Administratieve en financiële rompslomp bevorderen boedelprobleem

Administratieve problemen en hoge kosten bij het overschrijven van percelen bevorderen het boedelprobleem. Administratieve bureaucratie, waaronder het krijgen van een kavelvergunning, werkt stagnerend. Aan de andere kant zijn er ook personen die niet in staat zijn de leges en overschrijvingskosten te betalen.

Volgens assembleelid Asiskumar Gajadien (Nieuw Front/VHP) werkt dit belemmerend in de ontwikkeling van vooral jongeren die van hun ouders een terrein krijgen. Zij kunnen niet aan zelfbouw doen en ook niet zelfstandig een lening nemen om te bouwen. Ook parlementariër Anton Paal (Mega Combinatie/PALU) heeft de aandacht van de regering hiervoor dinsdag tijdens de assembleevergadering. Hij vroeg zich af of het niet onterecht is dat bij de overschrijving van eigendomspercelen, in tegenstelling tot erfpacht en grondhuur, er kosten aan zijn verbonden.

Twee gevallen
Kitty Olf van het notariaat Jan Currie, legt uit dat overschrijvingskosten normaal zijn en bij wet zijn vastgesteld. Zij zegt dat de kosten niet hoog zijn bij het overdragen van een boedel aan erfgenamen. “Het zijn slechts de zegelrechten die betaald moeten worden en die zijn te verwaarlozen. Het gaat om een normale scheiding of deling’, zegt zij.

Anders is het wanneer er sprake is van een overdracht van een koop of verkoop. Dat is een transactie die nogal wat kost. Dan wordt afhankelijk van de waarde van het perceel volgens de wet 7,5 procent in rekening gebracht. Daarbij opgeteld zijn er de kosten van de notaris, administratieve kosten en omzetbelasting. Dit kan uiteindelijk komen op 12 tot 13 procent van de waarde van het terrein. In beide gevallen maakt het niet uit wat de status is van het perceel, erfpacht, eigendom of huurkoop.

Beroep regering
Gajadien zegt dat er enige verwarring is omdat bij overdracht in de praktijk. Wanneer de ouders of beheerders en eigenaren van de terreinen al zijn overleden, dan wordt de overdracht gezien als een verkoop of schenking. Hierdoor moet, zoals Olf dat uitlegt, veel meer geld worden neergeteld. Volgens Gajadien is hier de 13 procent veel te hoog en de afwikkeling een lijdensweg. “Dit bevordert dat de overdracht niet kan plaatsvinden en jaren duurt. Ik ken hiervan een aantal gevallen”, zegt hij.

Dat de kosten hoog oplopen met de 13 procent komt omdat volgens Gajadien de waarde van de percelen marktconform zijn en als zodanig worden meegenomen in de berekening. Hij doet een beroep op de regering deze kwestie in overweging te nemen en ervoor te zorgen dat de administratieve rompslomp wordt weggewerkt en de hoge overdrachtskosten worden verminderd.

Wilfred Leeuwin