollen verliest het land kostbare kansen en wordt het buitenlands beleid uitbesteed aan onervaren krachten.

Het gevolg van dit kennistekort is tastbaar en pijnlijk. Dit zien wij in:
* Verwaarlozing van lokale ontwikkeling, wat migratie naar de hoofdstad versterkt.
* Afname van internationale relevantie, waardoor Suriname minder invloed en minder economische kansen heeft.
* Diepgeworteld verlies van vertrouwen in bestuur en democratische instituties, wat de apathie voedt en talent uit politiek en land jaagt.

Wat is de oplossing?
De transitie moet niet simpelweg gaan van de ene groep amateurs naar een andere, maar van loyaliteitspolitiek naar een cultuur van competentie en vakmanschap. Dit kan gerealiseerd worden door:
- Professionalisering van sleutelposities: de aanstelling van districtscommissarissen en ambassadeurs moet losgekoppeld worden van politieke patronage. Objectieve, meritocratische selectieprocedures met strenge competentiecriteria zijn noodzakelijk.

- Een platform voor technocraten: er moet systematisch worden geïnvesteerd in het betrekken van deskundigen – van economen tot diplomaten – in de politiek en het openbaar bestuur. Hun kennis is van onschatbare waarde voor beleidskwaliteit en duurzame ontwikkeling.

- Onafhankelijke adviesraden: ministeries en het Kabinet van de President dienen verplicht te werken met onafhankelijke, professionele adviesraden. Deze raden kunnen expertise bieden en partijpolitieke kortzichtigheid tegengaan.

- Investeren in de volgende generatie: een langetermijnstrategie is onmisbaar. Uitstekend onderwijs en een officieel talentenprogramma moeten zorgen voor een constante aanvoer van toekomstige bestuurskundigen en leiders.

Suriname verdient meer dan loyale amateurs. Het verdient vakmensen op ieder bestuursniveau, van lokale gemeenschap tot de internationale arena. Bestuur is de meest complexe en strategische managementopdracht in een land, en verdient alleen de besten. Alleen dan kan Suriname zijn belofte van duurzame welvaart en rechtvaardige ontwikkeling voor alle burgers waarmaken.

Bronnen: Terry Nettle – Demagogues, Populists and their Helpers: Politics of Division, and Deceit...

Mediocratie = dit verwijst naar een politiek- of bestuursvorm waarin middelmatigheid de norm is en waarin competentie en vakmanschap worden ondermijnd. In een mediocratie krijgen mensen posities vaak op basis van loyaliteit, populariteit of politieke voorkeur in plaats van deskundigheid. Dit leidt tot ad-hocbesluitvorming en inefficiënt bestuur. Het is een systeem dat de gemiddelde, soms ondeskundige speler beloont in plaats van excellente leiders.

Colvin Overdiep