Het schijnt dat niemand zich echt president van Suriname kan of wil noemen zonder China te hebben bezocht tijdens zijn regeerperiode. President Chan kon geen uitzondering op die regel zijn. De reis heeft tenminste concreet opgeleverd de kwijtschelding van een schuld, waarvan onze leiders niet eens meer wisten dat wij die bij China hadden. Hoe is dat mogelijk? We hebben toch een Bureau voor de Staatsschuld dat keurig en betrouwbaar onze staatsschuld vastlegt en bijhoudt? Ik hoop daarom dat de president niet: “Dank je wel China” heeft gezegd alvorens ons Bureau te hebben geraadpleegd. US$ 5 miljoen is toch geen kattenpis.
Er zijn mensen die zich zorgen maken of wij met al die bezoeken aan China niet bezig zijn met een rekolonisatieproces, waarbij de kolonisator nu niet uit Europa, maar uit Azië komt. Het bezoek aan China is geopolitiek bekeken “a must”. Geen land kan om deze grote mondiale speler heen. Zelf vraag ik mij af of wij ons niet meer zorgen moeten maken over een mogelijke overheersing door onze westerbuur.
Ik denk daarbij niet alleen te staan. Zie maar de grote verontwaardiging in Suriname toen president Chan – in China - plotseling een merkwaardige brief tevoorschijn toverde. Een gezamenlijke brief van hem en het Guyanese staatshoofd werd bij de overhandiging gezegd. Het bleek een verzoek tot financiering van de brug waarover er in Suriname in de hoogste kringen nog veel vragen, maar vooral zorgen zijn. Veelvuldig werd de vraag gesteld of onze president nu loopjongen van zijn Guyanese collega is geworden? Heeft het Surinaamse volk geen grotere problemen dan het bouwen van een brug, waar er nota bene legio juridische vraagpunten aan kleven?
Overigens was het niet de eerste keer dat wij het Staatshoofd van Guyana een dienst bewezen op een buitenlandse reis. Guyanese hoogwaardigheidsbekleders hebben toch een paar keer – ook onder president Bouterse - mogen meevliegen naar grote belangrijke internationale conferenties? Dat was in de tijd toen de Guyanese vicepresident zijn enorme kennis over carbon credits met ons zou delen of althans ons zou helpen met het verzilveren van onze enorme bebossing.
Sinds het meningsverschil over de vermeende Surinaamse toezegging van visvergunningen aan Guyanese vissers was de enige tijd die de Guyanese vp voor Suriname wilde inruimen het schofferen van onze leiders en het Surinaamse volk. Wij hebben hem lang niet meer daarover horen praten. Misschien moet aan de president of de minister van LVV gevraagd worden wat de oplossing – in deze case – is geweest? Of zoekt Suriname, zoals zo vaak, de oplossing in niets aan het vraagstuk te doen en te hopen dat de tijd een oplossing brengt?
Wat de brug betreft zal de president met leden van De Nationale Assemblee in discussie moeten gaan. Het siert geen enkel land dat volksvertegenwoordigers – van de oppositie – steeds weer buiten het parlement hun zorgpunten over belangrijke projecten ventileren. Het is beter dat de president in deze de kloof tussen hem de oppositie nu overbrugt dan halsstarrig door te gaan met de brug die politiek Suriname in plaats van te verbinden steeds meer scheidt.
Hans Breeveld