Meer bescherming voor uitzendkrachten door wetswijziging
28 Feb, 10:39
foto
De Assembleeleden hebben na urenlang overleg en discussie met elkaar een compromis bereikt. De wet over uitzendkrachten is uiteindelijk met algemene stemmen aangenomen.


De wijziging van de Wet Ter Beschikking Stellen Arbeidskrachten door Intermediairs is dinsdag met algemene 38 stemmen aangenomen door De Nationale Assemblee. Er zijn belangrijke wijzigingen doorgevoerd. Het schrappen van het artikel uit de wet, waarbij de uitzendkracht na langer dan twee jaar aaneensluitend gewerkt te hebben geacht wordt in dienst te zijn getreden van het inlenend bedrijf op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, stuitte op enige tegenstand. Na urenlange schorsing is een compromis bereikt en is deze periode vastgesteld op drie jaar. Besloten is dat de uitzendkracht na overschrijding van deze periode niet automatisch in dienst treedt van het inlenend bedrijf.

Minister Steven Mac Andrew van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken (AWJ) benadrukte dat een uitzendkracht iemand is die tijdelijk werk moet verrichten bij een inlenend bedrijf. De kans bestaat dat de persoon wordt aangenomen indien hij de werkzaamheden goed verricht, maar de status van uitzendkracht is tijdelijk. De minister merkte op dat uit de evaluatie van de wet is gebleken dat de tijdsperiode een kritieke factor is, omdat de contracten continu werden verlengd en mensen hierdoor in een vicieuze cirkel belanden waarbij ze met tijdelijke contracten beperkt werden in hun mogelijkheden.

Om te voorkomen dat uitzendkrachten plotseling worden ontslagen, zullen bij Staatsbesluit nadere regels worden vastgesteld over het beëindigen van de dienstbetrekking met uitzendkrachten. Daarnaast is besloten dat de wet elk jaar geëvalueerd zal worden, waarbij de eerste evaluatie zal plaatsvinden in december dit jaar. Verder is overeengekomen dat de eerste vergunning aan een uitzendbureau wordt verleend voor ten hoogste vijf jaar, waarna de directeur van AWJ de vergunning voor onbepaalde tijd kan geven indien de vergunninghouder zich heeft gehouden aan de voorwaarden. Tevens is vastgesteld dat de intermediair de uitzendkrachten ten minste 75 procent van het loon en dezelfde overige arbeidsvoorwaarden moet toekennen als de vaste werknemers werkzaam in gelijke of gelijkwaardige functies in het inlenend bedrijf.

Er opereren 12 uitzendbureaus in Suriname met een vergunning. Minister Mac Andrew merkte op dat er aanvankelijk bijna 25 uitzendbureaus waren, maar dat een aantal zich niet hield aan de vergunningsvoorwaarden en is uitgevallen. Harriet Ramdien, voorzitter van de commissie van rapporteurs (VHP), verklaarde dat hoewel de wet niet perfect is, deze werkbaar is en in het voordeel van iedereen werkt. Ze pleitte ervoor om de nieuwe arbeidsinspecteurs landelijk in te zetten omdat er veel misgaat bij werkomstandigheden en lonen. 

Melvin Bouva (NDP) hoopt dat de arbeiders niet langer dan drie jaar als uitzendkracht hoeven te werken, maar dat zij na deze maximale periode in vaste dienst kunnen treden. Ronny Asabina, fractieleider van de BEP, verklaarde dat hij onder protest zal meewerken aan de wet. Hij benadrukte dat er veel loontrekkers werkzaam zijn bij uitzendbureaus die hopen op betere arbeidsomstandigheden, wat mogelijk niet gerealiseerd wordt met deze wet. Hij vroeg om bijzondere aandacht voor handhaving.

Obed Kanape, fractieleider van de ABOP/PL-fractie, hoopt dat de wijzigingen zullen leiden tot verbeteringen en een betere regulering van de intermediaire activiteiten in Suriname. Ivanildo Plein (NPS) had graag een balans gezien tussen de belangen van de arbeiders en de uitzendbureaus, maar stemde toch voor de wet. Asis Gajadien, fractieleider van de VHP, merkte op dat er geprobeerd is een balans te vinden tussen verschillende belangen.

Er waren ook vragen gesteld over bewakers en schoonmaaksters die veel minder dan het minimumuurloon verdienen. De minister verduidelijkte dat hoewel deze personen geen uitzendkrachten zijn, zij recht hebben op het minimumuurloon. "De Wet Minimumloon 2019 is van toepassing op elke werknemer in Suriname. Dergelijke overtredingen kunnen leiden tot intrekking van de vergunning, omdat het uitzendbureau zich dan niet houdt aan de vergunningsvoorwaarden", stelde Mac Andrew.

De minister gaf ook aan dat uitzendkrachten aanspraak maken op vakantie conform de Vakantiewet, maar dat de bijzonderheid in deze is dat uitzendkrachten in sommige gevallen niet lang genoeg aaneengesloten in dienst zijn. Dit heeft effect op vakantieaanspraken. De arbeidsinspectie zal volgens de minister dit jaar naast haar reguliere controlewerkzaamheden prioriteit geven aan uitzendbureaus en erop toezien dat ze voldoen aan de vergunningsvoorwaarden. Voor klachten over werkgevers kan een ieder zich wenden tot het Client Control Center van de arbeidsinspectie. Indien vertrouwelijk zal dat ook zo behandeld worden. Niemand hoeft bang te zijn dat zijn of haar naam genoemd wordt als hij of zij een klacht heeft ingediend", sprak de bewindsman.

Over de bescherming van contractors die alle kennis en vaardigheden hebben tegen buitenlandse legde de minister uit dat de term 'contractors' in het dagelijks spraakgebruik geen vaste betekenis heeft in de Surinaamse wetgeving. De term wordt gebruikt voor zowel degenen die arbeid aanzetten als degenen die daadwerkelijk arbeid in dienstverband verrichten. Wat de eerste groep betreft denkt de minister dat het antwoord gezocht moet worden in de context van het local content beleid, welke met inachtneming van de WTO- en CSME-regels beoordeeld zal moeten worden. Wat betreft de werknemerszijde is de bescherming volgens Mac Andrew nu al te vinden in de Wet Werkvergunning Vreemdelingen. "Elke vreemdeling in Suriname die in loondienst is, heeft een werkvergunning nodig. De wet vereist dat Surinamers de eerste mogelijkheid hebben om arbeid te verrichten in hun land".
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May