Randjietsingh: Ontwikkelingshulp heeft Suriname niet weerbaar gemaakt

Radjkoemar Randjietsingh (fractieleider Nieuw Front en ondervoorzitter VHP) zegt bij de viering van 36 jaar onafhankelijkheid dat de 3,2 miljard Nederlandse florijnen aan ontwikkelingsgelden, Suriname niet weerbaar hebben gemaakt. In één adem zegt hij erbij, “maar laten we wel zeggen dat we enorm veel met het geld hebben gedaan en dat de VHP nooit een tegenstander is geweest van de onafhankelijkheid, zoals door velen wordt beweerd”, zegt de politicus.

De VHP, toen in 1975 de belangrijkste oppositionele partij was tegen de voorwaarden die waren afgesproken tussen de toenmalige NPK-regering (NPS, PSV, PNR en de KTPI) en Nederland. “Had men naar ons geluisterd en was meegegaan met de voorwaarden zou de onafhankelijkheid er nu anders hebben uitgezien. Desondanks kunnen we de schuld niet in de schoenen schuiven van de toenmalige regering en Nederland alleen. Wij van de VHP hebben om belangrijke reden dan ook onze medewerking verleend dat Suriname onafhankelijk werd”.

Geen taboe
De VHP stelde bij de beraadslagingen voor de onafhankelijkheid onder andere de voorwaarden dat er een echt ontwikkelingsleger zou komen, dat niet alleen geld werd gegeven maar dat ontwikkelingsbedrijven zoals Wageningen werden voortgezet en verder ontwikkeld, dat grote infrastructurele werken zouden worden gebouwd en de agrarische sector werd ontwikkeld door gronduitgifte voor landbouwarealen.

“De onafhankelijkheid was geen taboe voor ons. Wij hebben als partij toch meegewerkt omdat er verbroedering in zat, zoals dat ook staat aangegeven in onze heilige schriften’, zegt Randjietsingh.

Op de wereldkaart
Volgens de VHP-parlementariër heeft de onafhankelijkheid Suriname op de wereldkaart geplaatst. “We zijn ondanks vele tegenslagen toch ergens beland”. Randjietsingh zegt wel dat als de onafhankelijkheid niet was gekomen, Suriname bespaard zou zijn gebleven van periodes die verval en afgang hebben ingeluid. Hij noemt de staatsgreep van 1980, de binnenlandse oorlog, de periode van vóór 1987 waar volgens hem Suriname tot het laagste niveau was afgezakt met een hemelhoge inflatie. “Aan die situaties hebben wij de dag van vandaag te danken. Na de staatgreep hebben we getracht de sociale schuld aan de samenleving in te lopen maar het gaat moeizaam.”

Volgens Randjietsingh moet Suriname de lessen uit de afgelopen perioden vertalen naar beleid. Het land is nog veel te veel afhankelijk van importen in plaats van eigen productie. Hij ziet perspectieven in de agrarische sector als het gaat om rijst, groenten en bananen. Het opzetten van particuliere bedrijven moet breed gestimuleerd worden. “Waarvoor we moeten waken is dat we niet terugvallen. Maar een goed platform als uitgangspunt hebben, daar heeft de Nieuw Front regering wel voor gezorgd”, vindt de politicus.

Wilfred Leeuwin