Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 78
01 Jan 2012, 19:30
foto
Surinamers gingen uit hun dak op owru-yari. Een beeld van de mensenzee aan de Domineestraat. (Foto: Ramon Keijzer)


“Ai jongoe Jim, ie mik’ing; je sluit al feestend het oude jaar af.”
“En al slapend van de rijkelijk gevloeide drank en het overdadige eten zal hij het nieuwe jaar ingaan.”
“Jullie zeuren, want jullie zijn één pot nat.”
“M’n zwager was hier vorig oudjaar; hij heeft gefeest, gedanst en wulps geboekt en gebomd met en tegen allerlei voortplantingsorganen, giftige bombelrook gehapt, uitgegleden in die patja-patja van die rooie-rooie na het afschieten van de bombels en 1 januari wilde hij weer wat gaan feesten, maar nee hoor, hij stuitte op een ongelooflijke stilte en rust in den lande.”
“De toerist zegt:”December, a month to remember. Wij zeggen: januari, oen moni klari.”
“En: februari, w’e mek’wan bigi bari.”
“En pas in maart komt er weer wat vaart en eten we wat taart.”
“Ja, ja, jij weer met je rijmpjes, probeer nu minder te drinken, dan joe moni no klari ien januari.”
“BADAM-BOEM.”
“Jakkes, ik schrik me rot. Wat een asociaal gedoe met dat links en rechts geknal bij tij en ontij.”
“De politie heeft gevraagd dat wij rekening houden met degenen die wild links en rechts schieten.”
“Ik zal maar rekening blijven houden met al die asociale figuren; wie houdt er rekening met onze rust, met onze huisdieren, met ons milieu?”
“En je moet durven om een terechte opmerking te maken; je wordt door zo een hufter gewoon neergeschoten of neergestoken.”
“En dan krijg je gratie omdat wij dommies opeens niet weten wat het verschil tussen moord en doodslag is en hoe de gratieverlening in elkaar zit.”
“Het zal je pleegzoon wezen, la-la-la-laah..”
“Ron, naar welke owroe-jari feesten ben je gegaan, bij welke bedrijven?”
“Wel, mi go n’a EBS, RBTT, n’a DSB, Telesur, ja, Brandweer sreef mi go, en ook naar Staatsolie.”
“Dat bedrijf heeft goed geboerd dit jaar; 300 miljoen in de staatskas.”
“Daarmee kunnen ze die djoteh-claim van Belast-Die-Dam ruimschoots betalen.”
“Hebben jullie gelezen hoe de RvM simpeltjes zonder kritische vragen te stellen snel-snel goedkeuring geeft aan een claim van drieëneenhalf miljoen euro? Als het hun geld was, zouden ze anders hebben gepiept. Maar het is toch maar gemeenschapsgeld, dus wie spangt daar nou om.”
“Maar dan gelukkig wan klokkenluider in DNA luidde a klok: ding-dong, ping-pong, veels te hoog, die claim, ping-ping, een onfrisse geur, die eurokleur, een tjoe-tjah, hè bah, King uit de deur, no zeur.”
“Jullie zeuren mang, luister liever naar onze grootse plannen: dat Tapajaiproject gaat door en Staatsolie wordt de trekker.”
“Maar die DNA-leden Fronnie Azapina en Marjus AaBeeCee hebben gelijk: er is geen openheid en duidelijkheid over dit project.”
“Is niet waar, weet je hoe lang al er info hierover in de krant, via de tv en via internet wordt verspreid?”
“Mooie woorden-praat, maar heb jij tot nu toe een duidelijke kaart gezien, waarop staat aangegeven waar van de Jai kreek die dam komt?”
“Ergens in het midden, vóór de Olenskreek.”
“En dan wordt er een stuwmeer gevormd van zo een 250 vierkante kilometer in oppervlakte.”
“Oh, dat is echt niet zo groot, waarom maakt men er zo een heisa van?”
“Weet jij hoe groot dat is? Neem bijvoorbeeld de weg naar Zanderij in rechte lijn, veertig kilometer lang, neem links en rechts van deze lijn drie om drie kilometer en je hebt dat stuwmeer.”
“Sjakkes, dat is zowat alles wat we in ons land aan huizen, wegen, fabrieken en scholen hebben.”
“Ja okay, maar daar is alleen bos en er woont er geen kip; laat men opeens niet doen alsof hele woongemeenschappen en belangrijke landbouwgronden en culturele plekken onder water zullen komen.”
“Maar toch, als ik dat berekenen, 250 vierkante kilometer is nog altijd 25000 hectare maagdelijk bos.”
“Dan moet men nu al beginnen vanaf beide oevers van de kreek, vanaf waar die dam gaat komen al het bos te strippen. Dan verliezen we dat hout tenminste niet, zoals we miljoenen kubieke meter hout in het van Blommensteinstuwmeer hebben verloren.”
“Nou nu wordt een deel daarvan naar boven gehaald; dat hout heeft extra waarde door een proces van harding onder het water.”
“Maar kan jij een kaart produceren, beste meester, waar de contouren van dat Jaikreekstuwmeer te zien zijn?”
“Niet als zodanig.”
“En bij die dam daar komen geen turbines.”
“Maar wel een doorlaat, want in de droge tijd wordt het water niet opgestuwd, alleen in de regentijd.”
“Dus we weten ook niet hoe die dam eruit zal zien, weer een onduidelijkheid.”
“Mang, nou willen jullie zelfs weten wat voor kleur die dam krijgt en hoe dik die hoogspanningskabels worden.”
“Mogen we? Het is toch weer een stuk van ons land dat onder water gezet zal worden, en voor wie?”
“Voor de buitenlanders, de eigenaren van de Afobakadam.”
“Wij konden die dam toch opkopen voor een paar symbolische dollars.”
“Ja, het is net als een printer, goedkoop in de aanschaf, maar je betaalt je blauw aan printinkt. Weet je wat die dam die nu al bijna 50 jaar oud is, maandelijks aan onderhoud kost? En wij met onze superslechte onderhoudscultuur, als we die dam hadden opgekocht, fos ie denki, turbine no 1 ne draai, moni no de foe bai onderdeel, turbine 2 e poer smoko, turbine 3 e mik wan vreemd geluid en mag maar 5 uur per dag draaien, turbine 4 kies waterschade door onkundig gebruik....”
“Ach mang, altijd zo negatief, n’a soso Srananmang e draai plus onderhou a dam al jaren. En buitenlandse energie-adviseurs van Baas staan versteld dat zo een oude dam nog in zo een goed conditie verkeert.”
“Ma na Lanti ab’a leiding, a management? Zeg me! Ach kom, a boen dat oen no bai a tori.”
“Maar als ze die dam in de Jai kreek hebben gebouwd, en dat stuwmeer daar is in de regentijd gevuld, wat dan?”
“Dan heeft men net achter die dam, waar het water het hoogst is, een kanaal gegraven, richting stuwmeer, dwars door de waterscheiding tussen het stroomgebied van de Tapanahony en de Surinamerivier.”
“En dan? Als ze een kanaal door die heuvels daar hebben gegraven? Wat dan?”
“Dan sluiten ze die aan op de bovenloop van de Marowijnekreek. Volgens mij gaan ze die uitgraven, ook dat is niet duidelijk voor mij.”
“Marowijnekreek? Waar mondt die uit?”
“Vroeger in de Surinamerivier, nu in het stuwmeer.”
“Dus het opgestuwde water van de Jaikreek gaat via een kanaal en de Marowijnekreek naar het stuwmeer.”
“Ja, en volgens mij komen er ook in die kreek een paar dammen, het is me niet duidelijk of die dammen turbines zullen hebben.”
“Ik vraag me af of dat stuwmeertje van 250 vierkante kilometer oppervlakte dat enorme Van Blommensteinstuwmeer gaat vullen.”
“Niet vullen, maar in de droge tijd op peil houden, want dat Blommenmeer is een uitgestrekt, maar grotendeels plat meer; hij loopt snel leeg, vooral als alle turbines bij Afobaka volop draaien.”
“Maar waarom weet jij dit, en wij niet?”
“Ik zuip niet alleen, ik snuffel ook in oude kaarten, boeken en verslagen van het Planbureau bijvoorbeeld.”
“Maar om dat gebied te bereiken zal men toch bij Atjoni de rivier moeten oversteken en een weg naar het zuiden aanleggen?”
“Nu zijn de plannen gewijzigd, die weg is nu geprojecteerd vanaf Atjoni langs dezelfde oever, de westoever, naar het zuiden. Daardoor zullen al die dorpen ontsloten worden die nu alleen maar via de rivier te bereiken zijn.”
“Je bedoelt die dorpen zoals Isadow, Abenaston, Jau-Jau, Njun Aurora, Gujaba, Pikin Slee, Boptopasi en zo verder?”
“Ja, dat klopt, ie sab ding dorpoe.”
“Hij heeft toch een tijdje als touroperator op die route gehosseld, licht wan lo toerist op.”
“Hé zoetwatergarnaal, zeg geen nonsens, want jij speelde op die tripjes kok, djie ding tourist loesbere nanga constipatie.”
“Ma joe dati bin swaar mi njang sondro probleem.”
“Omdat mijn darmstelsel jouw brouwsels al gewend was.”
“Maar om op die ontsluitingsweg terug te komen, ergens moet die toch de rivier oversteken?”
“Ja, dat gebeurt volgens mij iets ten zuiden van Semooiso. Waar precies en wat voor brug daar komt, is ook onduidelijk.”
“Inderdaad, alleen maar vaagheden.”
“Hoe kan men dat al weten? De plannen bevinden zich nog in een beginstadium.”
“Nou goed, dan gaat de weg oostwaarts, over de heuvels, weer naar beneden en dan ben je bij de Jai kreek.”
“Dan komt er dus geen enkel dorp onder water.”
“Nee, maar die ontsluitingsweg zal het leven in en rond al die dorpen enorm veranderen.”
“Ja, maar wat wil men? Daar geïsoleerd in het bos als een staat binnen een staat blijven hokken, of ontsloten worden zodat de ontwikkeling zich ook daar kan manifesteren? En dan bedoel ik onderwijs, medische voorzieningen, woningbouw, goedkoper, sneller en beter vervoer van goederen, meer werkgelegenheid, meer handel, dat alles komt dan beter op gang.”
“De ouderen en de etnisch gerichte politici zijn natuurlijk bang voor de invloed van de stad en dat er een hoop mensen vanuit de kust daarheen zullen komen om te wonen en te werken.”
“Maar dat moet toch kunnen? Zo zijn er toch ook duizenden vooral jonge mensen uit dit gebied vrijelijk naar de stad gekomen om er te studeren, te wonen en te werken?”
“Ik denk dat men die voordelen duidelijk aan de mensen moet uitleggen.”
“En dat een deel van de energie voor hen bestemd is, desnoods tegen een lager tarief dan in de stad.”
“Ja, maar ook de Fransen willen meer info.”
“Ze zeuren; de Jaikreek is ver van de grensrivier, het is zelfs geen zijtak van de Marowijne.”
“Maar het is wel, als ik me niet vergis, de grootste zijtak van de Tapanahony. Dus hou je daar water tegen, dan beïnvloed dat de Tapanahony en dan de grensrivier, de Marowijne.”
“Dan moet men met cijfers komen om die Fransen te overtuigen dat het aftappen van de Jaikreek nauwelijks invloed zal hebben op de waterstand van de Tapanahony en de Marowijne.”
“Zijn die cijfers er wel?”
“Weer zo een onduidelijkheid. Er wordt wel zus en zo beweerd, maar cijfers heb ik niet gezien.”
“Meester, weet jij hoeveel regenwater onze rivieren en zijtakken daarvan gemiddeld, dus in droge en natte tijden, afvloeien.”
“Ja, zo een beetje, hoewel niet ge-update, maar er zijn gelukkig jaren terug metingen verricht en ik had daar een scriptie over gemaakt. En na m’n owroejariebezoek aan de tent van Staatsolie ben ik m’n oude scriptie gaan doornemen. Verrassende dingen , mang.”
“Zoals?”
“Bijvoorbeeld: welke van onze rivieren heeft gemiddeld de grootste waterafgifte? Dus ik vraag niet: wat is onze langste rivier? Ik vraag: welke van onze rivieren stoot het meeste regenwater naar zee?”
“In plaats dat je vraagt: wie van ons stoot de meeste alcohol naar binnen.”
“De Corantijn.”
“Mispoes. De Marowijne.”
“Wat? Kan niet.”
“Ga het met je lege sopiefles maar narekenen wat deskundigen na jarenlange metingen hebben vastgesteld.”
“Hoeveel water vloeit de Marowijne dan af?”
“Men rekent in termen van kubieke meter water per seconde. De Marowijne vloeit gemiddeld 1791 kubieke meter water per seconde bij de monding de zee in. De Corantijn 1771 kub. Niet veel verschil, maar het is er.”
“En de Tapanahony?”
“Die vloeit zo een 890 kub per seconde in de Marowijne.”
“En de Jaikreek?”
“Zo een 60 kub gemiddeld.”
“Dus het effect van het aftappen van de Jaikreek is te verwaarlozen: 60 kub op zeg maar 1800.”
“Maar het zal wel maken dat de Corantijn dan onze grootste rivier wordt qua waterafvoer en ik weet niet of de Marowijne dat leuk zal vinden.”
”In ieder geval zal er nog veel meer duidelijke informatie naar de gemeenschap moeten komen, want extra energie hebben we wel hard nodig, maar dan moeten wij, we the people, er het meest van profiteren en niet buitenlandse multinationals.”
“En het is goed als Staatsolie onze energieproducent wordt en de EBS een dochter van Staatolie wordt die zich alleen maar richt op de distributie van energie.”
“Waw, dat zal gevestigde belangen aantasten.”
“Da wat? Als dat maar ten goede komt van onze energievoorziening.”
“Dan laat Staatsolie die Afobakadam overkopen en managen. Alsjeblieft niet Lanti.”
“En wanneer mogen wij als volk aandelen van Staatsolie kopen? Waarom moet alles in handen van Lanti blijven, die maar de winsten vergooit?”
“Zeg geen nonsens, zuiplap. Je smacht ernaar om weer in de regering te komen, hè?”
“En ik zeg: een nieuwe fles sopi kopen, dat komt onze alcoholvoorziening ten goede. Heren, een toast: a happy New Year.”
“Yeah, proost.”

Rappa
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May