De Surinaamse Orde van Advocaten (SOVA) benadrukt dat zij niet verantwoordelijk is voor het besluit om het Nieuw Burgerlijk Wetboek (NBW) per 1 mei 2025 in werking te laten treden. In een verklaring stelt de orde dat zij steeds heeft gepleit voor een gefaseerde invoering van de nieuwe wetgeving, maar dat dit voorstel geen brede steun kreeg. De SOVA blijft zich wel actief inzetten voor een zorgvuldige implementatie.

In de pers is gisteren het bericht verschenen dat het besluit om 1 mei 2025 als datum van inwerkingtreding van het Nieuw Burgerlijk Wetboek (NBW) te handhaven, mede is genomen op advies van de SOVA.

De SOVA wenst hierbij te verduidelijken dat zij haar standpunt ten aanzien van het wetgevingstraject reeds in augustus 2024 publiekelijk kenbaar heeft gemaakt, en dat dit standpunt sindsdien ongewijzigd is gebleven. In die verklaring heeft de SOVA het belang van modernisering van het privaatrecht onderschreven, maar tegelijkertijd – en ook nadien – steeds gepleit voor een gefaseerde inwerkingtreding van de verschillende boeken van het NBW, teneinde een zorgvuldige en praktische implementatie te waarborgen. Dit pleidooi heeft destijds en ook daarna geen brede bijval gekregen van andere beroeps- of maatschappelijke groeperingen.

In het bewustzijn van mogelijke knelpunten bij de invoering van de nieuwe wetten, heeft de SOVA de afgelopen maanden – via de Deken – haar leden opgeroepen zich actief te scholen in de nieuwe wetgeving. Er is daarbij samengewerkt met het Centrum voor Democratie en Recht, onder andere voor cursussen over het Burgerlijk Wetboek, en voor de implementatie van de nieuwe wetgeving in de Advocatenopleiding. Daarnaast is vanuit de Deken het gesprek aangegaan met leden van De Nationale Assemblee om het standpunt van de SOVA onder de aandacht te brengen, met name dat de eerder gesuggereerde datum van 1 januari 2025 absoluut niet haalbaar was.

Er hebben ook meerdere gesprekken plaatsgevonden met het Hof van Justitie over mogelijke knelpunten voor betrokkenen binnen de rechtspleging bij de invoering van het NBW. In reactie daarop heeft de president van het Hof in november 2024 de Begeleidingscommissie Nieuw Burgerlijk Wetboek ingesteld, waarin naast rechters ook advocaten zitting hebben. De taak van deze commissie is onder meer om onduidelijkheden en mogelijke knelpunten rond de invoering te inventariseren, en voorstellen te doen om deze op te vangen. Vanuit de advocatuur wordt in deze commissie dus input geleverd.

Het is echter belangrijk te benadrukken dat deze commissie géén SOVA-commissie is. De advocaten in de commissie vertegenwoordigen niet per se de standpunten van de SOVA, en hun stem is niet doorslaggevend. De besluitvorming binnen de commissie vindt plaats op basis van gezamenlijke consultatie, waarbij elk lid onafhankelijk bijdraagt. Het advies van de commissie kan dan ook niet worden gezien als een advies van de SOVA.

Nu de inwerkingtreding van het NBW een feit is, zal de SOVA haar pragmatische houding blijven handhaven en zich actief blijven inzetten voor een effectieve implementatie. De orde blijft daarbij waken over de rechtszekerheid en de belangen van zowel de rechtspraktijk als de samenleving in bredere zin. Binnen de Raad is reeds besloten om de bestaande werkgroepen die zich (deels) met de nieuwe wetgeving hebben beziggehouden, te handhaven en waar nodig nieuwe werkgroepen in te stellen. Deze werkgroepen zullen de werking van de wetgeving monitoren, knelpunten signaleren en advies uitbrengen over eventuele noodzakelijke wetswijzigingen.

Namens de Surinaamse Orde van Advocaten,
Elleson M. Fraenk
Deken