In de zaak tegen ex-minister Gillmore Hoefdraad van Financiën heeft advocaat Murvin Dubois zijn dupliek gehouden op de zitting van het Hof van Justitie. Op 17 maart zal hij het laatste woord van Hoefdraad, die ondergedoken is, voorlezen. Het Hof heeft na een schorsing besloten in het kader van een eerlijk proces mee te werken hieraan, hoewel de machtiging van Hoefdraad niet kan worden nagetrokken. De verdediging blijft erbij dat Hoefdraad vrij wordt gesproken van de gehele ten laste legging.

De raadsman is uitvoerig punt voor punt ingegaan op het requisitoir van het Openbaar Ministerie (OM). Uit het onderzoek is komen vast te staan dat alle in de ten laste legging genoemde financiële middelen aangewend zijn geworden voor bestuurlijke uitgaven. Eveneens kan niet van het onttrekken aan de ambtelijke bestemming worden gesproken als de monetaire autoriteiten een keuzemogelijkheid hebben bedongen, door af te spreken dat de ter beschikking te stellen middelen voor schuldverrekening of financiering zullen worden aangewend en uiteindelijk bij het aanwenden gekozen is voor financiering. Benadrukt wordt dat Hoefdraad geen enkel geldmiddel aan zijn ambtelijke of bestuurlijke bestemming heeft onttrokken en door de vervolging evenmin is gesteld welke wettelijke taken door de financiering ongedaan zijn gemaakt.

De verdediging van Hoefdraad heeft aangevoerd dat het OM noch bij de delictsomschrijving, noch aan de hand van de constitutieve kenmerken heeft kunnen aantonen dat er überhaupt sprake is van een criminele organisatie. Er zijn ook  geen feitelijkheden aangedragen om te destilleren dat Hoefdraad lid was van een organisatie. De verdediging vraagt zich dan ook af op grond, waarvan de vervolging meent te hebben bewezen dat Hoefdraad deel heeft uitgemaakt van een organisatie dat als motief had het plegen van misdrijven daarbij zonder enig bewijsmiddel aan te halen waaruit dat zou moeten blijken.

"Nu het bewijs van deelneming aan een criminele organisatie ten ene male ontbreekt kan dien ten gevolge dan ook de kwalificatie van wettig en overtuigend aan voornoemd bewijs niet worden toegekend. Wat er niet is, dan wel niet bestaat, kan niet gekwalificeerd worden en dan kan uw Hof ook niet tot het wettig en overtuigend bewijs komen dat Hoefdraad heeft deelgenomen aan een criminele organisatie en verzoeken wij u, dan ook hem van hetgeen hem verweten wordt vrij te spreken", stelde Dubois. Hij haalde diverse documenten en jurisprudentie aan om de stelling van de verdediging te onderbouwen. Na het laatste woord van Hoefdraad op 17 maart zal het Hof van Justitie een datum bepalen voor de uitspraak in hoger beroep.