Makandi school vraagt Minov beloften na te komen
25 Dec 2011, 20:00
foto
De Makandi school te Kajana


In Kajana, één van de laatste dorpen aan de Boven-Surinamerivier, staat sinds vier jaar de Makandi school. Het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling (Minov) besloot vorig schooljaar tot erkenning van de school over te gaan. Dit tot grote vreugde van de ouders en de leerkrachten, maar de beloften die gedaan zijn, moeten ook worden waargemaakt.

De in 2008, op verzoek van het dorp gestarte school, groeide in vier jaar tijd uit tot vijf klassen met een huidige bezetting van 73 kinderen. Erkenning betekent dat er leerkrachten en leermaterialen gestuurd zouden worden voor de twee kleuterklassen en de eerste, tweede, en derde klas. Tot dan toe had de school gefunctioneerd met financiële ondersteuning , lesmateriaal en vrijwilligers uit Nederland. Niet ideaal want het lesmateriaal sluit totaal niet aan met de belevingswereld van de kinderen. Het geld diende vooral om leslokalen en leerkrachtenwoningen te bouwen en vier lokale vrouwen te betalen en intern op te leiden tot leerkracht. Het Minov zegde toe twee vrouwen de kans te geven een boslandakte te halen.

Beperkte erkenning
In augustus werd duidelijk dat de erkenning van Minov beperkt zou blijven tot de kleuterklassen. Waarom de hogere klassen niet tegelijk erkend werden, werd nooit aan de school uitgelegd, zegt Anita van de Poll, mede-initiatiefneemster van de Makandi school. De twee helpers werden even onverwacht geweerd voor het behalen van hun boslandakte. Het gevolg is dat de vijf klassen nu de beschikking heeft over slechts twee leerkrachten. Ze krijgen hulp van enthousiaste vrijwilligers.

Er ontbreken nog steeds lesmaterialen voor de kleuters, maar de inspectie van 13 december bekritiseerde wel de aanwezigheid van Nederlands materiaal. De kredietcrisis en inauguratie van de huidige president zorgen ,helaas voor stagnatie van de Nederlandse geldstroom, zegt Van de Poll. Kajana moet zelf maar zien hoe de oudere kinderen hun onderwijs krijgen. Het Minov neemt zijn verantwoordelijkheid niet vindt de initiatiefneemster. Deze situatie is volgens haar tekenend voor het onderwijs in het binnenland.

Aan lot overgelaten
Volgens Van de Pol richt het Minov zich op de stad en laat de mensen in het binnenland aan hun lot over. Het ministerie belooft materiaal te sturen maar tot vandaag is nog niks ontvangen. De vier klaslokalen en vier woningen voor leerkrachten is met geld van Nederlandse particulieren gebouwd. Van de Pol is verheugd over de eerste leerkrachten van het Minov, maar somt de valkuilen op.

”Na hun opleiding zijn zij vaak verplicht om eerst meerdere jaren les te geven in het binnenland. Ze zijn maanden van hun familie en vrienden gescheiden en zijn hierdoor niet gemotiveerd voor het lesgeven in het binnenland. Dikwijls ontbreekt er elektriciteit en drinkwater (Kajana). Zodra zij kunnen, vertrekken ze weer richting de stad, wat de continuïteit van het onderwijs niet ten goede komt. Bovendien zijn de meeste leerkrachten net afgestudeerd en beschikken dus over te weinig ervaring om te kunnen inspelen op de specifieke onderwijsnoden in het binnenland. Dit in combinatie met kinderen die geen enkel woord Nederlands spreken is voor velen een uitzonderlijk moeilijke situatie. Dat vertaalt zich dan ook in het hoge percentage zittenblijvers.”

Doorgaan
Van de Poll zegt al jaren diverse instanties in beweging te krijgen om samen deze kinderen van goed onderwijs te voorzien. “Veel mensen begrijpen heel goed wat daar voor nodig is , helaas hapert het vaak bij de besluitvorming en de uitvoering.” Dit wordt onderschreven door het onderzoeksrapport ‘School Mapping’ van het Minov uit 2010. Hoewel de erkenning en de financiële steun tergend langzaam verloopt, zegt Van de Poll de moed niet op te geven. Dat zou betekenen dat je tegen de huidige generatie kinderen moet zeggen dat zij geen eerlijke kans op onderwijs kunnen krijgen, dat je ze geen eerlijke kansen kan bieden op een beter leven. “Daar kan ik mijn ogen niet voor sluiten”.

In het binnenland zijn er volgens Van de Pol nog ruim twintigduizend kinderen met de basisschoolleeftijd die niet naar school gaan. De verbeter punten zijn legio en al jaren duidelijk: Leerkrachten moeten beter voorbereid worden op het onderwijs en de leefomstandigheden in het binnenland, hun woon- en werkomstandigheden dienen verbeterd te worden, scholen moeten uitgerust worden met voldoende leerkrachten en schoolmaterialen, salarissen moeten verhoogd worden. Zorg dat de dorpen een betere infrastructuur krijgen met meer of goedkopere transportmogelijkheden en dus betere voedselvoorziening, veilig drinkwater en elektriciteit voor iedereen. Alle verantwoordelijken moeten volgens Van de Poll ‘Makandi, dus samen gaan werken om ieder kind van goed onderwijs te voorzien en dat liever vandaag dan morgen".
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May