Column: Een terugblik en een vooruitblik
02 Jan 2012, 09:00
foto
De Iraakse president Nouri al-Maliki


2011 is voorbij. 2012 is net begonnen. Hoe is het geweest en wat mogen we verwachten? Voor mij is er één cruciale gebeurtenis die het verleden tekent en de toekomst gaat bepalen: het einde van de Amerikaanse invasie van Irak.
De Iraakse president Nouri al-Maliki heeft in het Al-Shaab stadium op 31 december opvallende uitspraken gedaan die de westerse pers niet hebben gehaald: 31 december heeft hij verklaard tot een nationale feestdag, nu Irak-dag genoemd. Op 31 december 2011 hebben de laatste Amerikaanse militairen Irak verlaten.

Twee zaken zijn opmerkelijk in zijn speech.
Ten eerste, Irak en Amerika hebben geen overeenstemming bereikt om een Amerikaanse trainingsmissie aan te houden met als gevolg dat werkelijk alle Amerikaanse militairen uit Irak zijn verdwenen. Bij de overeenkomst uit 2008 die de terugtrekking regelde, was afgesproken dat er nog een additionele overeenkomst zou worden gesloten over een trainingsmissie.
Ten tweede, Maliki karakteriseerde 31 december als de dag waarop Irak werkelijk bevrijd is van buitenlandse overheersing. Tegen zijn volk zei hij: “Vandaag hijsen jullie de Iraakse vlag in alle delen van het land. We zijn verenigd onder die vlag. Vandaag is Irak vrij geworden en nu zijn jullie je eigen meesters.” In het westen is steeds het beeld opgehangen dat de Irakezen en zeker ook de huidige Iraakse regering met tegenzin zagen dat de Amerikanen zich terugtrokken. Het tegendeel blijkt nu waar te zijn.

De oorlog heeft aan 5.000 Amerikaanse militairen het leven gekost en 32.000 invalide gemaakt. De oorlog heeft 115.00 Irakezen het leven gekost en ontelbaar meer invalide gemaakt.
De kosten voor de Amerikaanse belastingbetaler is 832 miljard dollar geweest. De kosten van de verwoesting van Irak is nog niet goed in beeld gebracht.

De conclusie is dat het hele Amerikaanse project in het Midden-Oosten voor Irak is mislukt. Het was de bedoeling om in Irak na de val van Saddam Hoessein een marionetten regime te installeren, die naar de pijpen van het westen kon dansen zoals Mubarak dat dertig jaar gedaan heeft in Egypte. Het nieuwe Irak zou een buffer moeten vormen tegen Iran. Dat project is mislukt.
Het Sjiitische Irak is nu een trouwe bondgenoot geworden van het Sjiitische Iran.

Een nasleep van de Amerikaanse bezetting van Irak is dat niet alleen in Irak maar in het hele Midden-Oosten verzetsbewegingen op gang zijn gekomen voor vrijheid. Het westen weet er geen raad mee. Sommige bewegingen worden met woorden gesteund, anderen met daden, maar in alle gevallen wordt koortsachtig getracht om nieuwe partners te vinden voor de westerse overheersing van het Midden-Oosten.

Die verwarring is het grootst geweest in Libië. Khadaffi was aanvankelijk een tegenstander van Amerika, maar is op een gegeven moment bijgedraaid. Amerikaanse en andere westerse bedrijven kregen toegang tot Libië. Khadaffi heeft in Libië gevangenissen ingericht om in samenwerking met Amerikaanse inlichtingendiensten Al Qaeda gevangen te martelen en te ondervragen. Eén van die mensen is Belhaj, de huidige leider van de grootse militie in de hoofdstad Tripoli. Libië kent namelijk geen eenheidsleger, maar een verzameling van elkaar bestrijdende milities. De strijd in Libië is nog lang niet gestreden en in 2012 zou dat nog wel eens goed merkbaar kunnen zijn.
Waarom heeft het westen bondgenoot Khadaffi laten vallen? Omdat ze gokten dat hij vroeg of laat zou vallen door massaprotesten en ze liever hun gok waagden met krachten die ze in de opkomende protestbeweging militair en op andere manieren konden steunen en later controleren. Die gok hebben ze eerder met de Taliban in Afghanistan genomen en verloren. De steun aan de Taliban heeft ze uiteindelijk Osama Bin Laden opgeleverd.

De Arabische lente is voortgekomen uit de Iraakse oorlog. Die oorlog heeft een scala aan krachten gemobiliseerd voor vrijheid en tegen bezetting, van Al Qaeda tot en met democratische krachten tegen dictatuur en overheersing.
Naast de Al Qaeda elementen zien we voor het eerst ook massabewegingen opkomen die niet de gewapende strijd, maar Gandhi’s strategie van geweldloos verzet hoog in het vaandel houden. En dat heeft weer gevolgen voor één van de belangrijkste issues in het Midden-Oosten: het vraagstuk van de Israëlische bezetting. Onlangs heeft de leider van Hamas verklaard dat zij afstapt van het pad van de gewapende strijd en overgaat tot geweldloos verzet, d.w.z. demonstraties en geweldloze acties tegen de bezetting. Dat is een ongelooflijk belangrijke ontwikkeling voor de toekomst.

In 2012 staat heel vroeg op de agenda de vraag of er een oorlog komt tussen Iran en het westen. Vanuit het westen worden voorbereidingen hiervoor getroffen, maar het klimaat is nog niet goed geschapen.
Barack Obama – die verandert nu van vredesduif in een mogelijke oorlogspresident – heeft een wet ondertekend om sancties in te voeren tegen Iran.
Iran heeft gedreigd de Straat van Hormus af te sluiten bij eventuele sancties. Amerika heeft gedreigd dat op te vatten als een oorlogsverklaring. Het Amerikaanse leger is uit Irak en heeft nu meer bewegingsruimte voor een nieuwe oorlog, hoewel die in Afghanistan nog niet is afgelopen. Aan de andere kant is Irak geen bondgenoot meer van Amerika in een nieuwe oorlog.
Kortom, de pionnen op het schaakbord zijn in beweging.

Als 2012 het jaar van de oorlog met Iran wordt, zal onze wereld in één klap ingrijpend veranderen.
Laten we hopen dat dat niet zover komt.

Sandew Hira
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May