President Chan Santokhi heeft donderdag de juristen Richel Apinsa (voordracht ABOP) en Geetapersad Gangaram Panday (VHP) beëdigd. Apinsa is toegetreden tot het CHof als ondervoorzitter en Gangaram Panday als lid. Tijdens de buitengewone openbare zitting sprak Stirling de hoop uit dat twee nieuwe leden en de secretaris zich zullen laten leiden door hun professionaliteit, kennis, kunde, verbondenheid aan het Hof, zelfstudie, collegialiteit, geheimhouding en objectiviteit, en niet door de waan van de dag.

"Dat u het gezag van het Hof verder uitdraagt en dat u met uw inzichten bijdraagt aan de reeds ingezette verheffing van het Hof. Dat u zult bijdragen aan staatsrechtelijke rechtsontwikkeling, uw werk verricht vrij van alle politieke invloeden, en dat integriteit en nogmaals objectiviteit uw leidraad moge zijn", stelde Stirling. Ze sprak de hoop uit dat het CHof in de komende periode de zo noodzakelijke institutionele versterking tegemoet mag zien opdat het in staat gesteld kan worden de grondwettelijk staatsrechtelijke taak op verantwoorde wijze te kunnen vervullen.

Het Constitutioneel Hof is een onafhankelijk grondwettelijk orgaan wiens taken en bevoegdheden verankerd zijn in de Grondwet van de Republiek Suriname. Het Hof geeft geen adviezen maar spreekt besluiten uit met bindende kracht. Het Hof heeft de afgelopen 4 jaren zijn bestaansrecht bewezen als een mensenrechtenhof en als hoeder van de grondwet. Dit bestaansrecht moet zeker worden voortgezet voor de algehele beleving van de rechtsstaat en bescherming van de grondrechten van de burgers, benadrukte de voorzitter. 

Het CHof is ondanks het stelselmatig ontbreken van institutionele versterking er toch in geslaagd om 6 besluiten te nemen waarvan enkele directe doorwerking hebben gehad welke geleid hebben tot aanpassing van bestaande wetgeving, benadrukte Stirling. Zij benadrukte dat met de aanvulling van leden van het CHof niet moet worden uitgegaan van het feit, dat de opgelopen achterstand in verzoekschriften, tijdig kan worden ingelopen binnen de resterende zittingstermijn. "Desondanks zal het Hof zich blijven inzetten om een inhaalslag te maken om verzoekschriften c.q. besluiten zoveel als mogelijk af te ronden", zei Stirling.