Brunswijk: Eerst zetels halen dan praten over presidentschap

"In 2030 ga ik niet meer in de politiek zijn," deelt vicepresident en ABOP voorzitter Ronnie Brunswijk (62) mee. "Ik heb zoveel kleinkinderen, ik wil een rustig leven gaan leiden. Om al die problemen van het land op jou te hebben, op zo een leeftijd, zou niet mooi zijn toch?" Brunswijk is zondag wederom gekozen tot voorzitter van de ABOP, een termijn die in 2027 afloopt. Of hij nog president wil worden van het land hangt af van hoeveel zetels de partij in de wacht zal slepen volgend jaar.

ABOP is in 1990 opgericht door enkele personen die uit de BEP waren geroyeerd. Brunswijk sloot zich in 1996 aan bij de partij en werd tweede penningmeester. Het heeft niet lang geduurd voordat hij de voorzittershamer zou overnemen. Hij is zondag voor de vijfde keer herkozen als voorzitter. Brunswijk is de onbetwiste leider van de partij en is bij enkele kandidaatstelling gekozen.

Journalisten vroegen na zijn herverkiezing of dit echt zijn laatste voorzitterschap is. "Ik heb al gezegd dat ik in 2030 niet meer in de politiek ga zijn," deelt hij mee. "Deze (termijn) gaat tot 2027. Dan denk ik dat ik nog 1 keer ervoor kan gaan, als voorzitter. Maar niet meer in politieke functies."

Op vragen of hij nog president wil worden, zegt Brunswijk: "Alle politieke partijen willen eens het hoogste ambt bekleden. Wat dat betreft, het hangt niet van mij af. Ik zou ambities kunnen hebben voor het presidentschap, maar je hebt geen zetels. Dus pas wanneer die zetels er zijn, pas als het realistisch is, kunnen we gaan praten over het presidentschap." Hij geeft aan dat de ABOP, uiteraard in combinatie met de PL, in 2025 meer dan 10 zetels wil halen.