Kapitein Lloyd Read aan het woord tijdens het publieke debat over collectieve eigendomsrechten.
De erkenning van de collectieve eigendomsrechten (grondenrechten) van inheemsen en tribale volken zou, met politieke wil, snel een feit kunnen zijn. Echter, politieke partijen hebben sinds dit vraagstuk speelt nooit de nodige wil aan de dag gelegd, concludeert Swami Girdhari, secretaris van de Vereniging van Economisten in Suriname. Ontwikkelingseconoom Sherida Mormon en jurist Nailah van Dijk menen dat het erkennen van deze rechten niet alleen voordelen oplevert voor de doelgroepen, maar ook voor de totale samenleving. Suriname is, schandelijk genoeg, het enige land op het westelijk halfrond dat deze rechten nog niet heeft erkend. Er is al lang genoeg gesproken, wetsproducten zijn opgesteld, maar op de een of andere manier komt het niet tot daadwerkelijke erkenning.

Tijdens het publieke debat, vrijdagavond in de Mensa-zaal van het studentencomplex van de Anton de Kom Universiteit van Suriname, werd unaniem aanvaard dat de erkenning van collectieve rechten geen belemmering vormt voor economische ontwikkeling. De erkenning begint volgens Girdhari met het besef dat respect moet worden opgebracht voor alle Surinamers, ongeacht afkomst of etnische groep. Daarnaast is de erkenning niet slechts een aangelegenheid van inheemsen en tribale volken, maar van elke Surinamer. 

Verschillende sprekers op het debat en uit het publiek benadrukten dat erkenning geen gunst is voor de doelgroepen, maar een dringende noodzaak. Het is dan ook onbegrijpelijk dat vanuit de politiek geen uitvoering wordt gegeven aan het Samaca vonnis en andere uitspraken van het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens, waarin erkenning als verplichting aan Suriname is opgelegd. Daarmee wordt een groot onrecht aangedaan aan de inheemsen en tribale volken.

Woorden in daden omzetten
Van Dijk stelde dat wettelijke erkenning en uitvoering van collectieve eigendomsrechten essentieel zijn voor de economische ontwikkeling van marrons en inheemsen. Door deze gemeenschappen controle en zeggenschap over hun leefgebieden te geven, krijgen zij de mogelijkheid hun gronden en natuurlijke hulpbronnen om te zetten in economisch kapitaal. Zelfredzaamheid zal hen in staat stellen hun bestaan en ontwikkeling op eigen kracht en op een voor hen geëigende wijze vorm te geven en in stand te houden. Volgens Van Dijk kan de samenleving profiteren van de kennis die deze gemeenschappen al honderden jaren bezitten, zoals effectieve strategieën voor natuurbescherming en biodiversiteitsbeheer.

Mormon benadrukte dat het hier om een recht gaat. Dat besef moet het uitgangspunt zijn voor erkenning. Na jarenlang praten is het nu tijd om woorden in daden om te zetten. Er zal data verzameld moeten worden over de gebieden, die vervolgens via demarcatie in kaart moeten worden gebracht, inclusief de economische mogelijkheden en capaciteiten.
Het niet erkennen van het recht dwingt bewoners in die gebieden vaak tot illegale overlevingsstrategieën, waardoor gesproken wordt over een "illegale informele sector". Wij zijn zelf illegaal en informeel naar de mensen die daar leven,” stelde Mormon.

Ze pleitte voor visieontwikkeling en strategieën om de economische weerbaarheid van de gebieden en hun bewoners te versterken. Volgens Mormon heeft 75% van de mensen daar geen toegang tot financiële producten. Vaak zijn het NGO’s en internationale organisaties die ondersteuning bieden, maar die projecten zijn veelal tijdelijk en gebonden aan beperkte doelen. “Willen we echte ontwikkeling brengen, dan moeten we stoppen met kleinschalige projectjes die slechts tijdelijke verlichting bieden," zei Mormon. Met erkenning kunnen landconflicten worden voorkomen doordat duidelijk vastgelegd wordt wie welke rechten heeft. Ontsluiting van de gebieden door infrastructuur kan ertoe bijdragen dat het grondrecht ook een economisch recht wordt. “We praten er te veel omheen en er gebeurt niets,” stelde Mormon.

Nieuwe dimensie
Moderator van de avond, Karin Refos, wees erop dat het nu gaat om een nieuwe dimensie: waar de huidige wetgeving uitgaat van individuele rechten op gronden, gaat het nu om collectieve eigendomsrechten. Inheemse leider, kapitein Lloyd Read, plaatste het onderwerp in historisch perspectief. Hij wees erop dat de leefgebieden van oudsher van de inheemsen zijn geweest. “Inheemsen zonder grondgebied zijn geen inheemsen,” stelde Read. De manier waarop inheemsen naar land kijken, verschilt fundamenteel van andere groepen: het land wordt collectief beheerd.

Verwijzend naar de Grondwet merkte Read op dat daarin wordt gesproken over de natuurlijke hulpbronnen als eigendom van de natie. In de praktijk echter, zo stelde hij, profiteert vooral de kustvlakte van deze hulpbronnen, terwijl de woon- en leefgebieden van de inheemsen nauwelijks ontwikkeling kennen op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur.

Uit het publiek kwam eveneens de oproep om niet meer te spreken over een 'vraagstuk' maar over rechten, authenticiteit en mensen.