Column: Koloniaal versus slavernijverleden
03 Jul, 00:59
foto
Hans Breeveld


Met het veroveren van gebieden door het Westen en daarover het bestuur voeren ontstonden koloniën. Soms ook wel wingewesten genoemd. De verhouding van de kolonisator tot de plaatselijke bevolking was in de meeste gevallen een van onder en boven schikking. De Europeaan stelde zich op als de alweter, de baas. Volgens onder andere religieuze en culturele principes en later de leerstelling van de white man’s burden had de Europeaan (de witte man) de taak op zich genomen gekoloniseerde volken op te voeden en te leiden. Sommigen zeggen: “Om hen te civiliseren of te cultiveren”. De culturen uit Europa zijn daardoor decennia- zo niet eeuwenlang de dominante culturen in de wereld geweest en zijn ze dat vaak nu nog.

Met de zogenaamde ontdekkingsreizen, die vaker rooftochten bleken te zijn begon een periode die later ons koloniaal verleden werd. Bij de onafhankelijk wording eindigde namelijk formeel deze periode. Een eventuele compensatie voor de schade veroorzaakt in de koloniale tijd werd vaak overeengekomen bij de soevereiniteitsoverdracht. Voor Suriname was dat 25 november 1975.

Het is in dit verband belangrijk te weten dat toen het leger van Haïti onder aanvoering van Toussaint Louverture het Franse leger onder aanvoering van Napoleon Bonaparte had verslagen, Frankrijk geen cent aan Haïti gaf als compensatie. Frankrijk vroeg in tegendeel een schadevergoeding van 150 miljoen franc aan Haïti om door Frankrijk erkend te worden. Ondanks de schuld aan Frankrijk in 1830 met de helft werd verlaagd kon Haïti deze pas in 1947 volledig afbetalen. Haïti moest het geld betalen, want toen het in 1804 een onafhankelijke staat werd was er geen land dat Haïti bijstond, of waar Haïti handel mee kon drijven. Mede hierdoor is Haïti wat Haïti vandaag is.

Als er over het Slavernijverleden wordt gesproken dan gaat het om een specifiek deel van het koloniale verleden. De slavernij heeft extra aandacht getrokken vanwege de dehumanisering van een grote groep van mensen. De wreedheden die ten opzichte van hen gepleegd zijn, het brandmerken van mensen, straffen met Spaanse bok, het radbraken, met een haak in de ribben iemand ophangen en ga zo maar door.  Niemand had kunnen bevroeden dat mensen - vooral niet zij die anderen wilde civiliseren en cultiveren - tot zulke wreedheden zouden kunnen vervallen ten opzichte van hun medemens. Terwijl er naast fysiek ook moreel geestelijk tal van verminkingen plaatsvonden.

Slavernij wordt gekenmerkt door het ontnemen van de vrijheid en het moeten verrichten van onvrijwillige en onbetaalde arbeid. Arbeid waarbij niet op eventuele contracten kan worden teruggevallen. Dat is het essentiële verschil tussen slavernij en migratie. Zodra met groepen van mensen een contract wordt gesloten blijft het aspect van humaniteit – medemenselijkheid - bestaan.  Er zijn personen en organisaties die substantiële aanzetten hebben gegeven tot verandering van deze mensonterende situatie.

In de Verenigde Staten hadden wij de abolitionisten. Een dochter uit deze groep Harriet Beecher Stowe wist met haar boek  “Uncle Tom’s Cabin” veel aandacht te vragen voor het verfoeilijke systeem van slavernij. Het waren de leden van onder andere de Black Moslims en Black Power beweging die decennia later prominent direct of indirect de mogelijke compensatie van de nazaten van in slavernij gehouden mensen op tafel legden. Conferentie na conferentie liepen ze af om de wereld kond te doen van wat slavernij was en hoe dit systeem nog doorwerkt in het heden. Nog hoor ik de stem van Stokely Carmichael, die zich later Kwame Ture noemde, die van de Verenigde Staten zei: “We (de Afro-Amerikanen) built this country, because we’ve picked the cotton”.

Decennialang was hetgeen de voormalige tot slaafgemaakten bereikten niet dankzij het systeem, maar ondanks het systeem. Er zijn meerderen geweest die in woord en geschrift erop gewezen hebben hoe groot de bijdrage van de in slavernij gehouden Afrikanen was in het produceren van welvaart, terwijl zij het minst en het laatst daarvan hebben mogen profiteren. Wij denken aan Frederik Douglas, Martin Luther King, Malcolm X, maar zeker ook aan de verdienstelijke studie die onze Armand Zunder gemaakt en gepubliceerd heeft. 

Concluderend kan gezegd worden dat het slavernijverleden een deel van het koloniaal verleden is geweest, waar eeuwenlang door honderden, neen duizenden personen en organisaties terecht aandacht voor gevraagd is en nog steeds gevraagd wordt.

Hans Breeveld
Advertenties