Geffery wil bijstand van neuroloog Baptista

Het verhoor van de verdachte Ernst Geffery (69) in het 8 december strafproces is na ruim twee uur verdaagd naar 9 december. De verdachte zei dat hij last heeft van zijn geheugen en onder behandeling is van neuroloog Roberto Baptista. Hij wil graag zijn arts bij zich hebben, terwijl hij verhoord wordt. De Krijgsraad heeft na een schorsing ingestemd hiermee.

Het verhoor van Geffery door de Krijgsraad was vergevorderd. Aan het woord was auditeur-militair Roy Elgin. Hij vroeg de verdachte in hoeverre zijn geheugen functioneert, want soms weet hij zich iets goed te herinneren en soms weer niet. Elgin ging terug naar de coup van februari 1980. Hij wilde weten of de groep van de zestien coupplegers een hechte band had. Hij wilde weten of er gebeden is en een 'sweri' gedaan voor de coup.

Relevantie vragen
Kathleen Brandon, die waarnam voor raadsman Irwin Kanhai, tekende bezwaar aan tegen de vragen van Elgin. Zij bracht naar voren dat de coup van 1980 niet aan de orde was. Zij wees de Krijgsraad erop dat de auditeur-militair vragen stelde waarvan ze de relevantie niet inzag.

Na een schorsing zei president Cynthia Valstein-Montnor dat de Krijgsraad de vragen wel relevant vindt. De groep van zestien is betrokken geweest bij het 8 december 1982. Elgin zei dat 8 december 1982 voortvloeit uit de coup en niet uit de lucht is komen vallen.

Hulp bij antwoorden
Tijdens het verhoor bleek dat diverse getuigen verklaard hebben dat Geffery op 7 en 8 december aanwezig was in het Fort Zeelandia. Geffery bleef ontkennen dat hij daar was. "Ik was niet daar, ik was bij de Marine. Zij houden van mijn naam, daarom noemen ze mij", zei hij. Geffery bevestigde dat hij aanwezig was toen de voorzitter van de Moederbond, Cyrill Daal, werd opgehaald .

Geffery zei dat hij geen opdracht hiertoe had, maar erin gerold is. Geffery reed elke morgen mee naar het werk met Roy Tolud, ook van de groep van zestien en intussen wijlen. Zo werd hij in de vroege ochtend van 8 december opgehaald. Er zaten meer mannen in de auto. "Wij zijn gereden naar het huis van Daal, maar ik was niet naar binnen gegaan", zei Geffery. Valstein-Montnor hield hem voor dat hij medeplichtig is als hij erbij was. Geffery had eerder verklaard dat hij bij de deur stond en vandaag zei hij dat hij in de auto was, later zei hij dat hij tegen de auto leunde.

Geffery zei dat de antwoorden in zijn hoofd zijn, maar hij kan zich niet altijd uiten. Daarom wil hij zijn behandelende arts erbij hebben. De Krijgsraad zal de neuroloog Baptista vragen om een medisch rapport. Daarnaast moet hij op 9 december om 13.00 uur ook naar de zitting komen om uitleg te geven aan de Krijgsraad over de toestand van zijn patiënt.