DNA wil betere behandeling en bescherming uitzendkrachten
14 Feb, 00:00
foto
Assembleelid Harriët Ramdien, voorzitter van de commissie van rapporteurs.


Bij de behandeling van de wijziging van de Wet Ter Beschikking Stellen Arbeidskrachten door Intermediairs hebben verschillende leden van De Nationale Assemblee (DNA) gepleit voor de betere behandeling en bescherming van uitzendkrachten. Harriët Ramdien (VHP) voorzitter van de commissie van rapporteurs, zei dat er wettelijke verplichtingen zijn die ook gelden voor de uitzendbureaus, maar dat er in de praktijk veel misgaat. Zo zijn er krachten die te lange werkuren maken en onderbetaald worden. 

Ramdien noemde gevallen waarbij arbeiders elke dag, ook op zon- en feestdagen, werken en slechts SRD 2.141 verdienen. “Dit is schandalig. Het is minder dan het minimum uurloon. De groep die uitgeleend wordt heeft geen vakbond die voor haar kan opkomen. De enige die ze kan beschermen is de overheid”, zei Ramdien. Volgens haar is de controle van arbeidsinspectie zwak. Dit probleem van uitzendkrachten speelt zich volgens haar al jaren af. Het is niet duidelijk welke beloning de mensen krijgen, onder welke omstandigheden ze werken en of ze in aanmerking komen voor secundaire voorwaarden.

De controle is zwak terwijl volgens het Assembleelid veel bedrijven gebruik maken van arbeidskrachten via uitzendbureaus, maar ook illegalen, omdat deze goedkoop zijn. Ramdien vindt dat het belangrijk is dat de arbeidsmarkt in de gaten wordt gehouden. De wijziging van de wet houdt in dat naast het uitzendbureaus nu ook het bedrijf verantwoordelijkheden krijgt. Zo moet de inlener zich ervan vergewissen dat het uitzendbureau de arbeider conform de wettelijke regels behandelt en de loontarieven moeten nu ook op papier worden vermeld. Daarnaast is afgeweken van de algemene boete en moet de overtreder per arbeider de boete betalen.

Kishan Ramsukul (VHP) merkte op dat niet alleen uitzendkrachten problemen hebben, maar ook de contractors die werken voor de multinationals. Hij noemde een situatie waarbij een multinational overgenomen is door een ander bedrijf dat het nu moeilijk maakt voor de Surinaamse bedrijven en met buitenlandse bedrijven in zee gaat. Ramsukul wilde weten hoe de regering de Surinaamse bedrijven zal beschermen hiertegen. 

Patrick Kensenhuis (NDP) vroeg om dezelfde lonen en overige arbeidsvoorwaarden toe te kennen aan uitzendkrachten zoals werknemers van het inlenend bedrijf. Hij haalde aan dat nu een actuele zaak is dat speelt bij verschillende (staats)bedrijven. Hij merkte ook op dat een uitzendkracht voor korte duur zou moeten werken, maar dat nu mensen langer dan vijf jaar in de situatie zitten en geen zekerheid hebben. Volgens de wet wordt een uitzendkracht na twee jaar geacht in dienst te zijn van het inlenend bedrijf.

In de praktijk wordt volgens Kensenhuis het contract beëindigd waarbij de persoon een tijdje wacht om vervolgens opnieuw te beginnen. Ook mag het niet zo zijn dat de uitzendkracht wordt belet in dienst te treden bij het inlenend bedrijf. Ramdien pleitte ervoor dat na zes maanden de persoon in vaste dienst treedt. Ebu Jones (NDP) zei dat dit niet mogelijk is omdat volgens de wet de uitzendkracht in dienst is van het uitzendbureau. “Het is onmogelijk dat mijn werknemer gaat naar het inleenbedrijf na twee jaar. Uitzendkrachten worden niet goed behandeld en dat moeten we aanpakken. Arbeidsinspectie moet erop toezien dat uitzendkrachten conform de sociale wetten behandeld worden”, stelde Jones. Hij noemde het automatisch overgaan van de arbeider naar het inleenbedrijf het belonen van een misstap. 

Jones is van mening dat het uitzendbureau een boete moet krijgen als de arbeider niet langer dan twee jaar in die positie mag werken. Graciëlla Sluisdom (VHP) merkte op dat uitzendkrachten meestal een contract tekenen waarbij beide partijen elkaar kunnen laten gaan. Zij voerde aan dat niet overal de uitzendkracht in dienst is van het uitzendbureau. Kensenhuis zei dat er duidelijkheid moet komen over bij wie de uitzendkracht in dienst is.

Henk Aviankoi (VHP) stelde dat alle wetten vallen en staan met controle. Het meest voorkomende probleem bij uitzendkrachten is dat ze vooral de secundaire voorwaarden missen. Hij gaf aan dat bedrijven meestal werken met uitzendkrachten om kosten te besparen, maar dat zij toch beschermd moeten worden. Ook hij pleitte voor gelijkwaardige salariëring voor uitzendkrachten en arbeiders in vaste dienst. Jones legde in zijn betoog uit dat het niet mogelijk is, omdat de bedrijven niet dezelfde verdiensten hebben. De overheid kan de uitzendbureaus wel verplichten een bepaald percentage af te staan aan de uitzendkracht. Ramdien bleef erbij dat uitzendkrachten hetzelfde bedrag betaald moeten krijgen, omdat zij hetzelfde werk verrichten en het oneerlijk is.

Radjendre Debie (VHP) sprak over de voorgestelde wijzigingen in de wet gericht op het accumuleren van sancties voor overtredingen met betrekking tot a-typische werkrelaties. Hij benadrukte de noodzaak van deze wijzigingen voor een effectieve handhaving van arbeidswetten en vroeg de minister van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken om verduidelijking over de aanvraagprocedure voor vergunningen voor buitenlandse uitzendkrachten en de versterking van de Arbeidsinspectie. 

Mahinder Jogi (VHP) gaf aan dat het gebruiken van uitzendkrachten een trend is in de wereld. “Multinationals nemen contractors in dienst en die neemt weer mensen in dienst, maar als de contractor onzeker is hoelang de dienst zal bestaan wil die geen risico nemen en zoekt mensen die voor een korte periode willen werken. Zo ontstaan de uitzendbureaus”, stelde Jogi. Voor verbetering van de positie van de uitzendkrachten moet nu duidelijk worden waaruit de kosten van een uitzendbureau zijn opgebouwd en hoe het loon van de uitzendkracht wordt bepaald. Veel heeft volgens hem met controle te maken vanuit Arbeidsinspectie. Op een ander tijdstip zal de regering ingaan op de gestelde vragen.

Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May