Ambassade intermediair tussen Surinaamse en Nederlandse gemeenschap

De Nederlandse ambassade heeft volgens ambassadeur Art Jocobi een andere functie dan voorheen het geval is geweest. De relatie met Suriname is zoals vaker aangekondigd verlaagd naar het niveau van de beide volkeren in plaats van op regerings- en politiek niveau. Met de nieuwe functie zijn ook de taken van de ambassade enigszins veranderd.

Jacobi verwijst naar een ‘Suriname schrijven’ van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken in november aan de Nederlandse Tweede Kamer. Daarin wordt de relatie omschreven als “één die niet langer zal plaatsvinden op het niveau van overheid tot overheid, maar van maatschappij tot maatschappij”. In de brief wordt aangegeven dat aan de hand van de thema’s, rechtsstaat en veiligheid, handel en economie, cultuur, onderwijs, volksgezondheid en sport en milieu water en klimaat, de relatie zal worden voortgezet.

Niet terug
Jacobi verduidelijkte maandag dit standpunt toen hij samen met het mensenrechtenbureau, Moiwana de aankondiging deed van een 5 kilometer wandelloop en een mensenrechten beurs, op respectievelijk 9 en 10 december. Welvaart, veiligheid en rechtstaat voor de beide volkeren is het directe werkveld van Jacobi en zijn ambassadepersoneel. Over hoe dat precies in de praktijk moet uitwerken, zegt Jacobi dat daaraan gewerkt wordt.

Hoe het moet uitpakken wanneer in het werk van de ambassade ook de politiek komt bij kijken is voor de ambassadeur geen probleem. “We houden de relatie strikt op het niveau van gemeenschap tot gemeenschap. We willen net als Suriname, niet terug naar een situatie zoals die was met de ontwikkelingsrelatie”, zegt hij. Als het er op aankomt dat enige betrokkenheid van president Desi Bouterse en zijn regering onvermijdelijk zal zijn, zegt Jacobi, “dat zien we nog wel”.