Column: Wat een rotdag!
05 Dec 2011, 07:30
foto


Ik ben niet snel in een slecht humeur, maar mijn reis naar Mauritius is niet goed begonnen. Het begon vrijdagmiddag. Vrijdagavond zou ik vertrekken van Amsterdam naar Parijs, daar twee uur wachten en vervolgens nog eens elf uur in het vliegtuig zitten naar Mauritius.
’s Middags had ik alles afgemaakt wat ik voor die dag moest doen en zou, om te ontspannen, luisteren naar ghazals van Chitra en Jagjit Singh. Prachtige liederen van onbereikbare liefde en intens verlangen en smart. Ik versta niet wat ze zingen, maar internet zit vol met vertalingen van hun liedjes.

Jagjit Singh is onlangs overleden. Van zijn vrouw Chitra had ik al jaren niets gehoord.
Laat me haar eens googelen, dacht ik bij mezelf. Zouden ze na al die liefdesliederen uiteindelijk gescheiden zijn?
Nee, ze waren nog bij elkaar, tot de dood van Jagjit Singh. Zij was eerder getrouwd geweest. Ze had een dochter die op latere leeftijd zelfmoord pleegde. Vervolgens kreeg ze een zoon met Jagjit Singh. Op volwassen leeftijd kreeg die een fataal auto-ongeluk en overleed. Ik las het met ontzetting. Wat erg voor die vrouw, en natuurlijk haar man. Maar sindsdien heeft ze zich uit het publieke leven teruggetrokken.

Mijn middag begon goed, maar ging nu de depressieve mood in na dit verhaal. Maar gelukkig bracht mijn lieve vrouw me naar Schiphol. Ik had ingecheckt. We zaten wat te drinken. Iedere minuut die je samen kunt doorbrengen in het leven moet je benutten.
Zij: “Moet je niet langs de douane gaan?”
Ik: ”Nog even een paar minuten”
Zij, een kwartier later: “Moet je niet gaan. Straks mis je je vliegtuig nog.”
OK, we stonden op. Wat bleek. Ik moest niet bij de internationale douane, maar de Europese. Daar was een rij van, naar ik schat, 10 km.
Dat zag er niet goed uit. Het ging gestadig, maar langzaam. Shit, nu mis ik mijn vliegtuig nog.
Toen ik de douane voorbij was, holde ik naar de gate. Ik kon nog net mee.
Hè, hè. Ik was doodmoe.

Het was een uur vliegen naar Parijs. Daar duurde de overstap twee uur. Ik was ruim op tijd bij de gate, waar honderden mensen stonden te wachten om in te stappen in een Boeing 747. Mijn vermoeidheid na maanden hard werken sloeg toe, toen een Filippijnse vrouw uit Amerika plotseling tegen me begon te praten.
Fillipijnse vrouw: “Is this your first time to Mauritius?”
Ik: ”Yes. And yours?”

Dat was de grootste fout die ik maakte: een wedervraag stellen.
Vervolgens begon zij aan één stuk door te ratelen: ze is op jonge leeftijd naar Amerika gegaan met haar familie (ik ben moe), ze heeft een zus die in Haïti met een man uit Mauritius is getrouwd (ik wil slapen), zij is gepensioneerd en reist veel (kun je alsjeblieft je mond houden), zij is …. bla-bla-bla. Ik zoek naar een aan-uit knop bij haar mond, maar kan die niet vinden.
Geïrriteerd en doodmoe onderga ik dit alles. Je wilt niet onbeschoft overkomen.

Ik zit naast een blank Frans echtpaar. Tot overmaat van ramp laat iemand een stinkende scheet. Je weet niet wie het is. Ik weet zeker dat ik het niet was, maar het echtpaar kijkt me afkeurend aan. “Zeker omdat ik bruin ben,” denk ik bij mezelf.
Nu maar hopen dat het eenmalig is, want het vooruitzicht om de hele reis stinkende puffen in te moeten snuiven is allerminst aanlokkelijk.

We vertrekken om 23.35 uur. Om half een ’s nacht krijgen we een warme maaltijd. Het is niet te vreten. Dan maar wat droog brood met boter.

Half slaperig en helemaal vermoeid kom ik de volgende middag in Mauritius aan. In de rijen bij de douane zie ik de Fillipijnse vrouw staan. Ik kijk recht voor me uit maar observeer haar vanuit mijn ooghoeken. Ik voel dat ze naar me kijkt, maar doe alsof ik haar niet zie, draai me nonchalant met mijn rug een beetje om en zoek in mijn tas zogenaamd naar mijn paspoort. Gelukkig gaat haar rij sneller dan de mijne.

Buiten word ik opgewacht door iemand van de organisatie: “Professor Hira?”
“That’s me”, antwoord ik.
Als je veel publiceert, noemen mensen je al gauw professor op dit soort conferenties. Ik heb in mijn communicatie al duidelijk gemaakt dat ik niet aan een universiteit werk en bovendien onder een pseudoniem opereer en een pseudoniem heeft geen titel.
Maar hier hechten ze eraan. Ik laat het maar zo.

Marcus Garvey, in de jaren dertig de grondlegger van een internationale massabeweging van miljoenen Afro-Amerikanen in de wereld, had ontdekt dat de Europese elite zich graag met titels behangt: Koning van Engeland, hertog van Windsor etc. Hij bedacht: waarom kunnen zwarte mensen niet hun eigen titels dragen en dus verzon hij titels zoals “hertog van de Nijl” die gegeven werd aan zwarte mensen die een belangrijke bijdrage leveren aan de zwarte gemeenschap. De Nijl is de rivier waar de eerste zwarte beschaving in de wereld zich had gevestigd.

Vorige maand maakte ik een prachtige reis met de boot in de Warappakreek. Wat een heerlijke rustgevende omgeving!
Ik kom tot rust als ik eraan dacht. Ik heb heerlijk geslapen in het hotel en heb gedroomd dat Marcus Garvey me een titel had gegeven: hertog van de Warappakreek.

Sandew Hira
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May