Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 73
27 Nov 2011, 17:30
foto
Defile van de gewapende machten op onafhankelijkheidsdag. (Foto: Ramon Keijzer)


“Zo, dat was weer onze zoveelste onafhankelijke dag.”
“Praat goed, mang! Dat was de viering van onze staatkundige onafhankelijkheid.”
“Maar baas heeft de show gestolen: in de regen is hij de troepen gaan inspecteren.”
“Neks no nat, in de stad, zo is dat!”
“Jouw Ronald zou wachten op paraplu.”
“In feite moest die paraplu klaarstaan.”
“A bin de, en wiens a no bin de, mi Desi bin tik’a aling. Zijn troepen in de regen, hij als opperbaas ook in de regen.”
“Afdeling...nat. Voorrrwaarrrts.....spat. Rrrechtsomkeerrr....zon!”
“Sjaak, ga nou zitten. Je morst met dat glas in je hand.”
“Jammer dat er niemand van de Nederlandse ambassade uitgenodigd was, ik zou die gasten hebben meegetroond, zo van: zeg’es Annemiek of Willem-Jan, sulle we’s effe lekker wat in de regen laupe? Da’s toch beter dan die mist en vriespuntkaw bei jullie?”
“Hij zoekt maar ruzie met die bakra’s, terwijl we hard geld nodig hebben om onze projecten te financieren.”
“Ach kom, een modderlandje met maar zestienplus miljoen. Da’s tjikkenfiet. Grote landen kijken naar ons, landen met honderden miljoenen inwoners, met miljarden.”
“Die ons, met onze half miljoen honderd maal inslikken en opslorpen, voordat we het door hebben.”
“Da wat? Die zijn tenminste wel bereid in ons te investeren en die kwebbelen maar niet steeds over dat traumatisch decemberding.”
“Dat toentertijd vooral door toedoen van politiek Den Haag veroorzaakt is, net als die coup van 1980.”
“Is niet waar, hoe kunnen jullie zulke dingen zeggen.”
“Jij was nog op de lagere school toen het gebeurde, dus zeg maar liever niets. Laat die toentertijdse militair attachee van de ambassade van Nederland, kolonel Valk, die al jaren niet meer kan en mag spreken, zijn boekje opendoen, net als die onlangs overleden toenmalige ambassadeur van Nederland alhier, jonkheer Vegelin van Claerbergen die al de geheimen rond tachtig heeft meegenomen in zijn graf. Zo had hij op een gegeven moment geen grib meer had op die kolonel. Die kolonel Valk had een heel goede band met Desi B., al vóór de coup en zeker daarna.”
“Laat die hypocrieten in die Kamer daar aan de Noordzee over deze duistere zaken praten, dan doen ze wat goeds.”
“Hé, hé, voorzichtig man, let op je woorden.”
“Volgens mij zoeken ze gewoon een reden om lastig tegen ons te doen, omdat we niet als brave hondjes aan hun leiband willen lopen.”
“Net zoals Baas heeft gedaan: jij nodigt mij niet uit op je koninginnefeest; ik nodig jou ook niet uit op ons onafhankelijkheidsfeest.”
“Dat is ‘oog om oog, tand om tand’ en als goed christen mag je niet zo denken en doen.”
“Heeft z’n geestelijk adviseur hem dat geadviseerd?”
“Stoer gepraat van jullie. Je kan geen ruzie gaan zoeken met een land waar de helft van onze bevolking nog steeds sterke familierelaties mee heeft.”
“Baas n’e soekoe trobi nanga ding sama dati; hij heeft het over die zeurpieten in de Tweede Kamer die steeds op hem fitten.”
“Tenminste Baas sit ding uit Suriname afkomstige Nederlanders; nu kunnen die, en ook anderen een toeristenkaart op Schiphol bij vertrek naar Suriname kopen, of bij aankomst op Zanderij.”
“Laat Nederland dat uit reprociteit ook doen voor alle Surinamers die eens Nederlanders waren, dus een ieder die vóór 1975 geboren is.”
“Dus we kopen een toeristenvisum voor Nederland op Zanderij of bij aankomst op Schiphol?”
“Ja, dat moet toch kunnen. Dan zijn we dat mensonwaardig gebedel om een visum daar aan de Van Rooseveltkade kwijt. Waarom moeten wij als mensen beperkt worden omdat politici het niet met elkaar kunnen vinden?”
“Maar die Angolese jongen, die Mauro, poti, een verblijf weigeren, dat konden ze wel. Wat een heldendaad.”
“Let op je woorden, de muren hebben oren. Straks gaan ze bij de ambassade over jou klikken en dan ie keba foe kies visum foe gha P’tata.”
“Da wat? Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden en er zijn andere bestemmingen dan La Hollande”
“Nou, dat geldt ook voor een vijftal Chinese broeders uit Tanzanië. Die zaten in de transit-lounge van Schiphol te wachten op hun doorreis naar Hong Komg. Toen merkte een lid van de marechaussee op dat ze voorzien werden van nieuwe paspoorten en tickets. Jullie mogen driemaal raden wat hun nieuwe bestemming was.”
“Zanderij, Suriname. Echt niet moeilijk om te raden. We fungeren al jaren als zodanig.”
“En ik durf honderd srd te verwedden dat die nieuwe paspoorten blauw van kleur waren.”
“Nu zitten ze vast daar. En men onderzoekt of er een netwerk in charge is.”
“Mosterd na de maaltijd. Dat netwerk is al ontmanteld en een ander is al weer opgezet.”
“Maar niet alleen Chinezen ontvluchten hun land. Weten jullie hoeveel hardwerkende Hollanders hun land uitvluchten omdat ze de belastingdruk willen ontlopen? Ze vinden het hoogst oneerlijk dat hun zuurverdiend belastingsgeld door hun overheid wordt gebruikt om corrupte luilaklanden aan de Middellandse Zee te subsidiëren.”
“Klopt, en dat vinden die Duitsers nog sterker. Waarom denk je dat de neo-nazi’s daar weer opkomen?”
“Bestuurskundige Bollie taki: met recht zijn we staatkundig onafhankelijk geworden.”
“Maar hij zegt ook dat onze militaire politie de Guyanezen in Tigri niet aankon.”
“Is niet waar. Ten eerste hadden we daar geen militaire politiemannen, MP-ers, maar militair getrainde politiemannen.”
“Defensie politie, Defpol, door Jopie Pengel opgericht.”
“Weten jullie dat die Defpollers opgeleid waren door de beste junglecommando van die tijd, de Indo Lapré, toen uit actieve Nederlandse krijgsdienst getreden en werkzaam was bij de overheid in Paramaribo.”
“Lapré had de Defpol tot een goed geoliede vechtmachine getraind; alleen moest hij het doen met oude politiekarabijnen.”
“Weet je dan niet dat Lapré toen rechtstreeks vanuit het bos via de radio een lading moderne wapens aangevraagd en gedropt heeft gekregen?”
“Van wie? Van de FARC?”
“Nee mang, die bestond toen niet. Waarschijnlijk van de Venezolaanse kant; er waren goede relaties tussen Suriname en Venezuela.”
“Waarom is Tigri dan toch in handen van de Guyanezen gevallen?”
“Omdat Den Haag Lapré intussen had teruggeroepen in krijgsdienst.”
“Volgens mij had het pas onafhankelijk geworden Guyana bij Engeland geklaagd dat ‘those Surinamese in the triangle’ wapens gedropt hadden gekregen.”
“En Den Haag wilde zijn commerciële belangen met Engeland niet vertroebelen door een stuk oerwoud in de achterhoek van Nederlandsch Guyana.”
“Laat die oud-Trissers die hier mooi op vakantie zijn en herinneringen komen ophalen, vertellen of ze één minuut zijn ingezet om dit deel van het Nederlands grondgebied te verdedigen.”
“Wat zijn Trissers?”
“Ja, dat leren ze jullie niet meer op school, jullie krijgen zeker alleen maar opgeblazen slavernij-verhaaltjes te slikken.”
“Da wat? Dat is toch goed om te weten?”
“Alsof dat weten ons verder brengt. Maar als je je moderne geschiedenis kent, kan je eerder doorhebben wie jou voor de gek houden, en hoe. En dan kan jij je toekomst ook beter richting geven.”
“TRIS stond voor TRoepenmacht In Suriname, de naam van de Hollandse legereenheid die in het Prins Bernhardkampement, nu Memre Boekoe Kazerne (MBK), gevestigd was. De TRIS mocht het zogenoemde betwist gebied niet betreden.”
“Maar de Defpollers wel?”
“Natuurlijk. Ze hadden vanuit de TRIS-post te Coeroeni enkele posten, zoals ‘Bofroe’, in ‘de driehoek’ en hadden verschillende lijnen door het gebied gekapt. Ze hadden alles wat Guyanees was eruit gejaagd; en het was Lapre die de strategisch liggende post Tigri aan de boven-Corantijn opzette.”
“Dus dat was het verraad van Nederland.”
“Ja, en toen Lapre weg was, bleef de Defpol zonder leiding achter en hier in Suriname waren er ook verraders die verder meehielpen aan de aftakeling van het korps. Zo kregen ze geen voeding meer in het bos en moesten ze die moderne wapens inleveren, want dat mocht niet op Nederlands grondgebied.”
“Tjeezis, ik wist dit niet, en hebben ze die wapens ingeleverd?”
“Ja, maar helemaal uit elkaar gehaald en in zakken met zand gedaan, zodat de TRIS die wapens ook niet kon gebruiken.”
“Hoe weten jullie deze dingen?”
“Mijn oom was bij de Defpol en heeft zijn belevenissen in een boekje gepubliceerd. Mi verslind a boekoe en toen kwam ik deze dingen te weten.”
“Hoe heet dat boek, wie schreef het?”
“Als ik me niet vergis heette het boekje ‘Tigri, erfenis van een verraad’ en mijn oom, hij is inmiddels gepensioneerd politieofficier, heet Alwin Grant.”
“Jere jongeman, wij zuipen, maar we lezen ook. Jullie generatie zuipt, maar leest nauwelijks.”
“Is niet waar, jullie doen altijd alsof jullie generatie zo geweldig is.”
“Maar Karel Doe-man heeft gelijk; er is iets niet pluis aan die rundimport uit Brazilië.”
“Ja, een vreemde zaak, waarom levend vee importeren? En waarom meteen naar Baboenhol vervoeren? Op kosten van de belastingbetaler?”
“Willen bepaalde lieden onder het mom van ‘de vleesvoorziening veilig stellen’ levende runderen importeren om via het staatsbedrijf een eigen runderteelt op te zetten?”
“Zou kunnen, daarom zijn die beesten vrij van invoerrechten.”
“En de koeienkwekers moeten op alle inputs invoerrechten betalen.”
“Net zoals in de kipsector: de importeurs van kipdelen die in de USA niet voor de menselijke consumptie worden gebruikt, werden voorheen nauwelijks belast; nu een beetje. Maar onze eigen kiptelers betalen op al hun inputs het volle pond.”
“Natuurlijk kunnen onze producenten van gezonde hormoonloze kippen dan niet concurreren tegen die nauwelijks belaste importkip vol hormonen en antibiotica.”
“Dan vraagt men zich af waarom steeds meer mensen steeds jonger aan bijvoorbeeld suikerziekte lijden. N’a rommel s’a w’e vr...”
“Jij moety niet praten, joie nanga joe djunkfood.”
“”Dat liever dan die djunkdrank die jij zuipt.”

Rappa
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May