Het verspreiden van woorden strafbaar stellen
29 Jan, 08:43
foto


Kan het verspreiden van woorden strafbaar zijn of strafbaar worden gesteld? Wat zal de maatstaf kunnen zijn om te kunnen vaststellen dat de verspreide woorden strafbaar zijn of strafbaar worden gesteld? En nog belangrijker... WIE kan bepalen of en wanneer woorden strafbaar kunnen zijn? Welke mensen kunnen bepalen? Mensen in de overheid? Maar die zijn toch ook gewoon mensen?

Alvorens hierop in te gaan is het misschien goed om na te gaan wat de functie is van woorden. Natuurlijk gaat het niet om van elkaar los staande woorden, maar steeds om een zekere set van geformuleerde woorden die met een bepaalde intentie en doel verspreid worden. Laten we voor dit moment voor het gemak ervan uitgaan dat het gaat om een boek.
Wat doet een boek? Het vertelt een verhaal, en er zijn zoveel soorten verhalen. Verhalen voor kennisverrijking, verhalen voor vermaak, enzovoorts. 

De verhalen voor kennisverrijking dienen zeker wel feitelijk correct te zijn. Maar verhalen voor vermaak hoeven geenszins waar te zijn. En indien de verhalen die als doel kennisverrijking hebben, niet correct zijn, kunnen ze worden weerlegd met andere feitelijke kennis. Dus hoe zou nu een bepaald samenstel van woorden kunnen zorgen voor een strafbare gedraging? Apart van vermaak kunnen woorden en/of verhalen ook gebruikt worden om iets te openbaren dat wel of niet in het algemeen belang is. En het openbaren hiervan kan aan de mensen in dit verhaal schade berokkenen.

Nu zal er een balans moeten worden gemaakt of het openbaren van dit verhaal zodanig vereist is, dat het in het algemeen belang is. Indien het in het algemeen belang is, is het juist vereist, misschien zelfs verplicht om te openbaren, omdat anders aan de gemeenschap schade berokkend wordt. Het niet openbaren ervan betekent dat de betrokkenen in het verhaal vrijuit gaan en aan de gemeenschap verder schade berokkend wordt.

Indien het verhaal een verzinsel is, met de intentie betrokkenen onterecht in een kwaad daglicht te stellen en die daardoor schade te berokkenen, dient de goede naam en eer van betrokkenen gezuiverd te worden, wel of niet met een schadevergoeding. Dit kan via de rechter op basis van smaad en laster. Mag of kan een verhaal dus vooraf van de gemeenschap weerhouden worden, rekening houdende met het gegeven dat vrijheid van meningsuiting een van de hoogste universele rechten van mens is?

Mogen volwassenen elkaar onderling het zwijgen opleggen, zelfs wanneer bepaalde van deze volwassenen zich in een bepaalde organisatie bevinden? Kan een individu, eenvoudigweg door deel te zijn van een bepaalde organisatie, meer recht hebben op hoe om te gaan met informatie? Wie kan en mag bepalen wat voor type informatie verspreid mag worden? Wat voor type individu of groep individuen zouden dit mogen of kunnen zijn, en onder welke voorwaarden?
Zolang het verhaal derden niet tot geweld aanspoort, maar slechts informatie deelt met de wereld, zou de wereld dan niet zelf de informatie moeten kunnen beoordelen? En zouden scheldwoorden dan ook, die mens eigen zijn, ook strafbaar gesteld moeten worden?

Zou het verbieden van het verspreiden van woorden, die niet eens scheldwoorden zijn, waarvan nog niet eens duidelijk is of er schade berokkend wordt aan derden of de samenleving, niet een heel duidelijk gerechtvaardigde grondslag moeten hebben?

"Hij die informatie beheerst, beheerst de geesten van de samenleving"

Rumi Knoppel
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May