Colombia akkoord om wapenstilstand te verlengen

Colombia is met het Nationale Bevrijdingsleger (ELN) overeengekomen een historische wapenstilstandsovereenkomst, die vorige week afliep, te verlengen. De regering in Caracas zei dinsdag dat zij met de grootste overgebleven gewapende rebellengroep van Colombia is overeengekomen om de opschorting van het conflict met zes maanden te verlengen. Het akkoord biedt verdere hoop op een einde aan tientallen jaren van geweld.

President Gustavo Petro tekende in augustus vorig jaar een overeenkomst met ELN voor een stopzetting van de gevechten gedurende 180 dagen na langdurige onderhandelingen. De wapenstilstand werd met vijf dagen verlengd nadat deze vorige week afliep.

De partijen hebben dinsdag vroeg afzonderlijke verklaringen vrijgegeven waarin een verdere verlenging van zes maanden werd aangekondigd.

Overheidssteun vs ontvoering
Colombia heeft ruim een halve eeuw te lijden gehad van conflicten tussen de regering en diverse linkse en rechtse gewapende groepen, evenals drugshandelaren.

ELN begon in 1964 als een linkse ideologische beweging van studenten, vakbondsleiders en priesters, geïnspireerd door de Cubaanse revolutie. Er wordt aangenomen dat het ongeveer 4.000 strijders heeft in Colombia, en ook aanwezig is in Venezuela, waar het illegale goudmijnen en drugssmokkelroutes exploiteert.

Het staat ook bekend om het organiseren van ontvoeringen voor losgeld en aanvallen op de olie-infrastructuur. De Verenigde Staten en de Europese Unie hebben de organisatie bestempeld als een "terroristische" organisatie.

Volgens de deal stemde ELN ermee in de ontvoering op te schorten, waardoor het de regering om financiële steun vroeg om de gederfde inkomsten te compenseren.

De gewapende groep zei dat zij "eenzijdig en tijdelijk de economische detenties zal opschorten, een toezegging die zal worden opgevolgd door het monitoring- en verificatiemechanisme".

Lange weg naar wapenstilstand
In 2016 ontbond een vredesakkoord de Marxistische Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia, bekend als FARC. Dat maakte ELN tot de grootste overgebleven rebellengroep van het land. Sindsdien heeft het land zijn activiteiten uitgebreid in gebieden die voorheen onder controle van de FARC stonden.

In 2019 werden de vredesbesprekingen met ELN afgeblazen door de conservatieve voormalige president Ivan Duque na een autobomaanslag op een politieacademie in Bogota waarbij 22 mensen omkwamen.

De gesprekken tussen Bogota en het ELN werden in november 2022 opnieuw gelanceerd in buurland Venezuela. Er volgden verschillende rondes van vredesbesprekingen, waarbij het proces werd gesteund door Mexico, Noorwegen, Venezuela, Cuba, Brazilië en Chili als garanten.